Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 611 van 1110

...  599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624  ...
[9] Ja jij, vader Enos, jij stond op de derde zuil en sprak met vlammende woorden tot de stil luisterende baren: 'O luister, al jullie wateren van de aarde; verneem de woorden uit de hoge en hoor de tonen van de heilige spraak! Je kunt zes dagen en nachten in vrolijke reeksen stromen en wiegen; maar, als de zevende dag gekomen is, gezegend met de heilige rust, de sabbat van de Heer, een heilige dag, luister, dan moet je die ook altijd vieren vanwege de verschuldigde lof en prijs aan de heilige Vader! Want het is overeenkomstig de eeuwige ordening, dat alles wat de levende adem uit God ademt en de liefde van de eeuwige, heilige Vader in zijn liefhebbende, denkende hart ondervindt, de rust en de plechtigheid van de heilige dag gedenkt; want dat is te allen tijde de meest heilige wil van de heilige Vader: zes dagen kunnen alle wateren arbeiden, kunnen zij met ruisende teugen stromen en wiegen; maar de heilige rust moet op de heilige sabbat zweven als vurige wolken over de zwijgende, luisterende baren, uitnodigend tot het feest!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En luister nog verder met de wil tot geduld, geliefde vaderen en jullie ook, kinderen die ons liefhebben, naar wat ik voorts nog met verbijsterd geestesoog voor wonderen van de goddelijke liefde en de lichtende genade naar eer en geweten heb gezien! 0 vaderen en kinderen, zoals jullie mij nu vol trillend vuur zien om je mijn visioen te vertellen, ja waarlijk, zo stond ik daar in mijn visioen als vierde op een iets minder verheven zuil omgeven door roodachtig licht; evenals de drie eerste zuilen was deze naar alle denkbare richtingen omspoeld door opgetogen, kringelende baren. Vol verbazing over een dergeli jke zo plotseling verheven plaats, die ik daar evenals de vaderen ingenomen heb, bemerkte ik vol treurnis, dat de golven die langs de zuil stroomden steeds donkerder en stormachtiger werden en op talrijke plaatsen vol brandende ijver, met rusteloos schuimende koppen die eruit zagen als rokende bergen, zich hoog boven de zuil waarop ik stond, verhieven. Ik was vervuld van zorgen en kommer; de golven waren als kinderen die zonder gehoorzaamheid in hun hart zich vol boosheid beijverden om de zuil van hun vader en dus ook van hun moeder te doen ineenstorten en deze in zijn val met lasterende tongen te honen en met stampende voeten, waaraan massa's dodende stof van de zwartste ondankbaarheid kleeft, na te trappen.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] En luister, toen dat gebeurde, begonnen ontelbare doden uit alle diepten van het stinkende slijk te klagen, te jammeren en zeiden: 'O bedek ons, jullie gebroken sterren, opdat wij het gelaat van Mahalaleël nooit zien; want hij is in de naam van de eeuwige, toornige God als een vurige gesel tot ons gekomen om ons ellendige draken te slaan, omdat wij zijn hoge en heerlijke zuil omstrengelden!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Maar Mahalaleël, verlicht door de geest van de Heer, zei: 'Luister, stinkende golven in draken-gedaante, de liefde van de Heer is eeuwig en heilig en rein; daarom zullen ook jullie geen onreinheid bedrijven!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] De tijd, een heilig vuur uit de hemel, is aangebroken om jullie stinkende draken met het eeuwige vuur van de toorn te wassen, als jullie je niet voor die tijd schoonwast tot vreedzame, met liefde en genade doorlichte, montere golven.' (2 oct. 1840)
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[38] En luister, jullie geliefde vaderen en ook jullie, ons liefhebbende kinderen, zoals ik het heb gezien en naar waarheid heb gehoord, zo getrouwen waar geef ik het aan jullie weer!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[39] En omdat jullie dat nu gewillig in je harten opgenomen hebt, hoor mij Kenan nog verder verhalen over het nachtelijke wonder van de grote liefde en helder stralende genade van de eeuwige heilige Vader!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[48] En luister, toen begonnen heel heftige, vurige winden, ontsprongen aan de glanzende zuil, te waaien en mengden met glanzende overvloed het vuur van de eeuwige liefde met de golvende baren der luisterende, eindeloze vlakten op wonderbaarlijke wijze ineen. En de baren en vloeden werden door zo' n glanzende mildheid gelouterd, o luister, dat zij zo helder leken als de oppervlakte van de zon en zij loofden en prezen de Heer van de genade, terwijl zij de zuil met stralende golven omcirkelden. Toen klonken de heilige echo's harmonisch langs de eindeloze ruimten van de glanzende vloeden. - Luister, zo heb ik het naar waarheid gezien en het getrouw aan jullie doorgegeven.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[49] En omdat jullie, geliefde vaderen en ook jullie ons liefhebbende kinderen reeds zo lang geduldig naar mij, Kenan, de geestelijke spreker, vol aandacht hebben geluisterd, hoor dan nog verder wat voor wonderen van de goddelijke liefde en genade ik heb gezien en naar waarheid vernomen: op niet zo' n grote afstand aanschouwde ik een geheel gladde zuil, die er haast uitzag als glinsterend erts; luister, deze werd door een zandige zee omspoeld!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[58] Die woorden luidden - luister, jullie vaderen en kinderen! -: 'Nietig stof, verneem de wil van Gods heiligheid! Een vals, bedrieglijk golven zal je nooit baten; bekeer je tot vloeibaar, zuiver water en golf als zodanig in eeuwige, lichtende baren; want niets anders dan alleen de leugen, zal eens geheel te gronde gaan!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[60] En zie en hoor, jullie waardige vaderen en ook jullie, dierbare kinderen, zo waar en getrouw ik dat heb gezien en ook met wijd open oren heb gehoord, zo getrouwen waar heb ik het aan jullie doorgegeven. De waarheid, 0 vaderen en kinderen, de waarheid alleen is waarlijk het lieflijke wezen van de liefde. Daarom wordt de leugen als geen andere zonde te gronde gericht; want alleen zij is juist het tegenovergestelde van de eeuwige waarheid van de liefde van de Vader.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[61] En luister nu verder, geliefde vaderen en ook jullie, ons liefhebbende kinderen, wat ik, jullie Kenan, met verbaasde ogen nog voor wonderen heb gezien! - Het kwam mij zo voor, alsof ik samen met de zuil waarop ik stond steeds verder en verder in de verre gebieden van de andere zuilen geschoven werd; en evenals het mij eerder overkwam, overkwam het mij nu weer en ik zag vanaf mijn verheven standplaats de negende zuil!
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[66] 'O luister, jullie grote wateren! Word niet door begeerten verteerd; want als jullie in liefde en genade van boven samengaan, is dat een bezit voor eeuwig en een eindeloze vreugde voor jullie samenzijn. Want op een en dezelfde plaats kan zich niet meer dan één ding bevinden; zoek daarom niet jezelf te vernietigen door vreemde begeerten en golf en kringel in je geheel eigen sfeer, tot lof en roem van de eeuwige, heilige Vader!'
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[43] En zie, jullie vaderen en kinderen, hoe dat meest liefdeloze roven en stelen gebeurde; luister, zoals ik het heb gezien, zal ik het aan jullie verkondigen: er verhieven zich massa's door diefachtige ijver gedreven, bevallig lijkende wolkjes uit deze zo boosaardige, golvende vlakte van het grote water, waarmee de zuil van Henoch naar alle denkbare richtingen onoverzienbaar ver omgeven was. Deze wolkjes vluchtten weg, ver over de grenzen van het gebied van de zuil waartoe zij behoorden; als zij dan in andere gebieden van de grote wateren heel rustige vlakten zagen, stortten zij zich, door begerige haast gegrepen, sneller dan de bliksem op de vreedzame golven, verstoven die tot een vochtige nevel en tilden deze dan op en dreven hem in allerijl als stormende winden naar de onheilspellende diepten vol slijk van het gemeen klamme gespuis. Daarin lieten zij deze zo boosaardig geroofde, heel vreedzame wateren zinken en drukten en persten deze dan met hun gestolen macht tot harde stenen tezamen en bedekten hen uit schandelijke eigenbaat op de meest schandelijke wijze toe met het slijk en met de mest van de leugen.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[46] 'Jullie kwaadaardige, diefachtige, rovende golven, verneem daar in de diepten van de slijkige, duistere gronden de heilige wil van de eeuwige, machtige God en luister met een kalm oppervlak naar de machtige woorden van het heil, die je toeroepen: iedere druppel is veelvuldig geteld in het hart van de eeuwige liefde en ieder is dus het eigendom van zichzelf en van de eeuwige liefde; daarom zal niemand de gruwelijke prooi van de ander worden. Want wee de dief, de geniepige rover en moordenaar van het eigendom van andere zuiverder wateren en wezens; ja wee over al de op boosaardige wijze, slechts zichzelf liefhebbende golven! Hoor dit: de boosaardigheid van de rovers en moordenaars zal nooit deinen met vrolijke, rimpelende kringen, maar wel, luister, zal zij zeker door de dodende macht van het gebod nu meteen of mettertijd als een gestolde dood tot gloeiende stenen van de eeuwige vloek geboeid in de onderste diepten van de aarde worden geworpen. Je zult niet roven en stelen!, zo luidt de machtige wil van de eeuwige heilige God.
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  599 - 600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624  ...