Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 612 van 1490

...  600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625  ...
[8] De Romein zei: 'Ja, hoge Meester en Heer, ik dank U voor deze les! Nu is ook de dag met zijn veelvuldig afwisselende verschijnselen voor mij vol vreugde.'
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De Romein, die ook al aanwezig was, zei tegen Mij: 'Heer en Meester! Zo'n ochtend in zo'n prachtige omgeving verkwikt en versterkt het hart en gemoed van de mens buitengewoon -maar daarbij moet ik de aanmerking maken dat de ochtend, die juist de mooiste en aangenaamste tijd van de dag is, steeds het kortste duurt; want zodra de lieve zon boven de horizon is gekomen, begint ook de dag met zijn steeds toenemende saaie eentonigheid al, en die duurt dan met weinig afwisseling voort tot de avond. O, als er op aarde toch eens een land zou zijn, waar de ochtend als het ware eeuwig zou voortbestaan, dan zou ik daar willen leven en mij voortdurend over het leven verheugen! Deze kortdurende ochtenden van ons hebben mijn gemoed al heel vaak met een soort weemoed in plaats van met vreugde vervuld. O Heer en Meester, bestaat er nergens op deze aarde een land, waar de ochtend tenminste langer duurt dan hier bij ons?'
Hoofdstuk 207: De mooie ochtend aan het meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Na dit heel natuurlijke gesprek van ons kwamen ook onze Grieken met de arts uit Melita en allen die hier aanwezig waren, en ze verheugden zich over de mooie ochtend, al was die in deze tijd vaak ook koeler.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Kisjonah vroeg aan Rafaël wat het te betekenen had dat er deze herfst zoveel watervogels voor het merendeel bij de oevers waren neergestreken, waaronder enkele soorten, die men anders slechts uiterst zelden in kleine aantallen op het Meer van Galilea had waargenomen.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Rafaël zei: 'Vriend, dat heeft niets anders te betekenen dan dat ten tijde van hun grote trek vanuit de grote meren en zeeën van het hoge noorden een heel andere wind waaide dan gewoonlijk in die tijd; en door die wind, die voor de tijd van de trek van deze vogels ongewoon was, komt het dat dit meer nu rijker met deze dieren bevolkt is dan anders. Een ander heel natuurlijk gevolg van dit verschijnsel is, dat de winter van dit jaar heel zacht zal worden -anders waren deze vogels wel verder naar het zuiden getrokken om daar hun verblijfplaatsen voor de winter te zoeken. Achter dit geheel natuurlijke verschijnsel zit dus helemaal niets bijzonders en opmerkelijks.
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De Grieken, waarvan er nogal veel aan dit meer wonen en die goed de kunst verstaan deze vogels te vangen, zullen hun grote aantal wel verminderen, want deze vogels zijn ware lekkernijen voor hen, en ze kunnen ook hun veren goed gebruiken en verwerken. En dat, vriend, is nu ook wel alles wat deze vogels betreft!'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Kisjonah zei: 'Zouden wij Joden eigenlijk ook geen jacht mogen maken op deze vogels en ze net als de Grieken tot ons nut aanwenden?'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Rafaël zei: 'O ja zeker, als jullie wisten hoe je ze moet vangen en dan als een lekkernij moet bereiden! Maar aangezien jullie nog een groot aantal zeer reine spijzen van allerlei soort bezitten en je daarmee kunnen verzadigen, moeten jullie, tot er een tijd van nood komt, deze wilde vogels maar door de armere Grieken voor hun tafel laten vangen en klaarmaken om te eten, evenals de zwijnen, hazen, gazellen, herten en nog meer ander wild!'
Hoofdstuk 208: Een gesprek over de trekvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Begrijp dit alles en onthoud het buitengewoon goed, en handel er ook naar, als jullie je nakomelingen niet tot een nog duisterder heidendom willen zien overgaan dan nu op deze aarde overal onder de mensen gewoon is.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als jullie de Vader om iets vragen, vraag Hem dan niet zozeer om de goederen van deze aarde, waar de blinde en dwaze heidenen en ook de godvergeten Joden en Farizeeën naar streven, maar vraag Hem veeleer om de onvergankelijke schatten voor ziel en geest, dan zullen die niemand onthouden worden. Wat echter de goederen betreft die voor het tijdelijke levensonderhoud noodzakelijk zijn, die zullen er zonder meer vrij bij gegeven worden aan iedereen die zijn streven en vragen en zoeken alleen richt op het rijk Gods en de liefdevolle gerechtigheid daarvan.
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Wie sterk in de geest en derhalve in het rijk Gods is geworden, zal ook een heer zijn over de dingen van de wereld en zal nooit een groot gebrek aan voedsel voor zijn lichaam hoeven te verduren; maar het is beter - ook voor degenen die in de geest gewekt zijn - om te zwelgen in de goederen van de hemelen Gods en zich tevens een klein gebrek aan goederen van deze aarde te laten welgevallen. - Onthoud dat ook en neem het metterdaad in acht!'
Hoofdstuk 209: De gevaren van de ceremoniële godsdienst en ceremonieel bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Hoed jullie voor de goederen en schatten van deze wereld; want daarin rust de slechte geest van verleiding tot alle zonden!
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Als jullie volgens Mijn leer God boven alles liefhebben en zodoende ook elkaar zoals iedereen zichzelf liefheeft en in alle opzichten voor zijn eigen welzijn zorgt, zullen jullie je onder elkaar nooit over een of andere nood hoeven te beklagen; want nood en armoede onder de mensen op deze aarde ontstaan enkel en alleen door hun wederzijdse liefdeloosheid - en die is steeds het gevolg van ongeloof of duister bijgeloof. Want wie het geloof in de ene, eeuwig enig ware God niet heeft -hoe zou die Hem dan moeten eren en boven alles liefhebben en vanuit die liefde zijn naaste als zichzelf?
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als je echter zegt datje niet in een enkele ware God hebt kunnen geloven, omdat niemand jou op de juiste manier op de hoogte heeft gebracht, dan zal Ik je zeggen: 'Kijk eens wat een verschrikkelijke leugenaar je toch bent! Denk je soms dat de mensen die werkelijk van Gods geest vervuld en verlicht zijn, net als de aanjou gelijke wereldse brassers overlopen van alle schatten en goederen van deze aarde? O, dan vergis je je toch wel heel erg!
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Daarom zeg Ik jullie nog eens: als jullie de Vader in Mijn naam iets vragen, vraag Hem dan vooral alleen de onvergankelijke schatten van het rijk Gods, dan zullen jullie die ontvangen, en samen daarmee ook datgene wat jullie nodig hebben om op deze aarde te leven!
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  600 - 601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625  ...