Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 613 van 1490

...  601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626  ...
[17] Laat degene die veel aardse goederen heeft ontvangen, die volgens de liefdeswil van de Vader beheren, dan zal hij, door reeds op deze wereld een trouwe beheerder over kleine dingen te zijn, in Mijn rijk over grote dingen aangesteld worden!'
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Als dat nu zo is en niet anders -hoe kun je je tegenover Mij dan verontschuldigen door te zeggen dat jij geen acht kon slaan op je arme medemensen, omdat je in je onwetendheid over God geen verplichtingen tegenover hen hebt opgemerkt! Op deze manier heb je in het eerste geval het recht van de natuur, waar zelfs alle betere heidenen zich naar richten, door je gierigheid met voeten getreden, maar in het tweede geval, waarin je je verontschuldigt tegenover Mij, ben je een leugenaar. Hier zul je dus het loon van de gierigheid en dat van een leugenaar ontvangen, en voortaan zal er door Mijn uitverkorenen net zo aan jou gedacht worden als jij in de materiële wereld aan een enig ware God hebt gedacht en zoals jij die boven alles hebt liefgehad, alsook je medemensen!'
Hoofdstuk 210: Het gericht van de hardvochtigen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] De hoofdman had dat nog maar nauwelijks gezegd of daar stond Rafaël, die hij vanuit de verte herkend had als de mooie jongeman die hij 's avonds had opgemerkt al vlak voor hem en voor de overste, en allebei schrokken ze van deze zo plotselinge aanwezigheid van Rafaël; want ze konden echt niet begrijpen hoe hij over een afstand van tweehonderd passen in één ogenblik bij hen had kunnen komen. Ze begonnen erg bang voor hem te worden, zodat ze hem niet durfden vragen hoe hij zo snel naar hen toe was gekomen.
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Maar tevens heb ik als dienaar van de Heer nog iets te doen, wat ook direct uitgevoerd wordt. Kijk, de bodem van jullie schip is door de harde botsing tegen deze rijk van stenen voorziene oever flink beschadigd! Als het hier niet op een van de meest ondiepe plekken van dit meer lag, zou het allang gezonken zijn; maar omdat het meer hier maar een paar el diep is, kan het schip niet dieper zinken dan het al gedaan heeft.
Hoofdstuk 211: Rafaël bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ook de tien soldaten, die dezelfde mening waren toegedaan als de andere aanwezige schippers, voor het merendeel die van Kisjonah, zeiden tegen de overste: 'Heer en onze gebieder, met dit schip zullen we waarschijnlijk acht tot tien dagen niets kunnen beginnen; het moet eerst op het land gehesen en door vakkundige timmerlieden goed onderzocht, daarna gerepareerd en getest worden, anders is het niet raadzaam om zich in deze tijd met dat wisselvallige weer op dat schip op het open water van dit toch altijd al onrustige meer te begeven!'
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Toen de overste en de commandant zich daarvan overtuigd hadden, zei de commandant tegen Rafaël: 'Bevallige vriend, je zei zojuist dat je ook zo wonderlijk snel naar ons toe was gekomen om dit schip weer in een voor ons goed bruikbare staat te brengen! Hoe zou je dat kunnen, terwijl al deze mensen bedenkelijk hun hoofd schudden? Met twintig ossen zal dit schip nauwelijks aan land gehesen kunnen worden, en waar zijn tot slot de benodigde timmerlieden?'
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Rafaël zei: 'Jullie oordelen net als alle mensen naar jullie onmacht; ik oordeel echter naar de macht van God in mij, en daarom zal ik waarlijk niet meer tijd nodig hebben om dit schip in een bruikbare toestand te brengen, dan ik nodig had om vanuit het gezelschap van de Heer naar beneden bij jullie te komen! Maar schrik deze keer niet zo erg als jullie tevoren deden vanwege mijn snelle reis naar jullie toe!
Hoofdstuk 212: Rafaël repareert het beschadigde schip (21.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen Rafaël dat tegen de overste had gezegd, stond deze samen met zijn metgezellen nog meer verbluft, en na een poosje zei hij wat schuchter (de overste): 'Wat - jij bent dus een geest uit de wereld aan gene zijde? -Wij hebben ook over geesten zo nu en dan sprookjesachtige dingen horen vertellen, en ook in de Schrift worden ze verschillende keren vermeld; maar ikzelf en met mij vele duizendmaal duizenden mensen geloven daar nauwelijks meer in en hebben dat ook al lange tijd niet meer gedaan, aangezien niemand van ons zich erop kan beroemen ooit een geest gezien of gesproken te hebben.
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Maar je zei onder andere ook dat je al heel lang een burger van de grote wereld aan gene zijde bent! Zouden we derhalve moeten aannemen dat jij ook eenmaal als mens van vlees en bloed op deze aarde hebt geleefd?'
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Ik ben het Licht van de Liefde van de Vader in Mij; zoals de Liefde het Leven Zelf is, zo is ook het Licht precies datzelfde en ene Leven. Wie dus van Mij gelooft dat Ik als een echte Zoon ofwel Licht altijd uitga van de Vader, die de Liefde is, gelooft ook zeker in de eeuwige, heilige Vader, die Mij als een waar, levend licht in deze wereld heeft gezonden opdat allen, die in Mij geloven, het eeuwige leven in zichzelf hebben.
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Geloof dus dat Ik, als het Licht en Leven, de waarachtige Zoon ben van de eeuwige Vader, door wie alles gemaakt is - de hemel en deze aarde en alles, wat hemel en aarde en de hele oneindigheid bevatten -en leef en handel altijd volgens Mijn leer; heb God dus lief boven alles en jullie naasten als jezelf, dan hebben jullie daardoor het eeuwige leven in je, en ook al zullen jullie wat je lichaam betreft eenmaal sterven, dan zal jullie ziel toch in het helderste en volste bewustzijn voortleven en eeuwig nooit meer een dood zien, voelen of smaken!
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[17] Als jullie dit hebben begrepen, vat in je hart dan ook het onbuigzame voornemen op om volgens deze woorden van Mij werkzaam te worden en te blijven!'
Hoofdstuk 213: De Heer bij de soldaten van Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] En nu nog iets! Er zijn arme en zieke mensen uit Joppe ter wille van hun genezing hierheen gekomen en ook volkomen genezen; neem ze mee op jullie schip dat nu helemaal in orde is, nadat het ochtendmaal gegeten is, en breng ze naar Tiberias; van daaruit zullen ze dan op weg gaan naar hun huis! Van deze mensen uit Joppe zullen jullie veel over Mij horen wat jullie. hier niet te weten konden komen; dat zal jullie hart, jullie geloof en jullie liefde voor Mij grote kracht geven.
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Na deze woorden van Mij bedankten de soldaten van Herodes Mij werkelijk uit het diepst van hun hart, vroegen Mij of Ik hen nooit meer met Mijn genade en liefde wilde verlaten en begaven zich toen onmiddellijk naar hun slaaphut.
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[15] Toen Marcus de mensen uit Joppe van hun tafel op zag staan en zich zonder enige uiterlijk zichtbare vorm van afscheid en zonder een hardop gesproken woord van dank meteen naar de deur zag gaan, zei hij: 'Het is toch wel een beetje vreemd van deze mensen dat ze ons zo heel onverschillig verlaten!'
Hoofdstuk 214: De gasten vertrekken naar hun eigen woonplaatsen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  601 - 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626  ...