Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 614 van 1088

...  602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627  ...
[15] En zij gingen naar rechts, waar nog geen vlam uit de bodem oprees en er ook niets begon te branden. Maar daarvoor in de plaats gleden minstens dertig geheel volgroeide reuzenslangen de voortschrijdende Adam wiegend tegemoet en hij moest weer halt maken en kon onmogelijk verder lopen. Hij paste weliswaar ook hier de machtswoorden toe; maar deze hadden ook hier, net als bij het vuur, geen effect. En toen hij hevig vertoornd raakte over dit ongedierte, zie, toen begon een slang zijn kaken wijd open te sperren en maakte een naar hem gerichte beweging, waaruit Adam dadelijk de slechte bedoeling van het monster afleidde en daarom zeer ontzet was en ijlings begon terug te wijken.
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En daarom moet het tenminste toch mogelijk zijn naar links te gaan; want daar zie ik nog geen hindernis. Laten we daarom in de naam van de Heer maar gauw gaan, voordat nog een hindernis ook dit poortje mocht sluiten!"
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Toen bleef Adam staan en vroeg aan Seth: "Wat doen we nu? Geen ding gehoorzaamt meer aan mijn woord en om met geweld door te breken is volkomen onmogelijk; en toch heeft Abedam mij bevolen om mij weer naar mijn plaats terug te begeven!
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Seth antwoordde Adam: "Ik geloof, aangezien wij reeds een keer bij hem waren, dat wij ons niet meteen hadden moeten laten wegsturen, maar bij hem hadden moeten blijven of hem op zijn minst verzoeken met ons mee te gaan; dan hadden wij ons al deze moeite bespaard! Daarom is het nu zeker de hoogste tijd om naar hem terug te keren; want anders kon ook de terugweg naar hem wel eens heel gemakkelijk afgesneden worden, - en dan zou het tweede kwaad groter zijn dan het eerste!"
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] "Als jij in jouw nood de Heer hebt benaderd en de Heer heeft jouw smeekbede verhoord, dan moet je Hem niet meer je rug toekeren, maar je zult met je gezicht en geheel je hart naar Hem toegewend blijven; want als Hij jou kan beschermen, zal Hij dan ook niet diegenen kunnen beschermen waar je je op dwaze wijze zorgen over gemaakt hebt?!
Hoofdstuk 160: Gods hulp en de zorgen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Want als iemand Mijn naam roept, maar hij heeft Mij zijn rug toegewend, waarlijk, hij zal niet worden gehoord zolang hij niet zijn hart en zijn gezicht naar Mij toegekeerd heeft!
Hoofdstuk 160: Gods hulp en de zorgen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar nu hebben jullie Mij gevonden en zijn daarover meer dan gelukkig; laat ons daarom dan ook nu naar buiten gaan en kijken wie er allemaal verlangend naar onze hulp uitzien!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En zo gingen zij uit de woning naar buiten, waar het noodweer, hoewel schijnbaar enigszins afnemend, nog met grote kracht woedde. Toen ze langs Eva kwamen zei Abedam, de hoge, tegen het vijftal dat Eva omringde en troostte:
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Wat deed het zestal buiten intussen? In welke staat vonden zij bij het naar buiten treden de aarde en de kinderen daar op de grond?
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] Zo was het buiten nog gesteld. En duizenden en nog eens duizenden kinderen lagen daarbij in grote kringen om de woning van Adam en prezen God voor de redding; en bevende moeders haalden huilend hun kleine kinderen, die niet zelden meehuilden, naar zich toe; reeds sliepen enigen, moe van de verschrikkingen op de schoot van hun snikkende moeders in.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] "De rust is hersteld, de aarde heeft weer vrede. Laat ons daarom het volk opdragen naar hun woningen te gaan, opdat het daar de nodige natuurlijke rust kan nemen; en laten wij daarna ook weer in onze woning terugkeren en hen opbeuren die daar met verlangen op ons wachten!"
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Toen dat overal werd verkondigd, stonden allen dadelijk op en snelden naar hun woningen. Enige van de oudsten begaven zich echter naar het zestal, vielen ter aarde en dankten met een berouwvol hart de vaderen en door hen ook God. Nadat zij weer opgestaan waren, vatte een van hen, die een tiende zoon was van Seth, moed en vroeg aan hem:
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Keer voor vandaag met een gerust en dankbaar hart terug naar je gereinigde en goed verlichte woningen en zorg in de naam van de Heer voor een gezonde, zorgeloze rust voor het welzijn van je natuurlijke leven! Amen."
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Kaeam dankte voor deze hoogst wijze les en zei vervolgens: "O jij, wiens woorden nu als een ademtocht vol leven mijn hele wezen vervullen, wil je mij dan niet toestaan dat wanneer ik de mijnen naar de woonstee, die mij al zo lang tot rustplaats dient, zal hebben begeleid, ik onmiddellijk hier weer terugkeer, alleen maar om in jouw mij zo uitzonderlijk weldoende aanwezigheid, al zij het ook buiten de woning van Adam, de nacht door te brengen?"
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen nu de overige vier niet goed konden volgen wat Kaeam van plan was te doen - omdat zij op enige afstand en vanwege het geluid van het naar huis trekkende volk van het wederzijdse gesprek niet veel begrepen hadden -, traden zij nader en vroegen hem ernaar.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627  ...