10915 resultaten - Pagina 614 van 728
... 602 - 603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 ...
[22] Wie de wereld echter wil bestrijden, die moet dit doen met geheime wapenen en deze wapenen zijn Mijn liefde en Mijn vrede in u! Iedereen moet echter eerst met deze wapenen de eigen wereld in zich overwinnen: dan pas zal hij deze wapenen al tijd met succes tegenover de buitenwereld kunnen gebruiken.Hoofdstuk 35: 'Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen' (Joh. 16 : 33) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[23] Waarlijk, wie niet innerlijk meester over de wereld is, die zal het uiterlijk des te minder worden. Ieder echter, die in zichzelf nog een vleugje 'vurige' ijver bespeurt, die is nog niet klaar met zijn eigen wereld, want deze ijver stamt nog van de geheime tweestrijd in de mens tussen Mijn vrede en de wereld.
Hoofdstuk 35: 'Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen' (Joh. 16 : 33) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[2] Mijn beste mensen! In deze tekst wordt alleen maar een natuurlijke handeling uitgebeeld, die noodzakelijkerwijs op de voorafgaande handeling van het voorlezen uit de profeet Jesaja moest volgen. Daar echter elke daad van de Heer een innerlijke en allerinnerlijkste oorzaak heeft, ligt ook achter deze hoogst natuurlijk schijnende beweging een zodanige oorzaak verborgen, en in deze oorzaak moet ook weer een onbedrieglijk kenteken liggen, waardoor de volle goddelijkheid van Christus en dus ook van al Zijn handelingen voor altijd en eeuwig wordt kenbaar gemaakt.
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Toen de Heer het boek had gelezen, rolde Hij het op en reikte het aan de dienaar over. Hij echter ging zitten en aller ogen en oren waren op Hem gericht. - Wat betekent dit?
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[12] Nu krijgt elk mens, die een echte dienaar is in de ware, nieuwe synagoge van zijn hart, ook eerst het boek opgerold en niet onthuld. Als hij echter in deze tempel een getrouwe dienaar is en hem veegt en schoonmaakt en acht geeft op de heilige rol, dan komt de Heer en gaat in deze synagoge zitten en er zal rust en vrede in deze synagoge heersen. En als daar uit alle delen van het hart oog en oor op de Heer worden gericht, dan zal Hij ook zeggen: 'Nu is de geest des Heren over u gekomen en de heilige rol is onthuld en vervuld in uw levende synagoge!'
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[17] Ik vraag echter opnieuw: Voor welk mens, die de waarde van het leven kent, is zulk een troost voldoende? Kan het de levende onverschillig zij n of hij bestaat of niet bestaat? Trouwens, hoe kan eigenlijk een mens die bestaat, het niet bestaan prijzen, terwijl hij toch onmogelijk kan weten hoe het gesteld is met een toestand van niet-zijn?!
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[20] Zo ver je oog in de diepten van Mijn schepping kan reiken, staat de natuurlijke wereld al in de scherpste tegenstelling tot een plaats waar niets zou zijn; want daar zie je of hemellichamen of de grote, vrije ruimte, die echter met lichtether is gevuld en met alom werkende krachten uit Mij! Vraag: Is dat niets?
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[22] Vlieg met je gedachten door de ruimten van de oneindigheid! Als u ergens een ruimte zult vinden waarin uw gedachte niet vermag door te dringen, dan kunt u daar het niets zoeken. Dat zo'n werk u echter nooit en ook onmogelijk zal gelukken, daarvan kunt u ten volle verzekerd zijn! Want waar de gedachte kan komen, is het Zijn. Waar zal het echter zijn, waar de gedachte niet kan komen? Ik ken dit 'waar' niet en dan zal een wijsgeer het zeker nog minder kennen.
Hoofdstuk 36: 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[6] Want de liefde is het leven; en alleen het leven kan zien en horen, want de dood is daartoe niet in staat. Daarom konden dan ook de Joden de Heer van het Leven, die temidden van hen woonde, niet erkennen, omdat ze geen liefdeleven in zich hadden, hetwelk een vrij leven uit God is. Al het andere leven is slechts een gericht leven, dat echter in tegenstelling tot het ware leven uit de liefde de zuivere dood is.
Hoofdstuk 37: 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[13] Het is niet genoeg dat men de waarde van het goud kent maar men moet het goud ook tegenover het waardeloze, al komt dat van ver weg, op haar hoge waarde weten te schatten. Dat kan alleen degene, die de volkomen liefde heeft; wie echter om deze heen en weer zweeft, kan dat nog niet en zal het ook nog lang niet kunnen. Daarom zal het hem vergaan als de Joden, die ook niet de Heer van een heel gewoon mens vermochten te onderscheiden.
Hoofdstuk 37: 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] De wijze gever zal Ik met wijsheid belonen; maar voor de gever uit vrije liefde word Ik Zelf tot loon! Eenieder echter, die niet uit de vrije liefde zal handelen, zal het aangezicht van de Heer niet eerder aanschouwen, dan wanneer hij uit vrije liefde werkzaam wordt.
Hoofdstuk 37: 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[16] (De hier volgende 'geestelijke wenk' werd oorspronkelijk aan het slot van dit boek geplaatst. Omdat deze vermaning echter wezenlijk bijdraagt tot een beter begrip van het geheel, is zij hier aan het begin gegeven. De uitgever.)
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] 'Wie deze speciaal beschreven taferelen uit het hiernamaals gelovig ter harte neemt, zal kunnen begrijpen, hoe het er met de mens na het afleggen van het aardse lichaam in het rijk der geesten uitziet en zal zich daarnaar kunnen richten. Een wereldmens echter zal deze evenals trouwens de hele Heilige Schrift, ongelovig verwerpen als een dwaas verhaal van een schrijver zonder verstand. Dat maakt werkelijk niets uit, want binnenkort zal hij immers toch daar aankomen, waar niemand buiten Mij hem zal kunnen helpen.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Zou de een of andere poëtische of filosofische betweter mogelijkerwijs aanstoot nemen aan sommige uitlatingen van Martinus, omdat zij hem voor een deel te aards, te banaal en te ongeestelijk klinken, hem zij gezegd: 'Waar een aas ligt, verzamelen zich de gieren.' De menselijke geest is aan gene zijde wat zijn denken en handelen betreft precies dezelfde als op aarde. Wordt hij echter gelouterd en van al zijn onzuiverheden bevrijd, dan zal ook hij spreken als een zuivere geest zonder smet en onzuiverheid.
Hoofdstuk 0: Woord vooraf - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Niets hielp echter; onze man viel in een diepe slaap, waaruit hij hier op aarde niet meer ontwaakte.
Hoofdstuk 1: Het aardse einde van de oude bisschop en zijn aankomst aan gene zijde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus