Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 615 van 1088

...  603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628  ...
[12] Trek dan ook maar rustig en welgemoed naar je woningen en slaap daar maar eens heel goed uit; vergeet alleen niet morgen op de juiste tijd wakker te worden! Amen."
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Het innerlijk oog van jullie harten is nog volslagen blind, daarom zie je de helderste zon aan de horizon van al het leven niet; ga daarom naar huis, slaap daar je dwaasheid uit en kom morgen met een nuchtere geest naar ons toe! Amen."
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Daar dit viertal nu inzag dat zij met al hun gevraag geen haarbreed verder kwamen, dankten zij de vaderen en gingen, verdiept in allerlei gedachten, naar hun woonsteden toe, die naar onze huidige maatstaf gerekend hier vandaan zo' n halfuur gaans in de richting van de middag waren verwijderd.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Moet ik verder nog van iets gewagen, laat de tijd de nevels dan verjagen! En laten we onze hoofden niet breken, noch ons in wespennesten steken. Bergen zijn krom en wij zijn dom. Wat kunnen wij elkaar vertellen als we elkaar zulke domme vragen stellen? Wat anders dan hem onze eigen nood klagen, dié onze domheid zal moeten verdragen! Ik wil derhalve nog slechts zwijgen en stillekens naar mijn hutje stijgen om daar in de vreugde van stille hoop mij ter ruste te leggen; en de loop
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Doe jij dan maar naar jouw believen. Mijn tong zal je niet langer grieven. Morgen zal men dan wel merken wat in de nacht je kon bewerken!
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] En met deze woorden verliet Kuramech hen en ging snel naar zijn woning om te rusten, terwijl de drie anderen op de grond gingen liggen en met allerlei vragen de slaap verdreven.
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Ik ben door en door dor en leeg. Waar ik mijzelf ook maar beklopte, klonk het hol en leeg. En toen ik naar de hemel opkeek, zag ik dat deze van brons was en geen straal van ook maar de allergeringste hoop op een meer lichtend leven, doorliet.
Hoofdstuk 165: Abedam, de hoge, en de vijf zoekenden naar het licht. Niet onderzoeken, maar liefhebben voert tot leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Jared, kom hierheen en wees niet bang; want zie, jouw Emmanuël, jouw Abba, jouw Vader strekt hier Zijn armen naar je uit!
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Wanneer de geliefde het stille, lijdzame verlangen van de liefhebbende ziet, omdat hij vervuld is van deemoed en het nauwelijks waagt naar de geliefde op te zien, - waarlijk, die is het wiens liefde overeenkomt met de liefde van Diegene die hij bemint en die hem reeds beminde nog voor hij bestond!
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Aan jou, Mijn geliefde Jared, staat het vrij te kiezen of je hier bij Mij wilt blijven of dat Ik met jou naar je woonstee trek en bij jou verblijf!"
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Gods heiligheid is onaantastbaar; maar de liefde van de Vader daalt af naar de kinderen.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Seth, ga jij nu naar buiten waar de zon reeds is opgegaan, en laat een rijkelijk ochtendmaal bereiden; want zie, als de geest het zijne heeft ontvangen, dan moet hij ook goed zorgen voor het lichaam! Roep ook het reeds lang buiten zingende drietal naar binnen. Zij komen van middernacht en heten Jura, Bhusin en Ohorion. Ga en verzorg je zaken goed! Amen."
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Toen zij bij hem kwamen, zei hij tegen hen: "Luister, Iemand in de woning wil dat ook jullie naar binnen zullen gaan; want Hij heeft allang van veraf en ook reeds dichtbij de woning, nog voor ik naar buiten kwam, je loflied gehoord.
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Maar ga naar die je nog onbekende man toe, die ook Abedam heet; Hij zal je over alles een goede verklaring geven! Amen."
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En het drietal boog voor Adam en ging toen naar de hen nog onbekende man toe.
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  603 - 604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628  ...