Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 616 van 1490

...  604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629  ...
[14] Hierop gaf hij aan een van zijn dienaren een wenk, en deze opende de deur, waardoor onmiddellijk dertig tot de tanden gewapende soldaten naar binnen drongen.
Hoofdstuk 7: De Romeinse commandant en zijn soldaten verstoren de maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Toen deze zich in een bepaalde orde rond onze tafel opstelden, zei de commandant met een zeer heerszuchtige stem: 'Kijk, buitengewoon gevolmachtigde Jood, dat is mijn effectieve volmacht, die jullie net zo lang gevangen zal houden tot jullie aan mijn eis zullen voldoen! Ken je die volmacht?'
Hoofdstuk 7: De Romeinse commandant en zijn soldaten verstoren de maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Ik zei: 'Ja, Mijn trotse en tot nu toe nog zeer blinde Romein met je handlangers en soldaten, die volmacht ken Ik al sinds lange tijd; maar deze keer zal die je niet baten! Want omdat je Mij nu de volle scherpte van je tanden hebt getoond, zal Ik jou ook Mijn alomvattende volmacht tonen -maar slechts zoveel als een zonnestofje ervan; dan zal je daardoor helemaal duidelijk worden dat niet jij Mijn heer, maar alleen Ik voor altijd jouw Heer zal zijn en blijven!
Hoofdstuk 7: De Romeinse commandant en zijn soldaten verstoren de maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Kijk, de ruimte van deze zaal is hoog en wijd; het plafond is ruim zeven manslengten hoog, en hij is ongeveer twintig manslengten lang en twaalf breed! Nu wil Ik dat jullie door Mijn alomvattende volmacht samen met jullie scherpe wapens halverwege de hoogte van deze zaal vrij in de lucht zullen zweven, en dan zullen we zien wat jullie scherpe en leeuwachtige volmacht jullie zal baten; en totdat je helemaal zult afzien van je onrechtvaardige eis aan Ebal en Mij, zal je voet geen vaste grond raken. Het geschiede zoals Ik nu heb gezegd!'
Hoofdstuk 7: De Romeinse commandant en zijn soldaten verstoren de maaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Daarop schreeuwde de commandant vanuit de lucht naar Mij:'Ik smeek je, hoofd van alle magiërs of halve of hele god, bevrijd ons uit deze uiterst onverdraaglijke toestand, dan zal ik helemaal afzien van de uitgesproken straf; want ik zie nu maar al te duidelijk in, dat alle macht van zelfs het grootste rijk op aarde geen wedstrijd met jou kan aangaan! Bevrijd mij uit deze beklagenswaardige toestand, dan zal ik niet alleen de straf die ik jullie heb opgelegd helemaal kwijtschelden, maar me ook verder niet meer in het minst om jullie bekommeren en over deze kwestie zwijgen als een Egyptische piramide, en jullie kunnen in deze stad blijven zolang jullie willen en ik zal niemand van jullie dwingen deze plaats te verlaten!'
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Heer en Meester, U ziet dat deze dingen er zelfs bij het zuiverste menselijke verstand niet in kunnen! Slechts het meest duistere bijgeloof, dat nooit iets denkt en onderzoekt, zoals dat van de meest gewone en laagstaande Joden alsook de heidenen als zodanig, kan zulke ongerijmdheden aannemen; voor een denkend mens zijn ze echter schadelijk en ze ontnemen hem zijn geloof in een zuiver goddelijke openbaring, aan de onsterfelijkheid van de ziel na de dood van het lichaam en eveneens het geloof in een toekomstige opstanding van het vlees op die bepaalde jongste dag. - Wat moeten we daar nu van denken?'
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Op de manier zoals de Farizeeën het jullie leren, helemaal niets! Want het lichaam, dat voor een korte tijd de ziel als een naar buiten toe handelend instrument dient, zal noch in het dal van ]Josafat noch ergens anders op deze aarde op een bepaalde jongste dag opgewekt en weer met zijn ziel verenigd worden in de vorm waarin het de ziel hier voor een korte tijd heeft gediend.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Kom dan samen met je twee ondergeschikten aan deze tafel zitten; dan zullen we zien hoever jullie gebracht kunnen worden!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen deze bij ons waren, zei Ik tegen de commandant: 'Zeg nu eerlijk wat je van Mij wilt weten! Maar spreek niet over hetgeen Ik zojuist met vriend Ebal heb besproken; want jouw verstand vat dat niet!'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Toen ze weer vaste voet hadden gekregen, stuurde de commandant zijn soldaten direct weg en gaf ook de wachten, die buiten om de zaal heen stonden, het bevel om zich naar hun woonhutten en kampementen te begeven, wat ook onmiddellijk gebeurde. Zelf bleef hij echter met twee van zijn hoogste onderaanvoerders bij ons in de zaal, ging aan een kleine bijtafel zitten en liet zich brood en wijn geven, en nu zei hij tegen Ebal (de commandant): 'Dat kunnen jij en die almachtige ons voor de volledige kwijtschelding wel toestaan! Had je mij buiten iets gezegd over de macht van deze zeer uitzonderlijke mens, dan zou ik vast en zeker meer menselijke eisen aan je hebben gesteld! Maar wie had ook kunnen vermoeden dat zich onder deze mensen, die volgens jou je oude vrienden zijn, een aan de goden gelijke almachtige magiër bevindt?
Hoofdstuk 8: Een wonder van de Heer ontnuchtert de Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Er staat immers geschreven: een sterfelijk en vergankelijk lichaam wordt in de aarde gezaaid, en onsterfelijk en onvergankelijk zal het weer opstaan. Als je dat op je materiële lichaam betrekt, moet je natuurlijk wel helemaal het spoor bijster raken; maar als je het betrekt op de goede werken van de ziel, die haar ware lichaam zijn, dan kom je daardoor tot de waarheid. Want kijk, ieder goed werk dat een ziel met haar lichaam op deze aarde tegenover haar naasten heeft verricht, gaat net als alles op deze aarde voorbij en sterft reeds na de daad; want als je een hongerige hebt verzadigd, een dorstig mens gelaafd, een naakte gekleed en een gevangene bevrijd hebt, dan duurt die edele daad niet voort, maar hij duurt slechts de korte tijd van de handeling zelf! Daarna wordt hij dikwijls door jou vergeten evenals door degene aan wie je die daad hebt bewezen, en derhalve is hij ten grave gedragen en als sterfelijk en vergankelijk in het aardrijk van de vergetelheid gezaaid; maar op de ware jongste dag van de ziel, zoals Ik je die heb aangeduid, wordt die daad als eeuwigdurend door Mijn geest in de zielopgewekt, echter niet meer in de vorm van de vergankelijke aardse daad, maar in de vorm van de eeuwigdurende vrucht.
Hoofdstuk 9: Over de opstanding van het vlees - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik zei: 'De volle waarheid; maar omdat er in jou tot nu toe nog geen waarheid is, kun je deze voornaamste waarheid ook niet begrijpen. Maar luister, Ik zal je meer onthullen!
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Het eeuwige Woord heeft nu vanuit Zichzelf vlees aangenomen en is nu als een mens naar Zijn mensen in deze wereld gekomen, en de Zijnen herkennen het niet! En jij bent ook een mens en herkent het eeuwige Woord in Mij niet, omdat je blind van hart bent. - Heb je de profeten van de Joden dan niet gelezen?'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[21] Ik zei: 'De Mijnen zijn degenen die in Mij geloven, Mij liefhebben en Mijn geboden houden; de plaats is echter niet zoals de plaatsen op deze aarde zijn, maar het is het rijk Gods, dat nu door Mij onder de mensen en in de harten van de mensen gevestigd wordt.
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[22] Dit rijk van het ware, eeuwige leven bereikt men niet langs de brede heerwegen van deze wereld, maar alleen langs een zeer smal pad, en dat heet deemoed, geduld, zelfverloochening bij alle bekoringen die van deze wereld uitgaan, en volledige overgave aan de wil van de ene, enig ware God.'
Hoofdstuk 10: De filosofische vragen van de commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  604 - 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629  ...