15542 resultaten - Pagina 617 van 1037
... 605 - 606 - 607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 ...
[21] Het Kindje op Zijn beurt keek allervriendelijkst naar Zijn broers op, zegende hen en sprak: 'Lieve broers, willen jullie voor eeuwig gelukkig zijn, word dan als ik!' En wenen dat de broers nu deden; heel die avond aten ze niets!Hoofdstuk 64: Jozef spreekt over de liefde tot God en de liefde tot de wereld onder verwijzing naar David, Salomo en Cyrenius. Ontroering van Jozefs zonen en de zegen van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[5] Het Kindje slaapt al. Zetten jullie de wieg voorzichtig naast het bed van Zijn moeder en gaat dan naar jullie slaapkamer.
Hoofdstuk 65: Jozef maant om te gaan slapen. Maar het Kind je beveelt te waken vanwege een op komst zijnde storm. Jozef twijfelt, maar de orkaan barst toch los. Aankomst van Cyrenius, die met zijn gevolg vluchtte - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Kijk nu eens naar de heiden Cyrenius; wat die voor ons doet, dat doet hij niet om ons, maar om het Kindje. Want hij is er in zijn hart van overtuigd, dat zoals hij dat uitdrukt -een allerhoogst denkbaar goddelijk Wezen in nauwe relatie staat tot ons Kindje; daarom vreest hij Het en bemint hij Het tevens!
Hoofdstuk 64: Jozef spreekt over de liefde tot God en de liefde tot de wereld onder verwijzing naar David, Salomo en Cyrenius. Ontroering van Jozefs zonen en de zegen van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Als dat spektakel van de wereld daarbuiten jou meer waard is dan Ik, ga dan alsjeblieft maar naar buiten!
Hoofdstuk 63: Jacob als babyoppas aan de wieg van het Kindje. Zijn nieuwsgierigheid en de terechtwijzing door de Kleine Heiland. Jacob vermoedt Wie het Kindje feitelijk is - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Dit vermaan benam Jacob nu plotseling alle lust om naar buiten te gaan.
Hoofdstuk 63: Jacob als babyoppas aan de wieg van het Kindje. Zijn nieuwsgierigheid en de terechtwijzing door de Kleine Heiland. Jacob vermoedt Wie het Kindje feitelijk is - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Hij vatte het plan op om het Kind je - hoewel Het nog wakker was even in de steek te laten, om even buiten naar de verlichting te gaan kijken.
Hoofdstuk 63: Jacob als babyoppas aan de wieg van het Kindje. Zijn nieuwsgierigheid en de terechtwijzing door de Kleine Heiland. Jacob vermoedt Wie het Kindje feitelijk is - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Maria ging nu naar de keuken om een eenvoudige maaltijd te bereiden.
Hoofdstuk 63: Jacob als babyoppas aan de wieg van het Kindje. Zijn nieuwsgierigheid en de terechtwijzing door de Kleine Heiland. Jacob vermoedt Wie het Kindje feitelijk is - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] AI wiegende wenste Jozefs zoon dat het Kindje ditmaal wat vlugger zou inslapen, omdat hij graag met zijn broers naar de verlichting van een triomfboog wilde gaan kijken, die intussen niet al te ver van hun huis was opgericht.
Hoofdstuk 63: Jacob als babyoppas aan de wieg van het Kindje. Zijn nieuwsgierigheid en de terechtwijzing door de Kleine Heiland. Jacob vermoedt Wie het Kindje feitelijk is - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Jozef zegende nu zowel Maronius als Cyrenius. Vervolgens gingen die beiden met hun gevolg naar de stad, terwijl Jozef zijn huishouding ging regelen.
Hoofdstuk 62: Cyrenius en Jozef wedijveren om het welzijn van een mensenziel. Jozef over broederliefde en mensenliefde. Waarom wij mensen twee ogen, twee oren en maar één mond hebben - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Hiermee ging Jozef akkoord en dus ging hij met het gezelschap mee naar binnen.
Hoofdstuk 61: Maronius Pilla is verbijsterd; Jozef vraagt waarom. Heidense opvatting van Maronius. Verklaring van Jozef. Cyrenius maant tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Maar denk je te kunnen zwijgen en wil je het, luister dan naar me!'
Hoofdstuk 61: Maronius Pilla is verbijsterd; Jozef vraagt waarom. Heidense opvatting van Maronius. Verklaring van Jozef. Cyrenius maant tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Jozef, die direct Maronius' noodtoestand inzag, ging vlug naar hem toe en zei:
Hoofdstuk 61: Maronius Pilla is verbijsterd; Jozef vraagt waarom. Heidense opvatting van Maronius. Verklaring van Jozef. Cyrenius maant tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Maar nu strekte het Kindje Zijn armpje uit naar de zuil, die zeker duizend passen ver weg stond, en de zuil viel om en verpulverde tot stof!
Hoofdstuk 60: Cyrenius' woede over Herodes door het Kindje bekoeld. 'Wie heeft de langste arm,' vraagt het Kindje. Een vernietigingswonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Deze woorden vloeiden Cyrenius als balsem in het gewonde hart! Terstond ging hij met open armen op het Kindje af, nam Het zachtkens en liefdevol op zijn arm en droeg Het -begeleid door Jozef, Maria en Maronius Pilla -naar buiten.
Hoofdstuk 60: Cyrenius' woede over Herodes door het Kindje bekoeld. 'Wie heeft de langste arm,' vraagt het Kindje. Een vernietigingswonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] 'Cyrenius, o luister naar Mij, kom hier bij Mij en neem Me op je arm, en draag Mij dan naar buiten, dan zal Ik jou eens iets laten zien!'
Hoofdstuk 60: Cyrenius' woede over Herodes door het Kindje bekoeld. 'Wie heeft de langste arm,' vraagt het Kindje. Een vernietigingswonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus