Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 619 van 728

...  607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632  ...
[5] Natuurlijk is het denken hier in de geestenwereld een heel ander iets dan op de wereld. Op de wereld bestaat het denken uit ideeën en beelden, die ontleend zijn aan de dingen van de wereld en hun bewegingen en veranderingen. Hier echter bestaat het denken uit de vaardigheden van de geest die er vanuit God in gelegd zijn, als ze door daadwerkelijke liefde tot God en tot de naaste opgewekt en met het licht vanuit God verlicht worden.
Hoofdstuk 25: Het verschil in denken aan deze en gene zijde - Inleiding in de levende wetenschap van de analogieën - Martinus' dadendrang en inzichtsmoeheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Nee, nee, dat doe ik niet! Jezus was dan wel geen God, zoals de domme mensen van Hem hebben gemaakt, maar Hij was toch wel de meest wijze en de beste van alle mensen die ooit op aarde hebben gewoond. Hij was een volmaakte mens zonder zonden, in wie God zeker het hoogste welgevallen kon hebben. Ik was en ben echter de meest onvolmaakte mens vol zonden. Daarom kan ik Zijn kleed nooit aantrekken!
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O, niet in het minst, beste vrienden; ik ken wel de sekte van de zogenaamde broodbrekers - jullie zullen daar op aarde waarschijnlijk wel toe behoord hebben? Alleen doet dat er hier niet toe in de geestenwereld. Wie meent dat dergelijke menselijke, vrome herinneringen hem opmonteren, moet doen wat hem goed dunkt. Ik kan nu echter alles, wat ook maar enigszins op een ceremonie lijkt, heel gemakkelijk missen. Want ik heb op de wereld aan alle ceremonieel een allemachtige hekel gekregen!
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Daarom mogen jullie hier het brood breken, snijden of zagen, dat blijft mij hetzelfde; als er maar op tijd wat te eten is! Ik ben het er echter mee eens, dat de heer des huizes het brood aan zijn twee knechten moet uitdelen; men eet een gegeven stuk brood gemakkelijker, dan wanneer men het zelf heeft genomen!'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zie, deze kamer bestaat nu enkel uit je nu al vrijwillige werkzame liefde tot de naaste. Maar de schoonheid ervan is nog heel eenvoudig, omdat in jou het godslicht nog geen wortel heeft geschoten en diep in je leven geworteld is. Wanneer dat bij jou ook het geval is, dan zul je je daarvan ten volle bewust zijn en je over alles zelf volledig rekenschap kunnen geven. Maar daarvoor heb je het juiste godsbesef nodig, dat jou nog ontbreekt, maar dat je spoedig zult verkrijgen, naarmate je in de liefde steeds meer zult groeien. Nu echter gaan we aan tafel, waar al een passende versterking op ons wacht. Zo zij het!'
Hoofdstuk 25: Het verschil in denken aan deze en gene zijde - Inleiding in de levende wetenschap van de analogieën - Martinus' dadendrang en inzichtsmoeheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Petrus huilt bijna van vreugde; BISSCHOP MARTINUS glimlacht echter vriendelijk, omarmt Petrus en zegt: 'Wat ben je toch ook een zielsgoed mens! Het breken van het brood heeft je zeker herinnerd aan de zeer verheven hetzij echte, ofwel waarschijnlijk vroom verzonnen scène van de twee Emmaüsgangers. Ik moet ook eerlijk bekennen, dat deze mij zelf dikwijls tot tranen toe bewogen heeft.
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Want daaraan ligt ten eerste werkelijk een heel mooie betekenis ten grondslag. En ten tweede voelt men het verlangen en de wens, dat deze scène zich werkelijk had kunnen voordoen. De zwakke, kortzichtige mens hoort en droomt niets liever dan van wonderen, vooral wanneer zijn fantasie zich de allerhoogste Godheid als incognito persoonlijk meewerkend kan voorstellen bij de een of andere gelegenheid in het verleden. Bij een eigentijdse gebeurtenis zou dat echter veel ongeloofwaardiger overkomen.
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Zeg, lieve vriend, wat is dit een heerlijk brood! En de wijn - non plus ultra! Ik heb op aarde werkelijk nooit zoiets voortreffelijks geproefd. Is dit nu ook zo'n gedachtenwijn, dus van geheel geestelijke aard? Dat doet er echter ook niet toe! Hij mag groeien waar hij wil, als hij maar goed smaakt! God zij voor eeuwig geloofd en geprezen voor dit heerlijke maal! Nu kunnen wij er wel weer tegen tijdens het mogelijk nog komende zware werk!'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] IK zeg: 'Nu, Ik verheug Mij ook dat het jullie beide zo goed heeft gesmaakt. Het zij jullie gezegend! Nu gaan we echter snel naar onze armen om te zien, hoe het met hen gaat.'
Hoofdstuk 26: Martinus' bescheidenheid en deemoed - Het gezegende liefdemaal aan de tafel van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Wij begeven ons vlug naar de anderen. Als we bij de deur zijn, zeg IK tegen bisschop Martinus: 'Broeder, ga jij eerst naar binnen en kondig Mij en Petrus aan! Als ze dat wensen, zal Ik naar binnen gaan. Wensen ze Mij echter niet, wat je uit hun woorden gemakkelijk zult kunnen opmaken, kom dan gauw terug, zodat we met een ander werk kunnen beginnen.'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] BISSCHOP MARTINUS doet dadelijk wat Ik hem gezegd heb. Als hij bij de uit de vlammen geredde mensen komt, trekt hij een overdreven plechtig gezicht en zegt: 'Lieve vrienden, de heer en meester van dit huis wil jullie bezoeken, met jullie goedvinden. Is zijn bezoek echter deze keer bij jullie niet welkom, zeg het dan en jullie zullen daarvan verschoond blijven. Mijn mening als jullie vriend is echter, dat jullie allemaal zouden moeten wensen dat hij bij jullie kwam, omdat de heer en meester van dit huis een buitengewoon goed en zachtmoedig heer is. Maar jullie zijn vrij en kunnen doen wat jullie willen; zeg ons wat je wilt!'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] DE GERED DEN vragen echter aan bisschop Martinus: 'Weet je wel Wie deze Heer en Meester is?'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Vraag Hem daarom, jij gelukkige, of Hij ons onwaardigen wil sparen; echter niet onze, maar Zijn heilige wil geschiede!'
Hoofdstuk 27: Martinus' merkwaardige ervaringen bij het gezelschap, dat het eerst is opgenomen - Martinus wil onderrichten en wordt zelf onderricht - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik zeg je echter als zondaar: in de ware wijsheid kun jij nog niet eens tot tien tellen - en toch wil je over Gods innerlijke wijsheid oordelen? Zolang jij God alleen naar Diens omvang waardeert, zal Jezus jou zeker nog lang te klein en te onbeduidend voorkomen. Als je echter bedenkt, dat God niet alleen zonnen en planeten heeft gemaakt, maar ook de muggen, dan zal het je misschien duidelijk worden, dat God zich ook met de kleinste dingen even goed inlaat als met de grootste. En dat het Hem ook mogelijk is Zich als mens aan de mensen te tonen, ze te leren en ze op de goede weg te brengen. De zonnen zal Hij zeker ook als Zon van alle zonnen leiden!
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wij mensen begrijpen alleen maar een mens en dus ook God alleen in de mens Jezus. De zonnen echter begrijpen wij niet; daarom zouden zij zonder Jezus voor ons een vergeefse Godheid zijn!
Hoofdstuk 28: Martinus als blinde rationalist in de val - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  607 - 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632  ...