17481 resultaten - Pagina 620 van 1166
... 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 ...
[21] Petrus, die na zijn val door diep berouw gegrepen was, volgde weliswaar heimelijk de stoet die Mij door de straten van Jeruzalem van de ene heerser naar de andere bracht, maar bleef toch ver van alle broeders, omdat zijn ziel de behoefte voelde om alleen te zijn en nu pas volledige duidelijkheid verkreeg met betrekking tot Mijn werkzaamheid, waarbij vooral de oefeningen in Efraïm heel nuttig voor hem waren. Hij doorzag het wezen en het doel van Mijn aardse sterven en was ook doordrongen van de noodzaak ervan, alsook van Mijn opstanding, die Ik had voorzegd en waarop hij vast vertrouwde, overigens zonder daar een woord over te zeggen.Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Met betrekking tot Mijn laatste uren is het meest noodzakelijke al eerder gezegd, en wie het zich nogmaals voor de geest wil halen, leze 'Die sieben Worte am Kreuz', * (* Die sieben Worte Christi am Kreuz, ontvangen door Anthonie Grossheim. Uitgegeven door uitgeverij De Ster, Tilburg.- zie bijlage) dan zal hij voldoende ingelicht zijn over Mijn laatste uren.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[13] Als al dat soort dingen inderdaad gebeurd zouden zijn, terwijl Ik aan het kruis hing, zoals bericht wordt - de grote aardbeving, de verduistering van de zon, het verschijnen van geesten en veel andere dingen - dan zou Jeruzalem, gedwongen door die krachtige tekenen, nog diezelfde dag in zak en as boete hebben gedaan en Mijn opstanding niet vol twijfel hebben beschouwd, maar met vreugde en als teken van vergeving van alle zonden. Maar in de tijd dat Mijn lichaam stierf is er niets gebeurd, dat zo buitengewoon was dat het noodzakelijkerwijs in verband gebracht moest worden met Mijn dood. Het kan ook niet anders, omdat de vrijheid van de wil niet aangetast mag worden; en als dat voornaamste principe niet als onaantastbaar in acht genomen moest worden, zou het voor Mij in ieder geval al eerder mogelijk zijn geweest om door zulke wonderen dwang uit te oefenen. Alles wat er gebeurde, was van dien aard, dat het ook heel goed zonder Mijn lichamelijke dood had kunnen gebeuren - en daarom zullen we nu nauwkeuriger bekijken wat dat is geweest.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Tenslotte rende hij terug naar de Hoge Raad om het geld terug te geven, en daarbij zei dat hij onschuldig bloed had verraden en zichzelf hevig aanklaagde. Natuurlijk werd hij vol hoon afgewezen, met de opmerking dat hij maar moest zien hoe hij met zichzelf in het reine kwam. Vol vertwijfeling wierp hij het geld in de kist voor de aalmoezen van de tempel en rende naar buiten, zich nog altijd vastklampend aan de zwakke hoop dat Ik Mijzelf zou bevrijden, voordat het ergste zou gebeuren.Toen hij nu zag hoe Mijn lichaam op de grond gegooid en op het kruis gelegd werd, toen hij de hamerslagen hoorde die de spijkers door Mijn vlees in het hout dreven, schreeuwde hij het uit en rende onmiddellijk weg. Zonder een blik achterom te werpen rende hij naar een eenzaam gebied, waar hij zich met het koord van zijn kleed aan een vijgenboom ophing.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] Dat was ook de reden waarom de tempel helemaal geen stappen ondernam tegen Mijn leerlingen en naaste verwanten, ook niet tegen Nicodemus, Jozef van Arimathea en Lazarus, die allen naar Mijn kruis kwamen en in Mijn laatste levensuur aanwezig waren. De Mijnen hadden het voornamelijk aan het aanzien van Nicodemus als lid van de Hoge Raad te danken, dat zij toestemming kregen heel dicht in de buurt te blijven, terwijl de plaats anders door soldaten werd afgezet en er niemand werd toegelaten. Op zijn voorspraak werd er een uitzondering gemaakt. Mijn allernaaste leerlingen echter, behalve Johannes, waren niet aanwezig, zoals Ik vroeger al dikwijls had voorzegd. De herder was geslagen, derhalve raakten de schapen verstrooid. Na Mijn gevangenneming waren ze deels naar Lazarus gevlucht, en deels werden ze door vrienden verborgen gehouden.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[23] Toen Mijn ziel zich van Mijn lichaam scheidde, ontstond er inderdaad een aardbeving; maar dat was wederom een verschijnsel dat niet al te zeer opviel, omdat in die streek in Mijn tijd de onderaardse krachten van het Jordaandal zich nog veel vaker deden gelden dan nu, vandaar dat aardschokken niet zo zeldzaam waren. Dat dit verschijnsel werkelijk met Mijn dood samenhing, kwam bij de verstokte Joden natuurlijk niet op.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[24] Ook is het juist dat het voorhangsel in de tempel scheurde, als een uiterlijk teken dat er nu geen belemmering meer was om de allerheiligste ruimte van het hart van de Vader te bereiken, ja, dat iedereen daar kon komen om daar het eeuwige leven te ontvangen; maar ook dat verschijnsel, hoe verbazingwekkend ook, baarde verder geen opzien. De dienstdoende priesters hingen het voorhangsel weer op, en daarmee was de zaak afgedaan.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[27] Toen Mijn lichaam gestorven was en de grote groep vijanden haar wraak volledig had gekoeld, verspreidde het volk zich ook al gauw, omdat een innerlijke huivering -de innerlijke, reeds vermelde duisternis - iedereen ertoe bracht bescherming in zijn eigen huis te zoeken, waar de Joden zich volgens hun voorschriften nu moesten voorbereiden op de sabbat, die met zonsondergang begon.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[28] Mijn aanhangers kwamen nu steeds dichterbij de plaats van terechtstelling, zodat de kring van degenen die Mij na stonden behoorlijk groter werd. Jozef van Arimathea was al eerder naar Pilatus gegaan en had hem om Mijn lichaam gevraagd -een gunst die niet altijd werd verleend.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[30] Mijn vrienden namen het lichaam direct van het kruis af, reinigden en zalfden het en droegen het met veel zorg naar een rotsgraf, dat eigendom was van Jozef van Arimathea, op een stuk grond dat hij van Nicodemus had gekocht om daar mettertijd zijn eigen laatste rustplaats te vinden.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[33] Maar die waren op hun beurt weer bang dat Mijn aanhangers het lijk wilden ontvoeren en dan wellicht beweren dat Ik was opgestaan; want ze hoorden en wisten heel goed dat de woorden over Mijn voorspelde dood en ook van Mijn opstanding onder het volk de ronde deden. Daarom vroegen ze Pilatus om bewakers, die hun dat ook toestond, al was het alleen maar uit nieuwsgierigheid of er misschien iets wonderbaarlijks zou gebeuren, zoals alom door de vrienden verwacht en door vijanden gevreesd werd. Er werden dus bewakers aangesteld, Romeinse soldaten, die vijf dagen lang bij het graf op wacht moesten staan.
Hoofdstuk 74: Kruisiging, dood en begrafenis van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Maar wat is er nu gebeurd, terwijl het lichaam in het graf lag, en wat was de eigenlijke, dwingende reden voor Mijn sterven? - Hierover zal nu een korte, maar duidelijke verklaring volgen. Luister dus:
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] De oude Indische religies zijn de oudste die jullie kennen; want de oude Egyptische religie in haar echte leer was de oudste, en de kennis daarvan is verloren gegaan. Al die leraren waren zulke sterke zielen, die voor zichzelf door het bladerdak heen braken, de weg toonden, ook het ware en echte hebben beschreven en uitgesproken, maar die toch niet anders konden schrijven dan voor hun tijd, waardoor er nu veel vervallen is geraakt, wat in zijn samenhang van de dingen gemakkelijk te begrijpen is. Daarover nu het volgende:
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Voor iemand die deze onthullingen heeft begrepen, zou het alleen maar verwonderlijk zijn als het niet zo was; want als deze oude religies voorlopers zijn van de leer van de Mensenzoon en Godszoon, dan moeten ze ook de grondtrekken daarvan bevatten; ze kunnen geen dingen bevatten die ervan verschillen. Dat het leven van de afzonderlijke leraren, die opstonden, ook overeenkomsten vertoont met dat van Mij, berust op dezelfde grondslag.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[10] Na de val van Lucifer, toen de materiële wereld zich manifesteerde, was weliswaar de geestelijke zon geschapen als zetel van de Godheid; maar ondanks alles was die niet als een op zichzelf staande concentratie op te vatten. Het licht was in de geestelijke wereld overal, en die geestelijke zon is voor de lichamelijke mens, zolang zijn ziel aan dat lichaam gebonden was, vóór Mijn aardse leven niet zichtbaar geworden. Het zichtbaar worden daarvan was een bekroning van het geloof van de geestelijke wezens; want pas voor hen was die zon zichtbaar -maar nu ook voor de mens die in Mij gelooft, zodra zijn geestelijke oog geopend is, omdat de mens Jezus op ieder moment Zijn hele rijk kan onthullen aan allen die in Hem geloven.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)