10915 resultaten - Pagina 620 van 728
... 608 - 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 ...
[6] Waarom heb je ze op de wereld dan zó onderwezen, dat wat zij als jouw leerlingen beweren, je nu als onzin voorkomt? Praten zij onzin - vraag: 'Wiens onzin is dat?' Spreken zij echter wijs - vraag: 'Wat blijft er dan voor roem over voor hun vroegere leraar, als hij nu zijn eigen leer in zijn leerlingen wil bestrijden en ook inderdaad bestrijdt?' Ik denk dat bij deze gelegenheid ook voor hem de onzin duidelijk zou moeten worden!Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik heb ooit gezegd, dat de kinderen van de wereld verstandiger zijn dan die van het licht. Als jij je zelf echter als een zoon van het licht beschouwt gelijk een heerser van China, ga dan naar je leerlingen die zuivere wereldkinderen zijn en leer van hen in ieder geval je verstand te gebruiken, als jou hun wijsheid niet bevalt!'
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] IK zeg: 'Wat staat er in het evangelie geschreven? Zie, daar staat: Ik en de Vader zijn één; wie Mij ziet, ziet ook de Vader! Als je gelóóft, waarom vraag je dan verder als je Mij ziet? Geloof je echter niet, waarom vraag je dan? Blijf, zoals je bent en Ik ook, zoals Ik ben en Ik denk dat wij elkaar toch niet in de haren zullen vliegen?
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Daarbinnen zijn echter jouw leerlingen. Ga naar hun toe en leer van hen Mijn leer opnieuw. Kom dan terug, opdat Ik ze je daarna uitleg!
Hoofdstuk 29: De Heer laat de blinde Martinus zien, dat Hij Jezus is - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Deze gebergten bevinden zich enerzijds heel dicht bij de grootste oceaan ter wereld en hebben daarom in hun onderaardse fundamenten een enorme watermassa, die voortdurend opstijgt door de talloze poriën en door de vele tamelijk grote aderen en kanalen. Anderzijds echter heeft vooral Zuid-Amerika als een erg jong land, dat zich nauwelijks sinds enkele duizenden jaren boven de zeespiegel verheft, buitengewoon grote, slechts weinig boven de zeespiegel liggende vlakten en gebieden met een meestal zeer los zand.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Waar echter uitgestrekte gebergten veel water naar de oppervlakte brengen en dit in de zeer grote, uitgestrekte vlakten samenstroomt en zich daar zonder weerstand kan verspreiden en maar heel langzaam naar de zee stroomt, daar moet zich dientengevolge ook de grootste en breedste rivier bevinden. Zonder dat zich daarin meer van de Godheid hoeft te bevinden dan in een regendruppel! Zeg me, ben je met dit antwoord tevreden?'
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] DE WIJZE MAN zegt: 'Omdat de mensen dat er van gemaakt hebben volgens hun eigen ijdele goeddunken. En dat deden ze, omdat deze mineralen zeldzamer zijn dan andere. Zouden diamanten echter even vaak voorkomen als kiezel, en goud als ijzer - dan zal men in de straten diamanten als grind gebruiken en de wagenwielen met goud beslaan.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Waarom echter juist deze twee mineralen zeldzamer zijn dan andere, dat zal de Heer het beste weten. Waarschijnlijk omdat er voor de menselijke geest een te groot gif gehalte uit de hel bijgemengd is, waaruit men hoogstwaarschijnlijk kan opmaken, dat zich in deze voor de wereldmensen edelste mineralen niet bepaald een grote portie van de Godheid zal bevinden. Ben je ook met dit antwoord tevreden?'
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Zie, op de aarde evenals op elke planeet, zijn er in elk soort van dingen, wezens en ook van mensen zekere hoogtepunten, zo uniek in hun soort, dat ze nooit kunnen worden overtroffen. Zo is er zeker een grootste zon, een grootste planeet, op de planeet zelf weer de meest voortreffelijke zaken die in hun soort niet te overtreffen zijn. Kan een wijze echter daarom van zulke voortreffelijkheden beweren, dat ze daarom godheden zouden zijn, omdat ze in hun soort alles in een weergaloos hoogste graad overtreffen? Dat deden wel de heidenen, die al het volgens hun inzicht het meest volmaakte verafgoodden, maar op deze manier tenslotte in de meest schandelijke veelgoderij vervielen.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] De heidenen hebben deze eminente figuren allen zonder uitzondering verafgood, wat geen mens kan ontkennen. Als nu de bewoners van een planeet dat reeds deden met de buitengewone voortreffelijkheden uit alle rijken van de natuur, dan is het toch geen wonder, dat diezelfde mensen de meest wijze leraar en de grootste magiër tot de eerste godheid verhieven, altaren voor hem oprichtten en hem tot op de dag van vandaag nog aanbidden; een deel uit echte, weliswaar totaal verblinde vroomheid, het grootste deel echter om politieke redenen, namelijk om de blindheid van de anderen in stand te houden.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Omdat echter de mensen dat alleen met hun meest wijze medemens deden, rijst de vraag: Is dat wel voldoende reden voor zijn absolute vergoddelijking?! Of hebben wij ooit hogere wezens gezien of gesproken, die naar de aarde zijn gekomen en de goddelijkheid van Jezus geheel en al hebben aangetoond en bevestigd?
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Er worden wel wonderlijke dingen verteld over zijn geboorte, ook hoe er toen hogere geesten zichtbaar naar de aarde zijn afgedaald en hoe deze de mensheid over zijn goddelijkheid zouden hebben onderricht. Ik vraag me echter met hetzelfde recht af: Hebben ook wij daarvan ooit iets gezien? Ik in ieder geval niet! Jij misschien?
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Ja, in een saaie en zelfzuchtige monniken - of nonnendroom zijn er wel eens dergelijke leugens bij elkaar gefantaseerd. Als we echter naar de waarheid vragen, dan komt er niets als mens en nog eens mens te voorschijn, waarbij ieder steeds meer wil weten dan zijn naaste, maar ieder bij zichzelf moet zeggen: 'Heer, ik ben blind; alles wat ik weet is alleen maar een aangeleerd, blind geloof en anders niet!'
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Dus mijn beste vriend, ik onderzoek nu alles goed voor ik het aanneem, en ik ben ook wel te overtuigen. Maar jouw bewijzen zijn voor mij echt niet genoeg. Een mens kan wel heel erg streven naar godsbesef; maar geen mens, doch alleen God Zelf kan dit streven bevredigen. Ik denk echter dat wij, voor wij deze bevrediging zullen krijgen, nog geweldig veel in al Zijn scheppingsruimten moeten meemaken, alvorens wij voor een echte goddelijke openbaring gereed zullen zijn.
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Alles echter, wat we tot nu toe zijn tegengekomen, is alleen maar een eerste elementaire school voor het toekomstige, grote, heilige onderricht. - Kun je mij echter op mijn heldere argumenten iets beters, waarachtigers en zuiverders, dus zodoende meer goddelijks antwoorden, dan ben ik in alle geduld bereid, je met een oplettend hart aan te horen.'
Hoofdstuk 31: Kritische vragen van Martinus en de antwoorden van de wijze man - Jakob Lorber - Bisschop Martinus