Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 63 van 1166

...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...
[36] (Want alles wat Ik jullie hier geef, is voor Mijn kinderen waar en getrouw; want Ik geef het niet aan de wereld, maar aan Mijn zwakke kinderen. Daarom moeten zij Mijn liefde en wijsheid en Mijn woorden en Mijn genade niet met de maatstaf van de wereld meten. Want Ik wil niet schitteren voor de wereld, maar slechts door jullie geliefd zijn. Want Ik heb genoeg zonnen om voor de ogen van de wereld iets te laten schitteren. Maar als jullie met je wereldse geleerdheid aanmerkingen hebben op Mijn geschrift wat denken jullie dat Ik dan eens met je wereldse onzin zal doen? - Leer het daarom van Mij; pas als jullie door Mij onderwezen zijn, zullen jullie zien en erkennen wiens voorschriften hoger staan, - de Mijne of die van de wereld. Want de wereld heeft het woord in de zin, Ik echter heb de zin in het woord, - daarom dwaalt degene die niet naar Mij op zoek is, op een ontzettende manier!)
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En jij, Henoch, die nu mijn woorden wel goed begrepen zult hebben, zeg mij eens, is het niet zo, of kan of moet of mag het anders zijn? Jouw hart is sterk en jouw verstand stelt het mijne ver in de schaduw; daarom spreek en leer ons de juiste weg van de Heer en toon ons allen Zijn onbegrijpelijke stappen en leer ons hoe de rechtvaardige, meest heilige naam van de Heer naar behoren te loven en te prijzen, zoals het zich betaamt voor ons kinderen van Zijn eeuwige liefde en daardoor kinderen van onze oude vader! Amen."
Hoofdstuk 41: De benoeming van Henoch tot prediker - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Dat moet hun morgen aangekondigd worden, ook aan diegenen die hun vrouwen uit de lagere gebieden gehaald hebben. Zij moeten zich reinigen om deze heilige plaats te betreden, waarboven de eeuwige Geest van alle liefde en wijsheid in alle waarheid, macht en kracht heeft gezweefd, en moeten zelf uit de mond van Henoch een nieuwe leer uit God vernemen. Die zal hun harten goed doen, zoals het ons hart goed deed, toen het met zulke oneindige verwachtingen uit de onmetelijke liefde van God aangevuld werd. Nu lieve Seth, heb ik je wat mij betreft voor vandaag en morgen met alles bekend gemaakt; al het overige zal je hart je openbaren, - en zo moge Gods genade alsmede mijn zegen je begeleiden! Amen."
Hoofdstuk 48: Over de goddelijke zegen op aarde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O vader der vaderen, zie, het is geen geringe zaak die mij noopt mij tot jou te wenden en je om de zegen over mijn legerstede te verzoeken! Want er is niets in de wereld, dat niet uit het leven zou zijn en weer terugvoerend naar het leven ons de weg van het heil toont door het oneindige erbarmen van de eeuwige liefde en de onmetelijke genade. Maar de mensen moeten niet verzuimen om alles wat uit de liefde van God komt, vooraf te zegenen: de droomgezichten, de nacht, de legerstede, de rust en alles in haar en met haar. Dan zullen de droombeelden van de slaap aan de reine mens getrouw de werken van de liefde in de geest tonen en het zal voor hem gemakkelijk worden zichzelf te doorgronden; maar diegene die geen acht op de droomgezichten slaat en de zegen van zijn legerstede en daardoor de rust niet eerbiedigt, die lijkt op een blinde en dove en de liefde en het leven zullen zwijgend aan hem voorbij trekken.
Hoofdstuk 48: Over de goddelijke zegen op aarde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] "O lieve Henoch, zie, hetgeen mijn hart reeds lang geweldig naar verlangde, is door de goede en rechtvaardige ordening van mijn en jouw vader nu bewerkstelligd! O, ik verheug me mateloos de heilige wil in deze zaak te vernemen! Want het is waar, dikwijls doen wij iets wat ons goeddunkt; maar of het wel goed en terecht is omdat het ons als zodanig voorkomt, dat is een geheel andere vraag!
Hoofdstuk 59: Over de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Ten eerste wil ik door jou de hoogst verschuldigde dank betuigen aan de heilige Gever van een dergelijke grote genade. Want jij bent de Heer het meest nabij en je hebt Zijn levende woord; daarom is het wel het meest gevoeglijk dat jij de gebrekkigheid van onze zwakke dank voor zo'n grote weldaad tegenover de Heer aanvult. Daar ik de wijsheid gekregen heb van de Heer, deed ik wat deze mij leerde en kon ook niet meer doen omdat mijn wijsheid hetgeen ik deed, toereikend vond. Maar wat jij ons leerde toen je sprak over het leven, is meer dan alle wijsheid van alle mensen samen; het is de wortel van al het leven en de eeuwige grond van alle wijsheid, - ja, het is God, die jij hier verkondigt! En zie, mijn wijsheid reikt niet zover om Hem de juiste dank te betuigen; doe jij in mijn plaats wat gepast is! Het andere echter waarom ik jou wilde spreken, is, dat jij me zou willen toestaan bij jou in de leer te gaan, opdat jij mij de weg zou kunnen leren die je zelf bent gegaan en waarbij je zo diepgaand het leven uit God ten deel gevallen is.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] O heilige Vader, Gij vol van liefde en erbarmen, toon mijn onvoorwaardelijke gehoorzaamheid ten opzichte van Uw heilige wil de oorzaak daarvan aan en hoe de zaak bij Seth weer volledig goedgemaakt zou kunnen worden! Ik, Uw arme, zwakke Henoch, beloof U in mijn U boven alles liefhebbende hart plechtig, dat zelfs niet één haar op mijn hoofd zich zal bewegen zonder Uw heilige wil! Amen."
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Kenan: "Laten wij de zaak laten rusten! Indien het hier werkelijk tot een overnachting komt, zal daardoor de aarde niet wormstekig en de vaste grond niet tot water worden. De Heer weet het beste waarom Hij voor onze bezige tongen een kleine rustdag heeft ingelast! Ik zeg altijd maar: het is beter te handelen dan steeds te praten en te leren. Ik luister weliswaar zeer graag naar mooie toespraken en lessen, - maar eerlijk waar: op deze reis gebeurt er teveel van het goede; men kan het niet meer verwerken en Asmahaëls woord is als een steen in mijn maag, luister, die zal nog enige rust nodig hebben om te verteren! Laten wij het daarom laten zoals het is en zwijgen! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Wees daarom onbezorgd en volg Mijn ondoorgrondelijke raad, dan zul je het juiste doen: want jullie woord zal uit Mij zijn en je leer, die tot Mij is gericht, zal een leer zijn voor jullie en jullie kinderen, en jullie vaderen zullen daar vreugde aan beleven en het uitjubelen.
Hoofdstuk 92: Het getuigenis van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wie zou kunnen tellen wat mij allemaal in mijn met gering resultaat doorleefde lange nacht opgevallen is, over hoe veel ik heb nagedacht en dikwijls ook vruchteloos geweend, hoe vaak ik tot mijn God en jullie God gebeden en gezucht heb?! Jullie gaf ik licht; maar ik bleef zelf voortdurend in het bedrieglijke schijnsel van de niet uit te bannen nacht in mijn eigen hart begraven. Ik was niet in staat steeds in het licht te blijven. De woorden van Henoch en alle anderen over de goede en ware neigingen waren gelijk de nachtelijke bliksem, wiens felle licht wel voor een ogenblik de vlakten van de aarde verlicht, maar meteen daarop de verbaasde blik van de zoeker met de dikste, ondoordringbare duisternis straft. En waarlijk, lieve kinderen, mij verging het na iedere toespraak geen haar beter! Want ik begreep net datgene wat er gezegd werd; maar als ik daarvan uitgaande het van voren naar achteren en van achteren naar voren begon te overdenken en te onderzoeken, dan bleek de zwakke schemering niet meer toereikend te zijn en werd voor mij de verre boom slechts datgene wat mijn verbeelding er uit op wilde maken, - maar tot een blijvende waarheid kwam het voor mij niet! En het licht van de nachtelijke bliksem was al niet beter. Ik geloofde dikwijls de zaak te moeten aanpakken; maar eer ik mijzelf kon herstellen, vanwege het plotselinge, sterke licht, moest ik weldra weer inzien dat niet alleen het voorwerp waarnaar mijn hand wilde grijpen, maar ook de vruchteloos uitgestrekte hand van mijn gezichtsvermogen in de meest ondoordringbare nacht verdwenen was.
Hoofdstuk 97: Adams bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Abedam dankte Henoch met een zeer ontroerd hart en zei: "Henoch, ik dank je! Ik ben volkomen tevreden; want wat ik wilde weten, heb je me nu voldoende meegedeeld; want meer te weten dan alleen waar de schat ligt en waar en hoe die te vinden is, zou slechts een begeerte der luiheid zijn. Het zoeken is immers zaak van het eigen leven. Daarom bedank ik je; want je hebt nu mijn hart zo verkwikt als nooit tevoren! Daarom aan jou nog een keer mijn hartelijkste dank daarvoor en God dank ik heel mijn leven lang! Amen."
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Ik verzoek je mij, als het je mogelijk is, een beetje te helpen in mijn onkunde in deze mij zo bijzonder wonderbaarlijk schijnende zaak; doch alleen als je dat graag wilt, vader Kenan. Amen."
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Je roept om erbarmen. Maar wat kan Ik dan nog meer doen, dan dat Ik als Mens en Vader bij jullie kom en je uit Mijn eigen mond de ware liefde en de ware wijsheid leer en je voor je toekomstige volkomen vervolmaking met eigen hand leid over de onder je voeten gelegde aarde, die je als beproeving is gegeven?! Ben Ik dan niet Zelf het grootste erbarmen, de grootste liefde en het meest onfeilbare middel?!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O Seth, zie, opende ik ooit mijn mond, dan was jij de eerste die vol vreugde ieder woord van mij in je opnam als verwarmende zonnestralen in de winter en ook ieder woord heel goed in je hart vasthield en dan meteen ook je leven daarnaar inrichtte; maar nu, waar de Heer Zelf te midden van ons vertoeft en ons Zijn woord leert en met zo' n liefde spreekt, dat de hardste stenen daardoor in olie zouden kunnen veranderen en ieder grassprietje, iedere struik en iedere boom siddert van de grootste verrukking en zaligheid voor Hem die in ons midden wandelt en ons zulke verheven dingen leert, zie, nu ben je zo stil alsof de hele zaak je helemaal niets aanging, maar vol nieuwsgierigheid sta je slechts de steeds nieuwe en grotere wonderen aan te gapen om je daarmee te vermaken! Maar dat je de Heer in je hart een zuiver liefdesoffer brengen zou, zie, daarvoor ben je te traag geworden; maar daarmee kan de Heer je niet prijzen. Sta daarom op en bereid je hart voor en rep je dan naar de Heer, opdat Hij je weer aan zal nemen, zoals Hij Adam, Lamech, Abedam, Jura, Bhusin en Ohorion en zeer vele anderen aangenomen heeft en - Hem zij eeuwig dank daarvoor! - tenslotte ook mij!
Hoofdstuk 141: Henoch wekt de vaderen op tot liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En Abedam, de vreemdeling, antwoordde hem: "Zie, Mijn geliefde Abedam, als wij de zaak in het juiste licht bezien, zeg me eens, waartoe kunnen voor jou de drie opgeloste vragen nu nog dienen?!
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...