2758 resultaten - Pagina 63 van 184
... 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 ...
[12] Die bestaat daaruit, dat de volmaakte mens, goed wetend dat hij nu als een machtig heer van de hele natuur zonder zonde kan doen wat hij maar wil, toch zijn wilskracht en macht deemoedig en zachtmoedig in toom houdt, en bij alles wat hij doet en laat uit pure liefde tot God wacht tot hij rechtstreeks van God daarvoor een opdracht krijgt, -wat juist voor de volmaakte heer van de natuur ook nog een heel moeilijke opgave is, omdat hij in zijn volkomen wijsheid altijd beseft dat hij volgens de in hem zelf wonende wil uit God alleen maar juist kan handelen.Hoofdstuk 155: De drie graden van innerlijke levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Nu heb Ik jullie alles gezegd wat jullie te doen staat, en je kunt je nooit verontschuldigen met te zeggen dat je het niet wist. Vanaf nu komt het op jullie wil en jullie wijsheid aan.'
Hoofdstuk 157: Waaruit werkelijk berouw en boetedoening bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Een Farizeeër zei: 'Heer en meester, wij mogen bij de verdeling van onze schatten onder de armen dus wel, zoals u zegt, de juiste wijsheid en voorzichtigheid gebruiken?'
Hoofdstuk 158: Over de juiste wijsheid en voorzichtigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Zo is God ook, persoonlijk als wezen in persoon slechts Eén, nu hier in de persoon van de Heer volkomen aanwezig, en bevindt Zich verder nergens in de hele oneindigheid. Maar Hij is door Zijn wil en door Zijn kristalheldere gedachten toch in de hele oneindigheid volledig werkzaam vertegenwoordigd. Als dat niet zo was, was er geen aarde, geen maan, geen zon en waren er geen sterren en dus ook geen andere schepselen daarop en daarin. Want alle hemellichamen en hun schepselen zijn van de alfa tot de omega Zijn door Zijn wil vast en onveranderlijk vastgehouden gedachten en ideeën, die hij in de mens tot zelfstandige wezens omvormt, en wel zo, dat zij in alles volledig aan Hem gelijk zullen zijn, -wat natuurlijk een werk van Zijn liefde en Zijn eeuwige wijsheid is. Nu heb ik jullie verteld hoe de zaken staan, en gaan we hier weg!'
Hoofdstuk 164: Een snelheidswonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Wanneer jullie het volk zo in Mijn naam onderwezen hebben, zal Ik een apostel naar jullie sturen, die zal dan de gelovigen in Mijn naam de handen opleggen en hen zo dopen in Mijn liefde, Mijn wijsheid en Mijn kracht; zij zullen daardoor de heilige geest uit God ontvangen en daardoor de volledige wedergeboorte van hun geest in hun ziel bereiken, en daardoor en daarmee ook het eeuwige leven en de kracht daarvan.
Hoofdstuk 165: De Heer zendt de slavenhandelaren naar hun eigen land terug - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Ik zei: 'Je had volkomen gelijk om Mij dat te vragen; want kijk, Ik heb je de eerste raad alleen maar gegeven om je gelegenheid te bieden jezelf te testen, hoe sterk je geloof en je vertrouwen in Mijn liefde, wijsheid, kracht en macht zijn!
Hoofdstuk 168: Raadgevingen van de Heer voor de terugreis van Agricola Geloof en vertrouwen versterken door oefening Rijp zijn voor het ontvangen van genadegaven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Toen de koning deze uitspraak van de Oudsten van zijn volk hoorde, prees hij hen om hun wijsheid, en zag hoe zijn volk steeds actiever en daardoor ook steeds welgestelder en gelukkiger werd. En toen het volk van de Oudsten hoorde, dat de wijze koning hun alleen maar zulke zware belastingen had opgelegd om het actiever en gelukkiger te maken, prees het de wijsheid van de koning en betaalde hem vrijwillig nog meer dan het moest betalen.
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Wanneer bij de mensen een volledig gebrek aan het levende water uit de hemelen is ingetreden en alle vlees zich met zijn ziel in de dikste duisternis bevindt, wie zal dan bij de mensen als een waar en rechtvaardig rechter optreden? Wie zal de gave van de profetie hebben? En mocht iemand die nog voor zichzelf bezitten, wie zal hem dan zonder innerlijk begrip geloven dat het zo is?! Wie zal voor de geestelijk blinden en - doven kunnen profeteren? En wie zal door de duistere mensheid vanwege zijn uitmuntende wijsheid tot een waar Oudste verkozen worden om hem tot haar herder te maken? Begrijp dit nu goed!
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Dat de mensen zich echter door het wegnemen van het geestelijke brood en water werkelijk in de grootste ellende zullen bevinden, en wat hun daardoor nog allemaal ontnomen is, legt de profeet nog verder uit in het derde vers, waar hij uitdrukkelijk zegt: 'De mensen zullen daardoor de raadslieden of raadgevers en wijze werklieden in alle takken van menselijke behoeften moeten missen, dus ook verstandige sprekers, die anders met hun wijsheid heel veel goeds tot stand zouden hebben gebracht.
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Daarom heb Ik jullie ook al veel uitgelegd, en jullie begrijpen nu al heel wat. Maar het belangrijkste is en blijft het voortdurend streven naar de volledige wedergeboorte van de geest in de ziel; want alleen daardoor wordt de mens pas in alle waarheid en wijsheid ingewijd en heeft hij een volkomen en samenhangend inzicht in alles, van het aardse tot het puur geestelijk hemelse. Door dit licht heeft hij dan ook het eeuwige leven, wat eindeloos meer is dan de wetenschap van alle dingen in de natuur.
Hoofdstuk 183: De oorzaak van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] En zo zal het dan ook in die tijden geschieden. Alles wat hoog zal zijn zal verlaagd worden. De toppen der bergen zullen tot een vlak en vruchtbaar land moeten worden. Dan zal men niet vragen: 'Wie is koning over dit land?' maar 'Wie is de eerste en grootste weldoener van dit gelukkige volk? Laten we naar hem toegaan, opdat ook wij zijn wijsheid volgens Gods orde leren kennen! ,
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Onder het wegnemen van de broodvoorraad moetje het wegnemen van de liefde en erbarming verstaan, en onder het wegnemen van de watervoorraad het wegnemen van de ware wijsheid uit God, en het gevolg daarvan zal zijn dat zij allen op een dwaalspoor geraken en hun ziel zich in duisternis bevindt en dat niemand een ander raad zal kunnen geven; en ook al zou iemand een ander raad geven, dan zal degene die raad en licht nodig had hem toch niet vertrouwen en zeggen: 'Wat praat je met mij over het licht, terwijl je je in dezelfde duisternis bevindt als ik!' Dat de mensen dan door hun eigen schuld tengevolge van hun traagheid volledig hulpeloos zullen zijn, beschrijft de profeet nauwkeurig met de volgende woorden:
Hoofdstuk 175: Uitleg van het derde hoofdstuk van Jesaja De situatie in een geordende gemeente - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Luister! Hij zegt: 'Dan zal de ene broeder de andere uit zijn broeders huis grijpen en zeggen: 'jij hebt kleren (kennis en ervaring), wees onze vorst en help bij dit verval!' (Jesaja, 3, vers 6) Maar hij zal dan zeggen en zweren: 'Luister, ik ben geen arts, en er is noch brood (het goede van het geloof) noch kleding (waarachtig geloof) in mijn huis! Maak mij daarom geen vorst van het volk!' (vs 7) Want Jeruzalem is rijp en valt, en Juda (de latere tijd) is eveneens gevallen; want hun taal en hun daden zijn tegen de Heer doordat zij de ogen van Zijn majesteit (het licht van Zijn wijsheid) weerstreven. (vs 8) Dat is voor iedereen zichtbaar en bekend. Hun wezen is niet verborgen; want zij beroemen zich op hun zonde zoals in Sodom en Gomorra, en zij zijn brutaal en verbergen zich zelfs niet. Wee hun ziel; want daarmee storten zij zichzelf helemaal in het ongeluk! (vs 9)
Hoofdstuk 176: Het ineenstorten van verkeerde geloofssystemen uitgelegd uit Jesaja 3, 6 27 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daarop ging Ik met Mijn leerlingen en met Rafaël, Lazarus en Nikodemus helemaal onderaan zitten, en Agricola zei: 'O Heer en Meester, nu zie ik maar al te goed in, waar voor ieder mens de werkelijke eerste plaats is! Bij ieder waarachtig mens is de eerste rang verborgen in de diepte van zijn ware deemoed! ook wij Romeinen hebben daarvoor een oud en goed spreekwoord -het luidt: Laus propria sordet ( eigen roem stinkt) -, en ik ontdekte nu door Uw woorden dat dat zo is, en het doet me deugd dat wij Romeinen, zonder openbaring, toch door denken en ondervinding een waarheid ontdekt hebben die nu in het licht van Uw wijsheid veel beter blijkt te zijn dan al die nieuwe instellingen in jullie tempel, die de meest wijze van alle koningen der aarde gebouwd heeft!'
Hoofdstuk 177: De zucht naar aanzien. Hoogmoed en deemoed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] O, waren alle mensen toch zoals jullie, dan zou het er op aarde heel anders uitzien! Maar de traagheid van de mensen is het oude vangnet van de satan, waarin ze zich gewillig laten vangen tot hun eeuwige verder[ En toch konden de mensen niet volkomener geschapen worden dan ze zijn! Ze hebben verstand, inzicht, een volledig vrije wil en een geweten dat hen altijd waarschuwt, en overal en te allen tijde door Mij gewekte mannen en leraren, die zeer actief zijn en een even grote wijsheid hebben als de engelen. Maar hun genotzucht en traagheid trekt hen voortdurend af van al het juiste, ware en goede. En zo vallen ze ten offer aan het rijk van het verderf, en kan niets anders hen helpen dan het ene gericht na het andere en de ene straf na de andere. En zelfs dat helpt alleen maar een uiterst kleine minderheid.
Hoofdstuk 181: Terugkeer naar de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)