Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 63 van 278

...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...
[8] Bij de blanken zagen wij de kinderen van angst kruipen en als honden jammeren onder de strenge blikken van hun ouders! Men zou haast zijn gaan geloven dat het zo engelen worden. Maar wanneer zulke kinderen bij bepaalde gelegenheden zonder toezicht van hun ouders waren, veranderden zij als een blad aan een boom en zou men ze zonder meer voor leerlingen van de duivel gehouden kunnen hebben, die, zoals de overste in Memphis ons vertelde, de barre kloven der aarde onveilig maken. -Voor zo'n opvoeding van de mensen zouden wij voor eeuwig en altijd willen bedanken!"
Hoofdstuk 208: Verschillende zeden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[21] Op dat ogenblik vloog er een ekster voorbij, en de aanvoerder gebood een gier deze te vangen en onbeschadigd bij hem te brengen. Als een pijl schoot de reusachtige gier de snel klapwiekende ekster na en keerde in enkele ogenblikken met haar terug, zonder pogingen te doen om weg te vliegen. De gier hield de krijsende ekster weliswaar stevig in zijn geweldige klauwen vast, maar verwondde haar niet en liet haar pas los, toen de aanvoerder haar aangepakt had. Daarop aaide deze de beide gieren en liet ze toen weer gaan, waarop de beide grote roofvogels zich zeer snel weer heel hoog in de lucht bevonden en naar een vette prooi uitkeken.
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De oude MARCUS zegt: "Nou, gehoorzaamste dienaar van alle heren der aarde! Dat is een ceder van minstens vijfhonderd jaar oud! Zeven man zouden hem nauwelijks kunnen omvamen en vier sterke, ervaren houthakkers zouden deze ceder nauwelijks in twee dagen kunnen omhakken, en dan willen: zes mannen en zeven vrouwen zonder houweel en bijl deze boom ontwortelen?! Nou, als de Heer ze niet heimelijk met Zijn almachtige wil ondersteunt, zou dit toch wel eens een zeldzame zaak kunnen worden!"
Hoofdstuk 213: De macht van de Moren over planten en elementen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zei: "Zonder enig bezwaar; want jullie moeten immers jullie leven van nu af aan helemaal kennen! Nog zijn jullie volledig in het bezit van de levenskracht van de mensen uit de oertijd en nog zijn jullie als mensen, tot Mijn vreugde, volkomen heersers over de hele natuur -hetgeen allemaal zijn oorsprong vindt in jullie volmaakte vertrouwen en jullie geloof, dat geen twijfel kent, en jullie rotsvaste wil. Maar jullie kennen jullie kracht net zo min als dat iemand de kracht kent die de ledematen van de mens in beweging brengt, en die het bloed door de aderen voortstuwt, en het hart Iaat pompen, en de longen dwingt om de lucht in en uit te ademen afhankelijk van de levensbehoefte en de inwendige regeling ervan van de warmte, die al naar gelang een grotere of geringere inspanning van de lichaamsdelen in het bloed wordt opgewekt.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar als Ik jullie de dieper liggende uitleg, zullen jullie die toch eerder begrijpen, dan wanneer Ik jullie het organisme van het lichaam uit zou leggen en de samenhang daarvan met de ziel. Eigenlijk is dat ook helemaal niet uit te leggen, omdat het al meer dan Methusalems leeftijd, bijna duizend jaar, in beslag zou nemen om het voor jullie bijna onnoemelijke aantal zeer uiteenlopende organen alleen maar van het eerste tot het laatste te tellen, laat staan de speciale eigenschappen en het doel van ieder orgaan te begrijpen, en de algemene verbinding, de wisselwerking en duizend en één verschillende zaken van een enkelorgaan te leren kennen.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als geest en ziel één geworden zijn, ziet de volmaakte, verlichte ziel haar lichaam van binnen uit door en door, herkent dan in één blik de gehele buitengewoon kunstig ingerichte bouw van het lichaam en herinnert zich de achtergrond en de reden van ieder apart kleinste deeltje van een orgaan in haar lichaam en erkent de uiterst doelmatige inrichting daarvan. Maar zolang een ziel haar levensvervolmaking niet bereikt heeft, kan zij in duizend en nogmaals duizend jaar geen grondige kennis van het organisme van haar lichaam verkrijgen.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar met het zuiver geestelijke vermogen van een ziel is het heel anders gesteld! Die kan haar in algemene lijnen verklaard worden en het is ook noodzakelijk dat zij die eerder en gemakkelijker moet leren kennen. Want zonder die praktische kennis zou de ziel nooit een ware verbinding met haar geest kunnen krijgen, die noodzakelijk is voor een innerlijke en diepe zelfkennis.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De kameel begrijpt de minste wenk van zijn goede leider en het moedige paard wordt niet schuw onder het zadel van zijn berijder. Kort en goed, alle huisdieren van een milde en goede heer zijn zacht en meegaand, en luisteren naar de stem van hun hoeders en hun heer, en men ontdekt bij alle dieren even gemakkelijk een zekere zachtmoedigheid, als men op het eerste gezicht al aan edele bomen ziet, dat zij edele vruchten dragen; want daarvan zijn de stam, de takken en het loof heel zacht afgerond, glad en zonder scherpe punten en stekels, en de vrucht heeft een lieflijke smaak.
Hoofdstuk 216: Over de invloed van de mens op huisdieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Een profeet genaamd Daniël ('Zoon van de dag of het licht') werd in Babylon door een wrede koning, tegen wie hij een strafpreek hield, in een leeuwenkuil geworpen waarin zich zo 'n twaalf hongerige leeuwen als scherprechter bevonden. Zij. werden reeds jarenlang gevoerd met allerlei ongelukkige misdadigers. De koning die door de scherpe vermanende woorden van Daniël in woede ontstoken was, liet ook Daniël, hoewel hij hem overigens vanwege zijn wijsheid graag mocht, zonder enige genade en consideratie in de kuil van de zekere dood werpen.
Hoofdstuk 218: De macht van de volmaakte ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ja, wat beschermde de drie jongemannen dan in de vuuroven? Hun volmaakte, in Mijn oerorde zijnde ziel! Tenslotte kwam er nog een engel en deze leidde hen volkomen ongedeerd uit de ontzettende gloed, die geen ander mens tot op dertig pas kon benaderen zonder gevaar te lopen plotseling te verbranden!
Hoofdstuk 218: De macht van de volmaakte ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dit alles moet de verkeerd opgevoede, wereldse, verstandelijke mens wel als een sprookje voorkomen, en hij ziet daarin alleen maar verdichtsels van een verhitte fantasie, wat hem allemaal reine onzin dunkt. Naar zijn mening zijn het pure onzinnigheden, waarvan hij denkt dat het onmogelijk zo kan gebeuren omdat het voor hem natuurlijk onmogelijk is zoiets te doen, en dat moet hem ook om heel wijze en noodzakelijke redenen onmogelijk zijn. Want wie kan er zonder handen handenarbeid verrichten en wie zou er zonder voeten kunnen lopen?!
Hoofdstuk 219: De werking van het zonlicht. Het menselijk oog. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] De betekenis hiervan is dit: Een mens die verstandelijk is ontwikkeld, kan door veel zelfverloochening ook naderhand zijn hart doeltreffend ontwikkelen; gaat hij daarbij echter niet uiterst zorgzaam te werk, en let hij niet voldoende op de vele proppen waarmee hij alle gaten (aardse zwakheden) in zijn levensvat gedicht heeft, en laat hij ook maar één zwakheid ofwel één gaatje dat niet zorgzaam genoeg dichtgestopt is, de ruimte, dan zal hij heel vlug merken dat hij het verzamelde levenswater kwijt is, en dat hij heel ongemerkt weer helemaal de oude mens is geworden, zonder enige innerlijke levensinhoud!
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Deze vonk van Mijn liefde wordt echter pas dan volledig in het hart van een mensenziel gelegd, als een mens Mijn woord gehoord heeft en het gelovig in zijn hart met alle liefde als waarheid heeft aangenomen; zolang dat niet het geval is, kan geen mens, ook al is zijn ziel nog zo volmaakt, de wedergeboorte van de geest bereiken. Want zonder Mijn woord dat Ik nu tot jullie spreek, komt de vonk van Mijn liefde niet in het hart van jullie ziel, en als die er niet is, kan hij ook niet in een ziel groeien en gedijen, en daarin dus ook niet wedergeboren worden.
Hoofdstuk 220: Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dat dit echter van zeer groot belang is, kunnen jullie wel zien en afmeten aan het feit, dat Ik de uitleg van dit geheim van het oorspronkelijke leven tot het laatst van ons huidige samenzijn bewaard heb. Wat voor belangrijks Ik jullie ook vooraf al gedurende de zeven dagen hier, en eerder ook op andere plaatsen, heb laten zien, dit blijft toch het grootste, en terwille van dit, dat tot op heden het belangrijkste is, is al het andere jullie getoond, omdat jullie het zonder die wonderbaarlijke gebeurtenissen en voorbereidingen onmogelijk ook maar in het minst zouden begrijpen.
Hoofdstuk 222: De betekenis van de uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kijk en bepaal aan de hand van dit levensgetrouwe beeld of een mens, die met aardse levensgoederen rijkelijk bedeeld is, iets te kort komt! Wat maalt hij om die buitengewoon belangrijke zelfkennis, zonder welke een ware kennis van God ondenkbaar is? Zal hij datgene, wat toch beslist het voornaamste is dat hem ontbreekt, ooit gaan zoeken? Heel zeker niet, want hij lijdt geen honger en geen dorst, hetgeen toch de veronderstelde aansporingen zijn waardoor de arbeidsschuwe arme drommels tot wijsheid en kennis worden aangezet!
Hoofdstuk 224: Honger naar geestelijk voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...