Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 63 van 139

...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...
[5] Je geest zal je leren hoe je met de tekens een woord moet vormen; want voor ieder woord heb je meerdere tekens nodig, die van de rechter- naar de linkerzijde geplaatst moeten worden volgens de ordening van het woord zelf.
Hoofdstuk 97: Garbiël en Besediël tot geschiedschrijvers benoemd. De twee boeken: 'Jehova's strijd, toorn en oorlog' en 'De liefde en wijsheid van Jehova, de grote God' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Wat dus de eerste belangrijkste vraag betreft, moet jij, Garbiël, de hele geschiedenis van de oerschepping van de geesten optekenen, dan de schepping van de zichtbare dingen en al Mijn liefderijke beschikkingen en Mijn grote erbarming daarbij, tot op het laatste tijdstip van Mijn verblijf nu in jullie midden.
Hoofdstuk 97: Garbiël en Besediël tot geschiedschrijvers benoemd. De twee boeken: 'Jehova's strijd, toorn en oorlog' en 'De liefde en wijsheid van Jehova, de grote God' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Want je huidige leven is een leven van leugen en alle kwaad dat uit de leugen voortkomt, en dat is de oude, hoogmoedige, weerbarstige, afvallige geest, die nooit meer wil omkeren tot Hem, die hem liet ontstaan, maar zichzelf in plaats daarvan liever voorliegt dat hij de almachtige geest aller geesten is, terwijl hij toch zwakker is dan een vlieg en geen andere kracht heeft dan alleen in de leugen, waarin hij een grootmeester is.
Hoofdstuk 101: Henoch spreekt tot Horadal en zijn leger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] 'Zie, er bruist in al jouw aderen en in de aderen van het aan jou ondergeschikte volk alsook in de aderen van al mijn kinderen op de hoogte geen ander dan slechts mijn bloed omdat ik door God als eerste mens op aarde geplaatst werd, - zoals mijn vrouw, die uit mij voortkwam, als de eerste moeder van de gehele nu levende mensheid.
Hoofdstuk 105: De woorden van Adam over het wezen van de satan en de liefde voor vrouwen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Maar omdat Ik toelaat dat er voor de geest zelf overal en altijd vele tegenstellingen zijn, goede en slechte, - de slechte voor de goede en de goede voor de slechte, - stoten de geesten zich wederzijds aan elkaar en wekken elkaar wederzijds op tot leven.
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En de geesten zijn immers in vrijheid gestelde ideeën van Mijn liefde, waarom zij dan ook allemaal een vrije wil hebben en een vrij op zichzelf staand leven!
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Wanneer ik nu een vastgehouden gedachte van Mij weer vrijlaat, zeg Me: is die daardoor dan werkelijk vergaan, pils Ik hem van de vasthoudende liefdeshanden heb bevrijd en hij nu weer opstijgt in de grote kring van Mijn geesten, die in de vorm van vurige vlammen de hele oneindigheid vullen?!
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Deze luidt als volgt: alles wat ziel heet en in de vrije toestand de gehele oneindige ruimte vult en in het rijk van de geesten een ondergrond is die de talloze legers van alle soorten engelen en Meesten bewonen, dat zijn Mijn vrije, nog niet gevestigde gedachten; deze reeds levende gedachten van Mij vervullen echter niet alleen wat Ik zojuist noemde, maar zij zijn tevens de levende vaten of dragers van het leven van alle wezens die van Mij stammen.
Hoofdstuk 135: Over verwekkingen die wel of niet volgens de orde geschieden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] 'Almachtige, waarom vervolg Je me hier in mijn eigendom?! Wat heb je met mijn schepselen te maken?! Waarom wil je diegenen van mij wegrukken die niet uit Jou, maar uit mij voortgekomen zijn, en wil Je van mij een kinderloze vader maken?! Heb Jij dan niet talloze legioenen van reine geesten achter Je?!
Hoofdstuk 157: De heilige Vader omringd door Zijn kinderen. Adam herkent Abel in de tweede vreemdeling. Satan, de oude leugenaar, probeert tevergeefs met de Heer te redetwisten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[31] Want onze harten hadden tenminste nog een grondslag: maar nu heb je ons geplaatst voor de afgrond van het eeuwige verderf! Wat moeten we nu beginnen?
Hoofdstuk 160: De vier twijfelaars uit de streek van de middag. Henochs woorden als schijnbare godsloochenaar en hun uitwerking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar zijn Abedam en Henoch door de liefde in het hart opgenomen, dan zal dat tot een boom worden onder welks takken zelfs de geesten van de hemel zullen schuilen.
Hoofdstuk 166: Het verschil tussen de schranderheid van het verstand en de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Iedere trede lag vol kleine kindertjes, en tussen de kinderen waren naakte moeders met opengekrabde borsten en wanhopig verwarde haren geplaatst; de kinderen waren met touwen aan de treden gebonden en de moeders met ijzeren banden om hun lendenen met stevige kettingen aan de treden gehangen.
Hoofdstuk 173: De derde trap in het paleis van Lamech met de hindernissen voor de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Al het andere is niets dan muggenvangerij en kan als het werk van kleine, dienstbare geesten worden beschouwd!
Hoofdstuk 179: Lamech in zijn vermeende goddelijkheid en almacht door Kisehel beproefd en verdeemoedigd - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Maar o wee, als je dat niet kunt! Want je hebt je op God beroepen, - op God, zeg ik je, die je met woord en daad hebt vervloekt, en je hebt je als de grootste wetsovertreder in de orde van Zijn eeuwige, onaantastbare heiligheid geplaatst om ons, die werkelijk in de orde van Zijn heiligheid zijn geplaatst, in jouw boze hart om de een of andere schijnreden te kunnen verdoemen!
Hoofdstuk 181: Het gesprek tussen Kisehel en de snoevende Lamech. Lamechs onvrijwillige driedaagse eenzaamheid op de plaats van de terechtstellingen voor de stad - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Nu ging Kisehel naar Lamech toe, raakte hem aan en zei: 'Broeder Lamech, sta op, en kijk eens hierheen, in ons midden, opdat het je duidelijk wordt hoe de eeuwige Liefde Zich op die zondaars wreekt, die in hun hart de grootte van hun schuld voor God en de mensen even berouwvol hebben ingezien als jij en zich daardoor in deemoed onder alle schepselen hebben geplaatst!'
Hoofdstuk 183: Over de macht van de voorspraak van het hart. De goede uitwerking van de onvrijwillige hongerkuur van Lamech. Lamechs berouw en de erbarming van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...