Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 63 van 1490

...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...
[18] Wij verlangen geen vredig paradijs op deze wereld, maar het minste is toch wel, dat we niet met duivels in een totale hel moeten leven; bescherm ons daarvoor, o Heer!'
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Hoe moeilijk zal het zijn voor degene die veel heeft, om zich eenmaal daarvan los te maken, en hoe licht zal diegene afscheid nemen van de wereld, die geen goederen uit haar schoot bezat en nog bovendien terwille van Mijn naam overal werd vervolgd! Die veracht de wereld, en hij zal zeker niet om haar treuren als hij, terwijl hij het hemelrijk helder voor zich ziet, deze duistere verderfelijke wereld verlaat.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Weet, dat zoals het goud in het vuur niet verandert en pas daarin haar grote waarde krijgt, zo moet het ook gaan bij jullie, die werkelijk Mijn leerlingen en volgelingen willen zijn; want Mijn rijk, waarvoor wij allen nu werken, is niet van deze wereld, maar van die grote eeuwig onvergankelijke, die op dit aardse, materiële, korte proefleven volgt!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het is wel waar, dat U zichtbare engelen bij ons hebt achtergelaten om ons in Uw plaats te helpen. Maar zij willen niet altijd handelen en ook niet op die wijze, die ik nodig acht; want zij zeggen, dat ze zonder Uw wil niets kunnen doen; want slechts Uw wil is hun hele kracht en macht! Dat is allemaal wel waar, maar als de beledigde oude orthodoxe Samaritanen honderden van Uw aanhangers uit het land verdrijven, zodat deze bij de heidenen bescherming moeten zoeken -wat alleen maar kan als de verdrevenen zelf heiden worden -, dan lijkt het mij toch wel juist dat Uw engelen daar tussenbeide zouden komen en een eind zouden maken aan zo'n gemene jacht, in plaats van dat zij samen met ons met een treurig gemoed de hele geschiedenis aanzien en tenslotte zelfs samen met ons zuchtend uitroepen: 'Des Heren raadsbesluiten zijn toch altijd ondoorgrondelijk en Zijn wegen onnaspeurlijk!'
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En daarom geef Ik jullie voor deze wereld geen vrede, maar het zwaard; want door de strijd met de wereld en met alles wat zij je biedt, moet je je de vrijheid van het eeuwige leven bevechten!
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ik weet beslist wel het best hoe vreselijk de satan deze aarde toetakelt, en Ik zou macht genoeg hebben om hem totaal te vernietigen; maar dat Iaat Mijn grote liefde en geduld nooit toe.
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ga dus nu naar huis en werk op deze wijze, dan zal jullie arbeid gezegend zijn.
Hoofdstuk 202: De ware vrije kerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na deze uitgebreide les zeggen beiden: 'Heer! Vergeef ons onze zonde! Want wij zien nu wel heel duidelijk dat het volk niet zozeer gefaald heeft, maar dat wij eigenlijk alleen gefaald hebben, en wij zullen nu met Uw genade en hulp alles zoveel mogelijk weer in orde maken!
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Pas nu dringt het tot ons door wat de echte geest van Uw heilige leer is, en wij zullen deze ook met zo veel mogelijk ijver onder het volk verbreiden! Er zijn er echter nu veel naar de heidenen gegaan; we weten nauwelijks hoe we die weer terug moeten halen! Wat kunnen we daaraan doen?'
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik ben niet gekomen om deze wereld te oordelen en te gronde te richten, maar om het verlorene te zoeken en het gevallene weer op te richten! Als dit nu duidelijk is voor jullie, ga dan heen en gedraag je zo!'
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Na deze woorden bogen beiden heel diep voor Mij en vroegen Mij of ze nog een paar dagen bij Mij mochten blijven.
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] O heiligste tijd der tijden op deze aarde, waar Hij nu woont Die aan de zon en de maan het licht gaf en Die hen heeft voorgeschreven om de lange weg van Zijn liefde en wijsheid te volgen, en aan de aarde de tijd en dag en nacht te geven!
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] De leerlingen, die deze uitroepen aanhoren, zeggen: 'Heer, hoort U niet hoe Jonaël U looft en prijst alsof de geest van David in hem gevaren is?!'
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen de moeder deze taal van haar goede zoon met een ontroerd hart aangehoord had, sprak zij, terwijl zij niet liet merken wat zij dacht: 'Beste zoon, je bekentenis doet mij welontzaglijk veel plezier, maar dat is nog geen reden om jouw erfenis aan een vreemde weg te geven. Als jij er geen deel van wilt hebben, dan moet je broer de gehele erfenis na mijn dood nemen, en jij moet hem dienen en je brood in het zweet van je aanschijn verdienen!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De goede zoon antwoordt: 'Liefste moeder, als ik dienen en werken zal, dan zal mijn hart toch steeds zeer dankbaar aan u denken en zeggen: 'Zie, zo heeft je lieve tedere moeder je werken geleerd!' Maar als ik de erfenis had, dan zou ik uiteindelijk werkschuw worden en mij in het nutteloze leven van de weelde storten en tenslotte zelfs u nog vergeten! Daarom wil ik uw verworven geldschat niet, waarop niet uw hart staat afgebeeld, maar die slechts de macht van de keizer weergeeft; maar ik wil datgene wat ik uit uw hart heb meegekregen, dat draagt ook haar afdruk en heeft een onwrikbare plaats in mijn hart. En daarom is deze erfenis die u, lieve moeder, mij al vanaf de wieg rijkelijk hebt gegeven, en waardoor ik al veel goeds en kostbaars heb gekregen, onbeschrijflijk veel beter dan degene, die u zich met het werk en de moeite van uw handen heeft verworven! Bij het zien ervan zou ik alleen maar droevig worden, omdat ik er steeds bij zou moeten denken: 'Kijk, dat heeft je geliefde moeder zoveel moeite en werk gekost; misschien heeft ze wel vaak van pijn gehuild om jou een erfenis te bezorgen!' Wel, liefste moeder , omdat ik zoveel van u houd, zou ik dan toch onmogelijk vrolijk kunnen zijn!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...