Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 63 van 1037

...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...
[7] Weliswaar staat er geschreven, dat er uit Galiléa nooit een profeet zal voortkomen; maar daar houd ik mij nu niet meer aan, - want bij mij geldt de zichtbare daad meer dan het raadselachtige woord van de schrift, dat niemand naar waarheid kan schatten. Bovendien bent u bij mijn weten niet eens geboortig uit Galiléa, maar uit Bethlehem, en dus kunt u uit het oogpunt van geboorte heel goed een profeet zijn! Ik voel mij erg tot u aangetrokken, en uw nabijheid doet mij goed, dus blijf ik. Ik heb weliswaar geen groot vermogen, maar wat ik heb is voor ons allen voldoende om dertig jaar van te leven! Als u leergeld vraagt, staat mijn halve vermogen u ten dienste!"
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Ga naar Mijn leerlingen en vraag aan hen, hoeveel zij Mij betalen voor leer en kost, en betaal dat dan ook!"
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] PETRUS zegt: "Wat vraagt u arme, blinde mens toch een slechte dingen! Hoe kan satan nu meewerken aan zaken waarin alle hemelen de hoogste en machtigste invloed hebben!? Ik en wij allen hebben de hemelen geopend gezien en de engelen van God in talloze scharen naar de aarde zien dalen; en wij zagen dat zij Hem en ons allen dienden als dat zo is, hoe kan de satan daar dan deel aan hebben!?
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Maar als u dat van mij niet gelooft, ga dan naar Sichar en vraag daar inlichtingen bij de opperpriester Jonaël en bij de groothandelaar Jaïruth, die thans buiten Sichar het bekende slot van Ezau bewoont! Deze vrienden van ons zullen u naar waarheid vertellen Wie het is, bij Wie wij de onverdiende, hoogste genade ondervinden Zijn leerlingen te mogen zijn! Zowel bij Jonaël als bij Jaïruth zult u nog dienende engelen aantreffen in schijnbaar lichamelijke gedaante."
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Als Roban dat hoort komt hij heel eerbiedig naar Mij toe en vraagt Mij, of Ik er iets op tegen heb als hij een reis naar Sichar zou maken.
Hoofdstuk 36: Roban de zoeker. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] En IK zei tegen hem: "Doe wat u wilt! Gisteren heeft u terwille van Mij moeilijkheden met de Farizeeën gehad, en u heeft zich allen in Mijn naam goed gedragen. Daarom zult u in de toekomst van al dat soort plagen bevrijd zijn, en geen hebzuchtige Zeloot zal de drempel van uw huis meer betreden! Ga nu naar Mijn leerlingen; die zullen u leren wat u allen vanaf nu moet geloven en doen!
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Op deze woorden komt Petrus naar voren en voert het gehele gezelschap naar Matthéus de schrijver, en deze laat hen lezen wat Mijn leerlingen allemaal hebben beleefd, en wat Ik hen heb geleerd.
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg tot de woedende opperstadhouder: "Vriend, hou op; want wat je zou willen doen, dat heb Ik op geestelijke wijze al in deze nacht op een veel gevoeliger manier gedaan, en het gevolg daarvan zal zijn, dat zij allen spoedig Mijn leer zullen aannemen. Hun oudste, Roban geheten, was nu al hier en heeft Mijn leer aangenomen; en Ik heb hem daarom ook al als een nieuwe leerling naar Sichar gezonden, waar hij veel zal zien en leren. Binnen twee dagen komt hij weer terug en zal beslist zijn collega's in Mijn huis brengen! Zie je, dat is beter dan roede, kruis en bijl!"
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Lydia ontbrak echter, de jonge vrouw van Faustus, die hij in Kapérnaum thuis liet ten behoeve van haar vele huishoudelijke zaken, hoewel zij bijzonder graag ook met ons naar Nazareth zou zijn gegaan. Mijn moeder maakte hem daarover lichtelijk een verwijt, en hij betreurde het, dat hij zijn lieve vrouw thuis had gelaten en besloot haar meteen zelf te gaan halen.
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] Bijna iedereen aan Mijn tafel is met stomheid geslagen, en CYRENIUS zegt: "Hoe is dat nu mogelijk? Die twee kunnen toch maar nauwelijks vijfhonderd passen afgelegd hebben - naar Kapérnaum is hiervandaan bijna twee uur lopen -, en ze zijn nu al weer terug! Ach, dat overtreft toch wel alles wat een arm mens op deze aarde ooit kan beleven!"
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] En CYRENIUS gaat naar hen toe en laat zich alles haarfijn uitleggen. Toen hij echter over de nachtelijke intriges van de Farizeeën hoorde, werd hij erg kwaad en zei: "Nee Heer, bij Uw mij nu boven alles heilige naam, dat kan ik bij deze satanskinderen niet door de vingers zien! Ik moet ze laten tuchtigen, ook al zou ik daarvoor mijn leven verliezen! Dat zijn toch wolven, hyena 's en vossen, die je een tweede keer in heel Palestina, of zelfs in heel Azië niet tegenkomt! Wat is er dan voor verschil tussen hen en de ergste dieven en straatrovers? O boosaardigen, beesten der eerste en verscheurendste klasse! Dienaren van God noemen ze zich en laten zich overdag overal hemelhoog eren en prijzen; maar 's nachts trekken ze er dan op uit om zonder meer te roven! Nu, wacht maar, wacht maar, ik zal jullie die nachtelijke rooftochten wel op zo'n manier beletten, dat horen en zien jullie zal vergaan!"
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Toen Lydia, liefdevol door de verbaasde Faustus ontvangen, naar onze tafel gebracht werd, vroeg Cyrenius haar meteen: "Maar liefste Lydia, hoe kwam je nu toch zo vlug van Kapérnaum hierheen?! Was je soms al onderweg?"
Hoofdstuk 37: De komst van Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Dan richt Cyrenius zich tot de beide ENGELEN en vraagt hen hoe dat nu mogelijk was. Maar zij wijzen met hun hemels mooie handen zeer eerbiedig naar Mij en zeggen met heldere en welluidende stem: "Zijn wil is ons bestaan, onze kracht en onze snelheid! Uit ons zelf kunnen wij niets; als Hij wil, nemen wij Zijn wil in ons op, en kunnen daardoor dan alles. Onze schoonheid, die nu al uw aandacht opeist, is onze liefde tot Hem, en deze liefde is niets anders dan Zijn wil in ons! Als u echter net als wij wilt worden, neem dan Zijn levend woord in uw hart op en volg dat vrijwillig, dan zult u daardoor ook net als wij de almachtige kracht en sterkte van Zijn woord in u hebben. Als Hij u dan zal roepen om naar Zijn wil te handelen, dan zullen u alle dingen mogelijk zijn, en u zult meer kunnen doen dan wij, omdat u geheel uit Zijn liefde bent ontstaan, terwijl wij alleen nog maar uit Zijn wijsheid voortkomen. Nu weet u hoe gemakkelijk wij dat, wat u zo verbaasde, kunnen doen. Handel in de toekomst geheel naar Zijn woord, dan zullen ook u heel wonderbaarlijke dingen mogelijk zijn!"
Hoofdstuk 38: Het menselijke en goddelijke van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen CYRENIUS deze verklaring van de beide engelen hoorde, overtuigde hem dat, en hij raadde er niet meer naar of Ik wel een hoger wezen zou zijn, maar hij zei nu bij zichzelf: " Ja, Hij is het!" Daarop ging hij heel eerbiedig naar Mij toe en zei: "Heer, nu is mij alles duidelijk! U bent het!
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] IK zeg: "Oh, daar heb Ik allerminst wat op tegen! Want daarom heb Ik jouw plan met de Farizeeën al naar de middag verschoven, omdat Ik maar al te goed wist, dat je al gauw iets anders van plan zou zijn. - Maar omdat het vandaag zulk mooi weer is gaan we nu naar de zee en wat vissen vangen voor vanmiddag en vanavond. Laat degenen, die mee willen, opstaan!"
Hoofdstuk 39: Engelenwoorden in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76  ...