17481 resultaten - Pagina 621 van 1166
... 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 ...
[22] Het vervallen van de ene zonde in de andere brengt een steeds grotere hardheid van de ziel voort. Om die toestand uit te drukken, spreekt men van versteende harten. Hoe ver dat kan gaan, is onafzienbaar. De materie, de uiterlijke lust, groeit steeds meer, en vanzelfsprekend verdwijnt daarmee steeds meer het bewustzijn van een geestelijke wezenlijke kern van de ziel. Die verharding leidt uiteindelijk tot een dierlijke toestand, die enkel en alleen nog maar instandhouding en voortplanting kent, zonder innerlijke, geestelijke vrijheid.Verlossing uit zo'n toestand biedt alleen een zuiver geestelijke leer, die tot een zedelijk bewustzijn van de menselijke waardigheid leidt, en die leer werd gegeven in een niet mis te verstane beknoptheid en in de grootst mogelijke duidelijkheid. Het opvolgen ervan doet de ketenen van de materie springen, maakt de banden van de aardse genotzucht los en leidt tenslotte de materiële wensen en begeerten naar een toestand van zuiver gewaarworden, als het kennen van het kwaad, maar niet meer het ten uitvoer brengen van het kwaad, omdat het eigen ik steeds meer wegsmelt, terwijl dat ik (egoïsme) anders steeds meer uitgroeit. Hoe meer het verdwijnt, des te losser (minder hard) worden de boeien van de materie, om tenslotte niet meer als boeien gevoeld te worden.Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[29] Ze konden natuurlijk, al naargelang ze een gegeven leer volgden van de leraren die vroeger al zijn opgetreden, tot inzicht en ook tot zaligheid in zichzelf komen, maar natuurlijk niet tot het aanschouwen van de gepersonifieerde Godheid.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] De soldaten gingen meteen naar Pilatus, die hoogst verbaasd was en het met een zeker leedvermaak aan de Hoge Raad meedeelde. Enkele leden van de Hoge Raad gingen er dadelijk heen en troffen de plek leeg aan, waarop ze vanwege het volk, waarvan ze de ontevredenheid kenden naarstig de zaak probeerden te verdoezelen, de soldaten geld gaven en hen opdroegen om te zeggen dat de leerlingen het lijk hadden gestolen, terwijl zij sliepen. Tegelijkertijd garandeerden ze hun dat ze niet gestraft zouden worden door Pilatus, die een dergelijk vergrijp, namelijk slapen terwijl ze op hun post stonden, met de dood had moeten bestraffen.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Niet alleen Mijn persoon is zichtbaar geworden, maar ook velen van degenen die al eerder gestorven waren, verschenen aan hun familieleden in heldere dromen en in een enkel geval zelfs ook overdag, om hun te vertellen van het nieuwe Jeruzalem. Deze feiten zijn later met het moment van Mijn dood rn verband gebracht, en daarin moet de verklaring gezocht worden dat er vele doden opstonden, die aan hun familieleden in hun huizen zijn verschenen.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[11] Er is al gezegd waarom Ik haar terugwees met de woorden: 'Raak Mij met aan!,', - Haar nog onzuivere liefde voor Mij had haar kunnen vernietigen, als ze Mijn nu zuiver geestelijke wezen aangeraakt zou hebben.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Midden in deze vergadering, waar ook Lazarus bij aanwezig was, kwam Ik binnen en begroette de aanwezigen, die na de eerste verbazing overweldigd door vreugde om Mij heen kwamen staan. Ik onderrichtte hen die avond nogmaals over het doel van Mijn sterven alsook over hun ambt als leraar, dat zij nu hadden ontvangen, en vervolgens dat ze geen vrees moesten hebben, omdat zij met een vast vertrouwen op Mij en liefde tot Mij veilig waren voor alle vervolgingen. Ik bewees hun de onsterfelijkheid in Mijn rijk dus door Mijn eigen verschijnen, en allen waren nu volkomen van geloof vervuld en ijverig van hart.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Hiermee is nu alles besproken en getrouw opgeschreven wat niet Mijn aardse leven samenhangt en wat op aarde zichtbaar is geworden.
Hoofdstuk 77: Slotwoord - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Er ontbreekt hier evenwel nog een groot deel, namelijk dat wat zich in de geestelijke wereld afspeelde. - Om dat te begrijpen is de wereld nog veel te onrijp, en ook de enkelen die in Mijn directe Woord geloven, kunnen het nog niet in zich opnemen. Er zal echter een tijd komen, en die is niet al te ver weg, .waarin de mensen tot een meer zuiver geestelijk aanvoelen terugkeren. Dan is de tijd aangebroken ook dit te openbaren en dat zal dan ook gebeuren.
Hoofdstuk 77: Slotwoord - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Maar laat niemand zich daardoor van de wijs brengen! Hoe dikwijls zijn de vier evangeliën al niet verdacht gemaakt; gelden zij daarom als minder in het hart van degenen die zich werkelijk tot God bekennen?! Hoe dikwijls ben Ik, de Heer en Gever van het leven en alle daaruit voortspruitende gaven, al voor een gewoon mens, een magnetiseur, een bedrieger en ook al voor een zuiver verzonnen figuur door de wijzen van de wereld uitgemaakt en word nog steeds als zodanig verklaard! Maar dat brengt miljoenen anderen toch niet op een dwaalspoor. Dezen die Mijn woord ook in praktijk brengen en er niet alleen maar naar luisteren, zagen in de eenvoud van hun hart dat Jezus van Nazareth meer was dan waarvoor veel wereldse geleerden Hem hielden of helemaal niet hielden. Laat niemand zich iets van het oordeel van de wereld aantrekken wat betreft het voor ons liggende werk, maar alleen van de stem in het hart van de eenvoudigen, want de wereld vindt alleen dát belangrijk wat van de wereld is! De eenvoudigen zullen voor de ogen van de goede Gever aan iedereen een juist oordeel afgeven. Het verstand van de wereldse wijzen zal de juiste gelegenheid vinden om zich er steeds aan te stoten. Moge het hem die daarbij niet volledig schipbreuk lijdt, goed gaan!
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Aan hem die een levend geloof in Mij heeft, is Mijn kracht, goedheid en opperste wijsheid zeker niet vreemd en hij zal en moet inzien dat Ik zeker voor eeuwig meer dan genoeg kracht en wijsheid bezit, en dat Ik daar waar Ik een akker bebouw ook zeker in staat ben de vijand voor eeuwig uit die akker te weren; want Ik en de satan hebben nog nooit de ploeg in een en dezelfde vore geleid! In de zin van de egoïstische wereld helaas wel, die, omdat zijzelf duister is, overal niets dan duisternis waarneemt; maar voor de ogen van hen die door de Vader onderwezen en opgevoed zijn, verschijnt alles volkomen anders, want voor de werkelijk reinen is alles zuiver en goed duidelijk.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis: Wie met Mij spreken wil, laat die bij Mij komen dan zal Ik hem het antwoord in zijn hart leggen; maar alleen de reinen, wier hart vol deemoed is, zullen de klank van Mijn stem vernemen.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Zeg tegen degenen die Mij zoeken: Ik ben de ware Overal en Nergens. Ik ben overal waar men Mij liefheeft en zich aan Mijn geboden houdt, - nergens echter waar men Mij slechts aanbidt en vereert. Is de liefde dan niet meer dan het gebed, en het zich houden aan de geboden niet meer dan de verering?! Waarlijk, waarlijk, Ik zeg je: wie Mij liefheeft en (15 maart 1840, na 6 uur 's morgens) Mij in de geest aanbidt en wie zich aan Mijn geboden houdt, die is het die Mij naar waarheid vereert! Alleen iemand die Mij liefheeft kan zich aan Mijn geboden houden; maar wie Mij liefheeft, heeft geen ander gebod meer dan dat hij Mij en Mijn levende woord, dat het ware eeuwige leven is, liefheeft.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Er staat reeds een ster in het oosten, die de baan van Orion zal onderbreken en het vuur van de Grote Hond zal hen allen verteren; en Ik zal in grote hoeveelheden sterren van de hemel op de aarde slingeren, opdat alle booswichten omkomen en Mijn licht overal gloort.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Zeg tegen Mijn vrienden en vriendinnen: zij moeten Mijn dienaren en knechten niet méér liefhebben dan Mij! Hun heil moeten zij niet zozeer in hun, dan wel geheel in Mijn handen leggen en zich helemaal aan Mij toevertrouwen. Want de dienaar moet gestreng handelen volgens de geboden, wil hij niet onwaardig worden bevonden; alleen de gever van de wet staat er boven en kan wie hij wil ook boven de wet stellen. Zolang zij echter het juk torsen, worden zij geoordeeld; maar wie tot Mij komt kan Ik van het oordeel vrijstellen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Mijn kerk op aarde is een reinigingsbad; wie zich gewassen heeft, laat die bij Mij komen, zodat Ik hem met de warmte van Mijn liefde kan afdrogen en hem behouden. Maar degene die alleen vreugde schept in het poedelen en met water spelen, vergaat het als de schepraderen van de molen, die nooit uit het water komen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)