16678 resultaten - Pagina 621 van 1112
... 609 - 610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 ...
[2] Ze waren allemaal erg bang voor de minister, omdat dat Cyrenius zelf was. De veldheer, de landvoogd, noch ook de rechter durfden zich tegen de minister te doen gelden en zij mokten dan ook stiekem tegen deze toestand.Hoofdstuk 196: Opnieuw gekibbel tijdens het tweede spelletje. Het eerzuchtige meisje als minister. Hetze tegen het Kindje. Laatste nieuwe worp en herstel van de goddelijke oerorde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Het Kindje wendde Zich nu enigszins af en sprak als tegen Zichzelve: 'De kinderen van deze wereld gaan tegen Je tekeer en bij zichzelf laken ze Je Werken, omdat ze Je niet kennen!
Hoofdstuk 195: Tweespraak van het Kindje Jezus met het eigenzinnige meisje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Vervolgens keerde het Kindje Zich weer om en sprak tegen het meisje: 'Wie heeft er dan volgens jou schuld aan, dat jij zo lichtgeraakt bent en dat je nu met je lot niet tevreden bent?'
Hoofdstuk 195: Tweespraak van het Kindje Jezus met het eigenzinnige meisje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Het Kindje ging nu nogmaals naar haar toe, en zei: .Ach, heerszuchtig wezen dat je bent, het oervrouwelijke karakter verloochent zich in jou beslist niet!
Hoofdstuk 194: Cyrenius nu als minister. Het ontevreden meisje. Een muizenwonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[24] Nu begon het echter een beetje rommelig te worden, zodat de koning hen weer allen bij zich riep, en zei: 'Ik zie, dat jullie het onder elkaar oneens bent; laten we dus maar overgaan tot een nieuwe werpronde!'
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Sixtus was de eerste die nu zijn beurt benutte; hij wierp zich in het kinderkuiltje en was daar erg blij mee.
Hoofdstuk 194: Cyrenius nu als minister. Het ontevreden meisje. Een muizenwonder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Maar nu kwam de vader zich beklagen dat hij geen vrouw meer had, doordat de moeder priester geworden was.
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Als eersten vertrokken nu een jongen en een meisje in de rol van priesters. Ze deden vreselijk ernstig en plechtstatig en stelden zich toen op, op een ietwat verheven plekje.
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Vervolgens gingen weer een jongen en een meisje weg, die zich bijzonder ernstig voordeden omdat zij de vaderrol vervulden, en omdat een vader in zijn hart toch ook een beetje moeder moet zijn, wil hij een goede vader zijn.
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] De koning besloot haar naar de priesters te sturen, maar die begonnen, toen ze die moeder op zich zagen toekomen, te lachen. ..
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Terstond riep de koning hen dan ook bij zich en omdat ze gelachen hadden, zette hij hen af. Zij hadden immers ernstig moeten blijven; nu werden zij bij de boeren gestopt.
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] De boeren begonnen echter al gauw onder elkaar ruzie te maken en hevig te twisten, waarna de koning ook hen bij zich riep, hun een flinke schrobbering gaf, en de rust onder hen herstelde.
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] Een van de meisjes wond zich daarover op en zei: 'Moet die kleine Jezus dan altijd koning zijn?'
Hoofdstuk 192: Het leerzame spel van de levenskuiltjes en hun ordening, of: Waarnaar de mensen streven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Nu zei het me is je niets meer en stelde zich verder tevreden met haar eenzaamheid in het tweede kuiltje.
Hoofdstuk 192: Het leerzame spel van de levenskuiltjes en hun ordening, of: Waarnaar de mensen streven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Met veel pathos richtte het Kindje Zich nu tot Cyrenius, en zei:
Hoofdstuk 192: Het leerzame spel van de levenskuiltjes en hun ordening, of: Waarnaar de mensen streven - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus