Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 622 van 728

...  610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635  ...
[11] Na deze laconieke woorden doet bisschop Martinus de deur weer open en komt met een heel laconiek, verbluft gezicht op ons toe. IK vraag hem echter meteen, waar de dertig mensen zijn.
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Staat er niet geschreven: 'Zonder Mij kunt gij niets doen!' Daarom had je ook meteen toen Ik je gebood naar dit vertrek te gaan, voor Mij moeten bekennen: 'Heer, zonder U vermag ik ook niet het minste of geringste!', dan zou Ik deze zaak anders hebben laten verlopen. Jij ging echter meteen met een soort van zelfvertrouwen naar binnen. Daarom moest je dan ook zelf ondervinden, hoeveel ieder zonder Mij vermag.
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Op de wereld zijn er helaas zo veel zelfstandige daadlustigen als er mensen zijn en net zo veel bedoelingen en inzichten als er hoofden zijn. Hier echter is het anders; hier is er maar één zelfstandigheid, namelijk in Mij - en één zin en één inzicht, namelijk ook in Mij en door Mij! Waar dat niet is, is er niets dan zelfbedrog en zelfmisleiding.
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Dit dus als les en richtsnoer voor jou in de toekomst! Nu gaan we echter allemaal de kamer binnen en zullen dan zien, wat er met deze vermeende hemelse menagerie allemaal kan worden gedaan en of deze dieren Mijn taal zullen verstaan. Zo zij het!'
Hoofdstuk 35: Martinus' eerste zending en zijn ervaringen - Een ogenschijnlijke menagerie - 'Zonder Mij kunnen jullie niets' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Wij echter willen dat er niemand ten gronde zal gaan, maar dat allen die aan Mij geloven het eeuwige leven zullen hebben! Daarom is het aan ons, voor allen slechts die middelen te gebruiken, die het alleen maar mogelijk maken ieder naar zijn aard te helpen.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Ik ben echter van mening, daar U, Heer, hier persoonlijk bent in Uw volste goddelijke Wezen, aan wie alle middelen eeuwig ten dienste staan, zou het wel onvergeeflijk van mij zijn, wanneer ik als volslagen onbeduidend wezen in Uw bijzijn iets zou willen uitrichten, terwijl U alles in alles bent en de minste gedachte van U al meer vermag dan ik, wanneer ik een eeuwigheid zo wijs als mogelijk zou blijven praten. Daarom vraag ik U dit voorstel dat U mij hebt gedaan, weer genadig terug te nemen.'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Het enige dat op zichzelf echter helemaal niets te betekenen heeft, was dat ik mij soms in een soort luchtige fantasie Jezus de Heer zo voorstelde, als Hij beschreven werd en daarbij dacht: 'Ja, als ik Hem zo zou kunnen hebben en met Hem gemeenschappelijk zou kunnen werken in het overtuigend bewustzijn, dat Hij eventueel werkelijk het allerhoogste Godwezen zou zijn, dan zou ik vanzelfsprekend het gelukkigste wezen in de gehele oneindigheid zijn. Want ten eerste zou dat toch de allerhoogste eer zijn, ten tweede de beste verzorging en levensverzekering voor de eeuwigheid, ten derde de hoogste en machtigste bescherming, en tenslotte zou ik in zo'n gezelschap immers wonderbaarlijke dingen te zien krijgen die tot nu toe geen menselijke gedachte zich heeft kunnen voorstellen.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] Maar hoe het ook zij, jij hebt door je woorden bewezen, dat je een verstandige en goede kerel bent en met jouw Jezus zul je er dan ook niet ver naast zitten. Het enige wat hier een beetje vreemd is, is dat je hier geen engelen ziet. Ook met de hemelse schoonheid van deze omgeving lijkt het ons magertjes gesteld te zijn, evenals met de hemelse kledij. Want jij bent nog altijd een aardse boer en bovendien ook nog zonder kiel. Ook jouw Heer Jezus heeft bepaald geen hemels kleed aan en Petrus ziet er eerder armoedig dan hemels uit. Alleen de mij welbekende boekhandelaar uit N. heeft een iets beter kleed, dat echter voor de hemel ook niet de juiste snit heeft.
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Hier schrikt MARTINUS een beetje van, want aan deze dingen heeft hij zelf nog niet gedacht tijdens zijn geestelijke vooruitgang. Maar hij vermant zich meteen duidelijk en spreekt verder tegen deze al half bekeerde kudde: 'Vrienden, geloof mij, het komt er hoofdzakelijk op aan, hoe iemand het hebben wil! Ik wilde het tot nu toe zo en daarom is het ook zo; wil ik het echter anders, dan zal het er ook meteen anders uitzien!
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[30] Ik zeg hier echter ook hoe ik het levendig in mij voel: Heer, als ik alleen U maar heb, dan vraag ik niet naar alle andere heerlijkheden zonder maat en naam. Want het heerlijkste van alle heerlijkheid blijft eeuwig en alleen de Heer, ja onze Heer Jezus! Hem alleen zij alle eer, alle lof en al mijn liefde voor eeuwig! Amen.'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[33] IK zeg echter: 'Sta op, Mijn kinderen, zie, niet met het oordeel maar met de grootste liefde komt jullie Vader je tegemoet. En omdat jullie Hem hebt opgenomen in je hart, neemt Hij jullie ook duizendvoudig op in Zijn eeuwig Vaderhart. Kom daarom nu allemaal tot Mij, die zwaar belast en vermoeid waren en Ik zal jullie voor eeuwig volop verkwikken!'
Hoofdstuk 36: Martinus' tweede bezoek aan de dieren onder leiding van de hemelse Meester - De redding van de verdwaalden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] IK zeg: 'Martinus, je doet je werk goed en bent nu een ware Paulus. Maar pas op, dat je zelf niet de een of andere keer nog zwak wordt en zegt: 'Als de Heer maar niet voortdurend bij mij zou zijn!' Ik zal je daarom echter nog niet verlaten! - Ga nu echter allemaal om de tafel zitten en eet en drink. Daarna wacht onze handen al weer belangrijk werk. Zo zij het!'
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik echter zegen hen nu allemaal en verkies hen uit tot dienaars en ware knechten van Mijn eeuwige rijk.
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] In een kamer zul je een glanzend wit, rond bord vinden. Dit bord dien je altijd te bekijken, als je van een werk naar huis zult komen. Want van nu af aan zul je daarop steeds Mijn wil opgetekend vinden, waarnaar jij je dan steeds in je handelen zult moeten richten. Als je altijd stipt zult vervullen wat dit bord in je huis je zal aangeven, dan zullen je spoedig grotere dingen worden opgedragen; in het tegendeel echter alleen maar kleinere zaken, al naar gelang je wilskracht.
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Wat Ik echter nu aan jou heb verteld, dat vertel Ik meteen aan iedereen van dit gezelschap. Kijk allen naar buiten en het huis dat jullie zien is van diegene die het ziet! Ga daar heen en werk zoals Ik juist aan broeder Martinus heb verteld, want ieder van jullie zal in zijn huis dezelfde inrichting aantreffen. Zo zij het!'
Hoofdstuk 37: De hemelse maaltijd - Zegening van de zojuist verlosten en hun hemels thuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  610 - 611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635  ...