Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 623 van 1490

...  611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636  ...
[12] Op deze woorden van Mij werd de zoon ogenblikkelijk volkomen gezond, en Ik zei dat hij zijn bed moest verlaten en dat zijn moeder voor hem iets te eten klaar moest maken, maar vers en zuiver. Dat gebeurde ook direct, en de waard en zijn genezen zoon wisten niet hoe ze Mij op passende wijze zouden bedanken of zelfs aanbidden.
Hoofdstuk 33: De Heer bij de waard in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei tegen de rabbi: 'Vriend, op deze manier zul je van deze kinderen eerder heidenen dan Joden maken! Als je zelf zo slecht thuis bent in de Schrift, wat moeten die kinderen dan van jou leren? Laat het lesgeven voor wat het is en doe iets anders, en laat een betere leraar jouw plaats innemen en bekleden!'
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Geërgerd zei de rabbi: 'Vriend, ik ben hier door de gemeente tot rabbi gekozen! Die is tevreden over mij, en jij als vreemdeling hebt er niets mee te maken hoe ik de kinderen onderwijs geef. Wij leven hier onder heidenen, en daarom moet ik mijn leerlingen behalve onze Schrift ook de zeden en gebruiken van de Romeinen en Grieken bijbrengen en het goede daarin ook levend erkennen, opdat ze mij niet ter verantwoording kunnen roepen. Wij zijn nu eenmaal in deze wereld geplaatst en moeten naast God, die voor ons geen manna uit de hemelen meer laat regenen, ook de wereld dienen, als we van haar willen leven.'
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Hoe kun jij een God welgevallige rabbi zijn, als je vandaag voor de Joodse kinderen Joods en morgen in deze zelfde synagoge voor de heidense kinderen heidens onderwijs geeft en je daarvoor laat betalen?'
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, omdat je dat hebt gedaan zonder dat het nodig was, heeft God jou laten zakken en als rabbi voor de heidenen in deze heidense stad laten komen! Dat je daarnaast nu sinds een paar jaar ook een rabbi van de Joden bent geworden, dat hebben de heidenen die jou vriendelijk gezind zijn, en niet de arme Joden van hier bewerkstelligd, en die hebben ook de vroegere zuiver Joodse rabbi uit deze stad weggewerkt.
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Maar Ik zeg je dat het in de toekomst niet meer zo kan gaan! Jij moet geheel en al Jood worden, zoals je vroeger was, anders zul jij over enkele dagen uit deze stad verwijderd worden en zal een waardiger persoon jouw plaats innemen; want Ik ben gekomen om deze stad schoon te vegen, opdat die, wanneer wellicht reeds binnen vijftig jaar het duistere Jeruzalem door de Romeinen tot de laatste steen verwoest zal worden, een veilig toevluchtsoord zal worden voor allen die Ik de Mijnen zal noemen! Denk goed na over wat Ik je nu heb gezegd; want Ik heb er de macht van boven voor om je dit te zeggen!'
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] En zelfs een Romeinse commandant zei: 'Achter deze arts en zijn metgezellen moeten hogere wezens schuilgaan; want zoiets hebben wij mensen nog nooit zonder enig geneesmiddel kunnen bewerkstelligen!'
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik bevond Mij met Mijn leerlingen reeds in de herberg, en niemand van de velen, die naar de herberg waren gekomen, heeft Mij deze dag te zien gekregen, temeer daar het toch al bijna avond begon te worden.
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] De waard zei: 'Zorg nu voor de tafel! Of hij nu Elia of zelfs nog iets hogers is -of uiteindelijk de beloofde Messias Zelf, dat is nu voorlopig onbelangrijk; nu is het zaak om deze wonderbaarlijke gasten tevreden stellen!'
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Wij namen de spijzen tot ons, en de leerlingen spraken met elkaar over de geschiedenis van de Israëlieten, in de eerste tijd dat ze vanuit de woestijn deze landstreek binnentrokken, en over de oorlogen die zij met de Moabieten en later met de Filistijnen moesten voeren; de waard vertelde het een en ander van wat hij wist over het ontstaan van de oude stad Pella en over de lotgevallen die de stad al overkomen waren. Ik rustte echter en sprak weinig.
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] 's Morgens vroeg was de waard het eerste op de been en regelde alles voor de bereiding van een goed ochtendmaal, waarna zijn vrouw, zijn kinderen en zijn knechten en dienstmaagden volop aan het werk werden gezet. Direct daarop stonden wij ook op van onze ruststoelen en banken aan de tafel en gingen een stukje naar buiten; want vanuit deze stad had men werkelijk een prachtig uitzicht over een groot deel van het mooie Jordaandal en over de wijde, brede en nog zeer vruchtbare hoogvlakte.
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Deze ochtend verliep echter niet zo rustig als de nacht; want toen wij weer naar het huis terugkeerden voor het ochtendmaal, troffen we voor het huis al veel volk aan, dat voor het merendeel uit heidenen bestond. De reeds genoemde commandant met nog enkelen van zijn ondergeschikten ontbrak niet en evenmin de oude rabbi.
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarop zei de commandant met een ernstig gezicht: 'Zal ik jullie eens Wat zeggen?! Iemand die in staat is zulke dingen te doen zonder enige hulp van uiterlijke middelen, is een God en geen mens meer! Ik heb al verschillende keren door bepaalde tovenaars wonderen zien doen -maar ik kwam er al gauw achter hoe ze zulke wonderen deden; maar wie kan hier achterhalen hoe deze man de zieke heeft genezen?'
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar de commandant bleef bij zijn bewering, liet zich niet van de wijs brengen en zei: 'Zijn begeleiders zullen nooit in staat zijn Zijn woord en Zijn wil te versterken; want als men zo'n zieke geneest als de zoon van de Joodse waard, kan er nooit iets bereikt worden door een bepaalde afspraak of door een geheime samenwerking. Wij zouden hier allemaal samen kunnen afspreken om onze wil er vast op te richten dat mijn oudste dochter, die al drie jaar te bed ligt met een ongeneeslijke ziekte, gezond wordt, dan zullen wij daar niets mee bewerkstelligen; maar als die man dat helemaal alleen zou willen, zal mijn dochter zeker heel gauw even gezond worden als de zoon van deze waard!'
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] De waard bracht hem naar Mij toe en zei: 'Voor Degene die op deze stoel zit, zal ik altijd mijn knieën buigen!'
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  611 - 612 - 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636  ...