10915 resultaten - Pagina 625 van 728
... 613 - 614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 ...
[6] Zul je echter in jezelf tot volle rijping van het eeuwige leven komen, dan zul je ook de grote schepping buiten jezelf kunnen zien, zoals Ik deze Zelf zie – wat echter ook nodig is. Want als Ik Mijn voleindigde kinderen, die engelen zijn, een hele wereld toevertrouw om daarvoor te zorgen, dan moeten zij zo'n wereld immers ook nauwkeurig zien. Want een blinde kan geen herder zijn. Maar om de werkelijke, grote schepping buiten jezelf te kunnen zien, ben je nog lang niet rijp genoeg! Daarom moet je je nu tevreden stellen met hetgeen je nu ziet; want jij ziet het werkelijke in een overeenkomstige levende afbeelding in jezelf zó, alsof het zich buiten jezelf bevindt.Hoofdstuk 44: Het zevende vertrek - Over het wezen en het doel van Uranus en zijn geesten - De schepping in de mens en buiten de mens in hun wederzijdse relatie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Daaruit kun je echter gemakkelijk opmaken, dat als jij je volledig bewust zult zijn van jezelf, je dan ook alles zult kennen wat zich buiten je bevindt; omdat er buiten jou niets kan zijn, wat niet allang van tevoren in jou aanwezig was. Zoals er ook in de hele oneindigheid niets kan zijn, wat al niet eeuwig van tevoren in Mij in volledige klaarheid aanwezig zou zijn geweest.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Zoals Ik echter de eeuwige, diepste grond en drager van alle wezens ben, zo zijn nu ook Mijn kinderen in Mijzelf de grondstof van alles, wat nu de oneindigheid voor eeuwig geheel en al vult. Zoals echter in Mij het oneindige is, zo is het ook in jullie uit Mij. Want Mijn kinderen zijn de kronen van Mijn eeuwige ideeën en grote gedachten.
Hoofdstuk 45: De wereld van Miron, het geheim van het achtste vertrek – Het geestelijke als grondoorzaak en drager van de gehele schepping - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] IK zeg: 'Ja, Mijn lieve zoon Martinus, ook dat is een planeet - maar, zoals je ziet, is deze niet een geheel, maar geweldig verbrokkeld! Want behalve deze negen delen die hier zonder enige ordening voor ons rondcirkelen, is er nog een hele massa brokstukken: gedeeltelijk liggen deze verstrooid op andere planeten, voor een deel echter zwerven ze nog in onregelmatige banen in de eindeloze ruimten van de schepping rond. Hier en daar worden ze nu nog, als ze in de buurt komen van een vaste planeet of zelfs van een zon, daardoor aangetrokken en in zekere zin verteerd.
Hoofdstuk 46: Het negende vertrek met zijn treurig geheim - De verwoeste wereld van de asteroïden en de geschiedenis hiervan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Toen baatte een vrij middel niet meer. Daarom moest hier een gericht plaatsvinden. En dat was nu de deling van deze planeet door geweld, bij welke gelegenheid natuurlijk ook vele miljoenen van de reusachtig grote mensen te gronde gingen en voor een deel onder de puinhopen begraven werden, voor het grootste deel echter de onmetelijke ruimte in werden geslingerd. Sommigen van hen vielen zelfs op deze aarde, waar vandaan nog heden ten dage de heidense mythe van de gigantenoorlog stamt.
Hoofdstuk 46: Het negende vertrek met zijn treurig geheim - De verwoeste wereld van de asteroïden en de geschiedenis hiervan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Kortom, als jij bij een of ander ding een groter licht- en glansvermogen ontdekt, kun je daaruit altijd concluderen dat hier ook van een grotere werkzaamheid sprake is; want werkzaamheid is het licht en de glans van alle wezens en van alle dingen. Het gezichtsvermogen van het oog bestaat hierin, dat het deze werkzaamheid kan waarnemen. Is het gezichtsvermogen nog onvolmaakt, dan ziet het alleen maar licht en glans. Is het echter volmaakt, dan ziet het de wezenlijke werkzaamheid zelf - wat jij nu in dit licht ook spoedig zult zien, daar je gezichtsvermogen nu volmaakt wordt.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Werkelijk, woorden schieten mij hier te kort! Oneindig mooie mensen, dat is het enige wat ik herken als datgene wat het is. Voor al het andere schieten echter woorden te kort. Zulke grootse dingen heb ik nog nooit gezien, ook de grootste fantasie van de meest wijze mens heeft nooit zoiets vermoed! Het was tot nu toe wel allemaal van uiterste bekoorlijkheid en schoonheid, wat ik al heb gezien - maar vergeleken met datgene wat ik hier zie, valt het totaal in het niet!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Deze eerste mensen stierven vervolgens op de kleine resten van deze eens grote planeet geheel uit, omdat zij daar geen voedsel meer vonden. In hun plaats kwamen er toen naar verhouding kleine mensen, die nu nog de kleine planeetjes bewonen en buitengewoon bescheiden wezens zijn en nu overeenkomen met de hoofdharen en de wenkbrauwen in de grote, universele scheppingsmens. Op de achtergrond zie je echter nog de hele planeet, met alles, zoals hij vroeger bestond, behouden voor een grote dag, die eenmaal over de hele oneindigheid zal uitgaan! [13] Nu weet je ook van deze deur, wat je voorlopig moet weten. De rest zal te rechter tijd vanzelf uit jezelf komen en wel uit dit zaadje, dat Ik nu in je hart heb gelegd! Volg Mij daarom naar de tiende deur, waar je weer nieuwe wonderen staan te wachten; zo zij het!'
Hoofdstuk 46: Het negende vertrek met zijn treurig geheim - De verwoeste wereld van de asteroïden en de geschiedenis hiervan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[26] Ach God, grote, almachtige Meester der schepping, hoe is het U toch mogelijk geweest om in de hoogst eenvoudige menselijke vorm, die in de grond toch steeds dezelfde is, een zo oneindige veelsoortigheid en schoonheid tot stand te brengen en dat in talloze verschillende varianten! Ik zou me wel één mooiste vorm kunnen voorstellen, maar alle andere zouden dan minder mooi zijn; hier zijn er echter talloze en elke vorm is oneindig mooi in haar soort! O Heer, dat is onbegrijpelijk, totaal onbegrijpelijk!
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[34] IK zeg: 'Omdat jullie Mijn hart zijn; deze echter zijn Mijn huid! Maar ook Mijn kinderen zien er oneindig mooi uit als ze volmaakt zijn. Als ze echter nog op jou lijken in hun onvolmaaktheid, dan zien ze er inderdaad nog niet al te mooi uit. Doe daarom je best om je te vervolmaken en word volmaakt, dan zal je gedaante ook een meer hemels aanzien krijgen.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[35] Ik wil echter dat je deze grote, zuivere schoonheden ziet, opdat je jezelf in hun licht des te eerder en des te gemakkelijker leert kennen. Kijk daarom nog een tijdlang in dit licht en ervaar de lelijkheid van je eigen ziel, opdat deze daardoor breekt, murw en rijp wordt en je geest dan in haar opstaat en jou tot een nieuw schepsel omvormt.
Hoofdstuk 47: Het geheim van de tiende kamer - Over het wezen van het licht De wonderen van de zonnewereld - Schoonheid als uitdrukking van innerlijke volmaaktheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Als je een donsveertje op een ei zou leggen, dan wordt het ei niet platgedrukt, want het heeft stevigheid in overvloed om dit gewicht te kunnen dragen. Als je echter op het ei een gewicht van 100 pond zou leggen, dan wordt het ei onder de machtige druk van het te zware gewicht helemaal kapot gedrukt.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zou een reus de jas van een kind kunnen aantrekken? Zeker niet! Als hij het echter toch zou doen, wat zou er dan met de jas gebeuren? Zie, de jas zou in vele stukken uit elkaar worden gescheurd!
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Zoals je echter nu ziet, dat er werelden zijn van de meest uiteenlopende grootte om een evenredig grote kracht te dragen, zo ook zijn er op de werelden in dezelfde mate geesten van verschillende grootte, voor wier voorlopige dragers ook verschillende grote lichamen nodig zijn.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu wordt echter de ware, eigenlijke grootte van de geest niet naar zijn omvang, doch slechts naar zijn liefde en wijsheid bepaald. Maar zie, dat zijn nog oergeesten, die in vrije toestand een heel zonnestelsel in volledige werkzaamheid vervulden! Daar ze echter ook zalig deel zouden willen hebben aan Mijn Rijk, moeten ze ook de smalle weg van het vlees bewandelen! Wanneer ze het lichaam afleggen, dan zullen ze wegens hun grote deemoed en zachtmoedigheid ook slechts onze omvang hebben, - maar ook wel de vroegere, als ze deze nodig hebben.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus