Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 626 van 728

...  614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639  ...
[21] Zie de leliën op het veld: zij werken niet en oogsten niets voor hun schuren, en Salomo in al zijn koninklijke pracht was niet zo gekleed als een van de geringsten onder hen! Daar zie ik talloos vele van zulke leliën; ze hebben geen ploeg, geen mes, geen schaar, geen weefstoel noch borduurraam. Waar echter ter wereld woont een koningszoon of koningsdochter, die een van de allergeringste van deze hemelse leliën zou kunnen benaderen?
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[28] IK zeg: 'Wees maar rustig, je ziet nog niet de juistheid van alles, hoewel je juist hebt gesproken. Ga nu echter met Mij naar de elfde deur, daar zul je een aantal dingen duidelijker inzien en anders oordelen! Volg Mij daarom, zo zij het!'
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] BISSCHOP MARTINUS kijkt nu een poosje naar binnen en zegt ietwat pruilend: 'Wat is dit nu voor een grappige wereld? Mensen, die maar iets groter zijn dan de konijntjes op aarde en de verschillende stukken land zo groot als op aarde de broeibedden. De bomen zijn hoogstens een paar span hoog, zoals op aarde kruipdennen en braam - en jeneverbesstruiken. Het beste zijn nog de bergen, die echt heel hoog en heel steil zijn. Zeeën zie ik helemaal niet, wel echter meren, waarvan het grootste naar aardse maatstaven ongeveer 10.000 emmers water bevat! Sapristi, dat is een verschil tussen deur nummer 10 en nummer 11!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Vooral echter bevallen hem toch nog steeds de mensen van de middelste gordel het beste, aan wier bijzondere schoonheid hij nu iets meer gewend is geraakt. Alleen mogen ze nog niet te dicht bij hem komen en vooral de vrouwen en meisjes niet, omdat ze te mooi en te bekoorlijk zijn. Maar zelfs het mannelijk deel wekt sterke aanvechtingen bij hem op, omdat ook zij zo bijzonder mooi en bekoorlijk gebouwd zijn, dat de aarde nog nooit een vrouwelijk wezen met zo'n weelderigheid, zachtheid, ronding en zachtmoedigheid heeft gedragen.
Hoofdstuk 48: Nog meer wonderbaarlijke ontdekkingen van bisschop Martinus op zijn zon - Waarom de volkeren van de zon verschillend van grootte zijn - Liefde en wijsheid als de ware grootheden van de geest - Martinus' klacht over de aarde en haar bewoners - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Werkelijk, Heer, als U dit wereldje hebt geschapen, heeft het zeker van Uw almacht en wijsheid niet veel gevergd, want voor zover ik dit wereldje zie is het vergeleken met alles wat ik eerder heb gezien eerder saai dan indrukwekkend. Dan moet ik weer terugnemen, wat ik bij nummer 10 zo denigrerend over de aarde heb gezegd! Want ten opzichte van deze wereld is ze toch wel - afgezien van haar mensen - een waar paradijs! - Zeg, o Heer, mij toch, hoe deze wereld heet! Die kan zich toch niet meer in het zonnegebied van onze aarde bevinden?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Opdat je echter in de praktijk zult leren inzien hoe het met de wijsheid van deze mensen staat, zullen er twee dichterbij komen en met jou over verschillende dingen praten. Zie, daar komt al zo'n bultig paartje aan: vraag hen naar verschillende dingen en je kunt er zeker van zijn, dat ze je het antwoord niet schuldig zullen blijven! Zo zij het!'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] BISSCHOP MARTINUS doet nu, wat Ik hem heb opgedragen. Het paartje ziet Martinus meteen en bewondert zijn grootte. Martinus echter begint meteen het volgende gesprek met de beide maanbewoners: 'Zijn jullie wel de echte bewoners van deze kleine wereld of zijn er nog andere, die groter zijn dan jullie en misschien ook wijzer?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] DE TWEE zeggen: 'Als mensen is er alleen een bepaald aantal van ons soort. Maar verder zijn er nog een heleboel schepselen en op het aan de andere kant gelegen deel van deze aarde wonen boetvaardige zondaars, die niet zelden naar ons toekomen om van ons de innerlijke wijsheid te leren. Deze boetelingen zijn echter gewoonlijk van een andere wereld afkomstig, waarschijnlijk van de wereld waar jij ook vandaan komt! Zij zijn wel groot van gestalte maar wat hun wezen betreft zijn ze nog zeer klein. Ook jij ziet er heel groot uit, maar de eigenlijke mens in je is nog maar nauwelijks zichtbaar!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Is echter niet elk mens een zelfde dwaas in nog veel hogere mate, wanneer hij het aardse leven reeds als vrucht geniet, terwijl dit slechts als bloesem en blad voor het innerlijke, ware leven dient? Hij vernielt door zo'n onnatuurlijk en hoogst onrijp genot de eigenlijke vrucht die daaruit moet voortkomen, namelijk het ware, eeuwige leven van de geest. Wat groeit dan uit tot een nieuw, onvergankelijk leven: de bloesem, het blad of het zaad binnen in de rijp geworden vrucht? Alleen toch maar het zaad!
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De dieren beseffen instinctmatig wel hun bestaansorde en ontwikkelen deze heel natuurlijk uit hun natuurlijke orde, die hun instinkt dan ook is. Ook alle gewassen moeten dát tot wasdom brengen, wat in hen is gelegd. Maar dieren en planten zijn nu juist daarom aan datgene, wat zij zijn, gebonden. De mens echter als vrij wezen moet dit alles eerst door leringen van buitenaf in zichzelf als in een volkomen leeg vat opnemen. En het Woord van de goddelijke wijsheid moet in zijn hart worden gelegd als een zaadje in de aarde, opdat hij dan pas tot inzicht in zichzelf en daardoor tot inzicht in God en Diens orde kan komen. Krijgt de mens helemaal geen onderricht, dan blijft hij dommer dan welk dier ook en begrijpt hij minder dan een steen.
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Omdat niet valt te ontkennen, dat jullie ook mensen met dezelfde goddelijke rechten zijn als ons soort mensen, dan moeten ook jullie ooit onderricht, en wel van God Zelf direct of indirect hebben ontvangen, omdat anders jouw wijsheid het allergrootste wonder zou zijn, dat ik tot nu toe heb meegemaakt. Want bij alle oermensen moet God de eerste leraar zijn geweest, omdat anders alle mensen tot aan de huidige tijd wat hun ontwikkeling betreft veel lager zouden staan dan de dieren. Want als A blind zou zijn, wie zou dan aan B het licht hebben kunnen geven? En zou op die wijze noodzakelijkerwijs ook B blind zijn gebleven, van wie zou dan C enzovoort het licht hebben moeten krijgen? Daar jij echter een zeer verlicht mens bent, zeg mij daarom alsjeblieft, hoe het onmiskenbaar licht Gods bij jullie is gekomen en wanneer ongeveer?'
Hoofdstuk 49: Een blik op de maan door de elfde deur - Bisschop Martinus en de wijze van de maan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] De mens van elke planeet heeft al een oneindige schat aan wijsheid in zich! Deze behoeft slechts door een deugdelijk middel te worden opgewekt, om dadelijk uit zichzelf de heerlijkste vruchten te dragen. Voor zo' n middel echter zorgt reeds de hoogste geest van God.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Op deze manier komen wij tot onze wijsheid, namelijk alleen van binnenuit en niet van buitenaf! Als jullie echter ook nog onderricht van buitenaf nodig hebben, dan moeten jullie zeer verstokte wezens zijn en zeer zinnelijk en daardoor op grove wijze zondig: dus tegenstanders van de goddelijke orde en daardoor ook het anti-leven in jullie zelf. Dan moet A evenals B en C enzovoort zeker wel blind zijn en blijven, als onderricht van buitenaf hem niet wekt!
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] IK zeg: 'Luister, Mijn lieve Martinus! Denk je dan dat je door een steekhoudende woordenwisseling zo'n echte wijze de mond kunt snoeren? 0, dan heb je het toch wel heel erg mis! Zie, zoals er maar één waarheid is, zo is er ook maar één wijsheid, die evenals een eeuwige vesting ook voor alle eeuwigheid onoverwinnelijk is! Toen deze maanbewoner jou echter met de enige juiste waarheid tegemoet kwam, met welke nog grotere wijsheid had jij hem dan willen bestrijden?
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Zie, er is wel een heel andere weg om deze geesten gewillig, hulpvaardig en dienstbaar te maken, dan die jij denkt. Die weg heet liefde, deemoed en grote zachtmoedigheid! Door deze drie voor het leven allereerste en allerbelangrijkste eigenschappen komt men tenslotte op het punt, waarop men zeer krachtig tegenover al deze talloze sterrenbewoners staat.
Hoofdstuk 50: Verschil in de uitwerking van onderricht van buitenaf en van binnenuit - De pottenbakkerij - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  614 - 615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639  ...