Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 627 van 1490

...  615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640  ...
[6] Toen de commandant dat van Mij had gehoord, bedankte hij Mij voor de sterking, evenals alle anderen, behalve Judas Iskariot, die niet met ons mee deze heuvel opgegaan was, maar intussen in de stad rondzwierf om bij allen die Ik had genezen om een zogenaamde fooi te bedelen -een bezigheid, die bij hem niet nieuw of ongewoon was; want hij was en bleef een regelrechte dief en was nooit tevreden. Niemand informeerde verder ook naar hem, en ook niemand miste hem.
Hoofdstuk 47: De vraag van commandant Pellagius over bezetenheid (13.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Juist deze ochtend had men vanuit de nabijgelegen stad Abila twee nog jonge mensen tussen de twintig en bijna dertig jaar oud, die naar de mening van de smid een drievoudige epilepsie hadden, naar de herberg van de Griek gebracht om hen daar door de smid te laten genezen. De smid probeerde zijn middelen direct uit; maar ze baatten niets, en daarna begonnen de twee pas goed te razen, stootten tegen de smid en ook tegen de waard de smadelijkste beledigingen uit en dreigden hen schade toe te brengen in al hun bezigheden en aan lichaam en goed.
Hoofdstuk 48: Er worden twee bezetenen bij de Heer gebracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Toen de waard deze woorden had gezegd, waarbij Ik voelbaar zijn wil met de Mijne ondersteunde, stonden de twee op en lieten zich door hun familieleden, die de waard en de smid volgden, direct zonder enig tegenspartelen naar Mij toe brengen.
Hoofdstuk 48: Er worden twee bezetenen bij de Heer gebracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar nu wijs Ik jou, Pellagius, aan voor de jongste. Leg hem in Mijn naam je handen op en zeg: in de naam van Jezus, de Heer, beveel ik jullie om voor ons allen zichtbaar uit deze mens te varen, en wel in de gedaante die jullie door jullie oude, hardnekkige slechtheid eigen is!
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Als jij dat doet, vriend, zullen de vijfdemonen onmiddellijk uit deze man varen en hem voor altijd verlaten. Ga het dus maar doen!'
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Als jullie je wil veranderen! Jullie geesten kennen toch de waarheid en het licht van het leven is jullie niet vreemd -waarom blijven jullie dan al sinds duizend jaar naar de tijd van deze aarde gerekend aan de oude leugen en haar werken van starre eigenzinnigheid vasthouden? Verander jullie wil en smeek Degene die van eeuwigheid Heer over alles is en dat ook verder eeuwig zal zijn, om genade en erbarmen, dan zal ook voor jullie de verlossing dagen!'
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ik zei: 'Verhef je dan naar die regio van deze aarde, waar zuiverder broeders jullie verder zullen leiden!'
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] De man, die van zijn vijfkwelgeesten was bevrijd, kwam naar Mij toe en zei: 'O Heer en Meester, in de eerste plaats bedank ik U, omdat U mij van mijn grote kwelling hebt bevrijd; maar ook beken ik als heiden, dat ik van nu af aan in geen enkele van onze vele goden meer zal geloven en hen vereren, maar U alleen bent de God van alle goden, mensen en schepselen van deze aarde, en alle demonen moeten hun knieën buigen voor Uw naam! Daarom zij U alleen eeuwig alle eer, alle liefde en alle lof!
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Als er echter nog een of andere hogere God zou zijn, tegen wie ik nu misschien door deze openlijke belijdenis van mij heb gezondigd, laat hij dan een bliksem uit de hemelen naar mij slingeren en mij doden!
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Zijn familieleden, die nog heidenen waren, schrokken van deze eed van de jonge man en verwachtten dat Zeus het hem heel kwalijk zou nemen en de bevrijde zeker met een bliksem uit de hemel zou vernietigen.
Hoofdstuk 49: Pellagius geneest een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar Ik stond snel op van Mijn plaats, liep naar de bezetene toe en zei met opgeheven hand: 'Ik wil het; vaar dus zichtbaar voor alle aanwezigen uit de ingewanden van deze man; jullie hebben immers geen recht hem te bezitten en te kwellen!'
Hoofdstuk 50: De Heer drijft zeventien geesten uit een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Deze zagen er echter veel compacter uit en konden zich met in de lucht verheffen, maar kropen rond op de grond, richtten tenslotte hun bek naar MIJ toe en krijsten Mij woedend toe (de geesten): 'Wat hebben wij met U te maken? We kennen U niet en hebben op aarde nooit in strijd met Uw wetten kunnen handelen omdat die er nooit waren! Met welk recht wilt U ons nu tuchtigen? Waarom hebt U ons met Uw overmacht uit deze woning van ons verdreven, die wij met moeite hadden veroverd?' .
Hoofdstuk 50: De Heer drijft zeventien geesten uit een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen zei de commandant tegen Mij: 'O Heer en Meester, die kloof zal alle inwoners van deze plaats tot onheil worden, als U hem niet van die zeventien kwade demonen reinigt; want voor deze werkelijk beestachtige geesten ben zelfs ik bang geworden! Laat U ze daarom niet in die kloof blijven!'
Hoofdstuk 50: De Heer drijft zeventien geesten uit een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Wacht maar even tot Ik klaar ben met de genezene, dan zullen we wel zien hoe deze kloof gereinigd kan worden!'
Hoofdstuk 50: De Heer drijft zeventien geesten uit een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Hierop viel ook de tweede genezene voor Mij op zijn knieën, bedankte Mij voor zijn genezing van de al enkele jaren durende kwelling en legde toen dezelfde geloofsbelijdenis af die zijn broer al eerder had gedaan. Daarna vroeg hij Mij of Ik het verzoek van de commandant niet wilde vergeten; want ook hij kon nu niet zonder afschuw in deze smerige kloof kijken.
Hoofdstuk 50: De Heer drijft zeventien geesten uit een bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  615 - 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640  ...