17481 resultaten - Pagina 628 van 1166
... 616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 ...
[16] En Ik zal eens zijn geslacht geheel van de aarde verdelgen! Zeg hem dat alles zeer duidelijk en herinner hem daarbij aan Mijn heilige naam Jehova en aan Mijn dag: de sabbat!Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Jou, Mijn vrome Abel, zal Ik een kudde tamme dieren tonen en je die geven om te weiden. En de naam die jij ze zult geven, zal de juiste naam zijn; en als je die bij hun naam zult roepen, zullen zij je als hun herder herkennen en ze zullen je stem altijd volgen.
Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Van tevoren dien je droog hout dwars over de plaats te leggen waar het vuur wordt gemaakt, daarna leg je het bloedige offer erop, dan dank je Mij en steek je het vuur aan zoals Ik je heb laten zien, het vuur dat in de steen woont en dat je daaraan op Mijn aanwijzing moet onttrekken.
Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Maar degene die het uit koppige ongehoorzaamheid zal nalaten en uit minachting voor Mijn gemakkelijke gebod uit liefde voor jullie, over hem zal de begeerte tot ontucht en allerlei hoererij komen omdat hij gemakkelijk tot zonde kan vervallen en daardoor tot de dood en dan zal hij een harde strijd te verduren hebben met het bevechten van de slang die Eva verleidde en Ik zal hem niet eerder aanzien, dan tot hij vol berouw de overwinning behaald heeft over zijn vlees.
Hoofdstuk 17: De nieuwe godsdienst en levenswijze - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En nu, jij Mijn domme schrijver en nog steeds zeer onnozele, langzame en luie knecht, luister met beide oren naar wat er verder gebeurde. - Zie, toen gingen allen naar de plaats van hun bestemming en deden, zoals het hun vanuit de hoogste liefde in Mij bevolen was en zij leefden zo gedurende tien omlopen van de aarde om de zon.
Hoofdstuk 18: Kaïns en Abels offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Tegelijkertijd ontstak ook de vrome Abel zijn offer voor de ogen van de Heer en sprak door en door ontroerd: "O Gij goede, heilige Vader, die mij zwakkeling met al Uw kracht van Uw heilige liefde, met het grote oog van Uw zon, zo genadig aanziet! Uw grote liefde brandt weliswaar op mijn huid, - maar mijn hart klopt bij deze grote hitte des te sneller door Uw onmetelijke liefde voor ons zondaars.
Hoofdstuk 18: Kaïns en Abels offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Ja, dit vuur dat ik uit mijn zwakke liefde voor U heb ontstoken, hoe koud is dat ten opzichte van dat van U en hoe klein en donker tegenover dat wat op ons onwaardigen afstraalt uit Uw wijdse zon, die een klein druppeltje is uit de onmetelijke zee van Uw onbegrensde erbarming!
Hoofdstuk 18: Kaïns en Abels offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Ik heb vernomen dat je Mijn zon hebt vervloekt en zag de lege garven waarmee je Mij tengevolge van je luiheid en je inhaligheid wilde afschepen, en Ik heb je ook meermalen zien hoereren in je grote luiheid, want je hebt bijna altijd nagelaten wat je bevolen was te doen voordat je je vrouw zou mogen beslapen. En zeg Me, is dat niet waar?
Hoofdstuk 19: Kaïns moord op Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Zie, Ik heb je geduldig gadegeslagen en liet Mijn bestraffende rechterhand niet op je hoofd neerkomen en Ik werd niet toornig op je in Mijn heiligheid! Overweeg daarom Mijn woorden en word diep gelovig in je hart, dan zul je Mij weer bevallen en je offer zal weer aangenomen worden; als je daarentegen in de geheime boosheid van je hart blijft, dan heeft de zonde zich voor je deur een rustplaats ingericht en zal over je heersen en jij en al je nakomelingen zullen slaven en knechten van haar worden, en de dood zal komen over jullie allen.
Hoofdstuk 19: Kaïns moord op Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Eens in het gras, toen ik nog zwak was, kon je mij wel aan stukken scheuren en mijn vlees en bloed verorberen; maar nu zou je een dergelijk werk bij mij niet gelukken, want de goede kost die je voor mij hebt klaargemaakt van het bloed van je broer, heeft me groot en sterk gemaakt. En nu, als je nog de wil hebt mij te vernietigen, begin dan maar je wraak met mijn bloed te voeden. Maar aangezien je slechts tien vingers hebt en geen tien handen en dientengevolge niet alle koppen tegelijk kunt vastpakken, zullen de overige acht je met hun horens doorsteken en je met hun acht muilen verorberen!"
Hoofdstuk 20: Kaïns vervloeking en vlucht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Toen schrok Kaïn hevig en vluchtte en verdween uit het gezicht van de slang en vervloekte deze nog een keer en zag nu in hoe geweldig hij bedrogen was door de slang. Toen dacht hij: 'Wie zal mij nu met de eeuwig rechtvaardige God verzoenen, nu mijn broer Abel er niet meer is?! O, jij driemaal vervloekte slang, - jij bent de moordenaar van mijn broer en wilde nu mijn moordenaar worden! O, als ik wist dat je te gronde zou gaan als ik te gronde ging, zevenmaal zou ik zijn dood aan mijzelf wreken!'
Hoofdstuk 20: Kaïns vervloeking en vlucht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] "O zwijg", zei Kaïn toen, "jouw zachte leden zijn evenzo vele slangen vol bitter gif en onder jouw zachte gewelfde borst rust een ondoordringbaar pantser, waarmee en waaraan jouw slangenarmen mijn arme en zwakke geslacht zullen dooddrukken! Want in deze gedaante zul je zelfs de reusachtige leviathan tot je meest gehoorzame dienaar maken!"
Hoofdstuk 20: Kaïns vervloeking en vlucht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zeg en antwoord me of het niet zo is; en als het anders is, vervloek dan eerst de slang en houd niet mij, die van boven hierheen kwam om je als een verheerlijkte broer te helpen, voor de slang, maar jezelf en reik mij jouw nog met het bloed van je broer bevlekte hand, opdat die door mijn broederliefde gereinigd zal worden van haar grote schuld en je dan weer genade kunt vinden voor de ogen van de Heer!"
Hoofdstuk 20: Kaïns vervloeking en vlucht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar Abel antwoordde hem: "Dat wat jij gelooft dat nog moet gebeuren, is al gebeurd; maar wat je in je verdorvenheid van mij vraagt, zal ik in mijn liefde voor jou doen. De dood die jij mij denkt te geven, zal over jou komen; en mijn bloed, waarmee je de aarde zult drenken, zal tot God roepen en zal over jouw hoofd en dat van al je kinderen komen; en de steen waarmee je je broer zult doodslaan, zal een steen des aanstoots worden en al je kinderen zullen er te pletter op lopen; de slang zal echter al het bloed te gronde richten en de kinderen van de zegen zullen wraak roepen over jouw bloed; en dan zal er OVer jullie een grote duisternis komen en niemand zal de stem van zijn broer verstaan, zoals je nu al de mijne niet meer verstaat omdat je je hebt laten verblinden door je eigen grote boosaardigheid door de gedaante van de slang in en buiten je, die was, is en eeuwig zal zijn de ware vloek van het gerechtvaardigde gericht van God!
Hoofdstuk 19: Kaïns moord op Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] "Kaïn, jij blinde dwaas, mijn boze broer, kijk, degene die je met een steen hebt doodgeslagen, staat nu verheerlijkt voor je en biedt je zijn hand aan om zich met je te verzoenen en vrees de gedaante van de slang niet, die je zelf bent! Wie was het dan, jij of de slang, die ontrouw werd aan de Heer? Besliep jij of de slang je vrouw net als de honden, zonder het vereiste offer van tevoren te brengen? Was jij het of de slang die de hitte vervloekte en door grote traagheid leeg stro aan de Heer offerde? Zeg me, werd de slang of jij nijdig op je broer uit boze afgunst? En was de slang niet veel meer een uiterlijke verschijningsvorm van jouw eigen innerlijke boosaardigheid, waardoor je jezelf het waandenkbeeld aanpraatte om je broer te doden?
Hoofdstuk 20: Kaïns vervloeking en vlucht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)