Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 628 van 1110

...  616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641  ...
[5] En nu, haast je en doe wat je te verstaan is gegeven! Jehova's en mijn zegen zij met jullie allen! Amen."
Hoofdstuk 125: Adam laat de kinderen van middernacht zoeken - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En jij, Henoch, haast je nu en roep met luider stem: 'Broeders, luister! Jullie vader Adam is naar je toegekomen, opdat hij je net als mij vrij zal maken van ieder juk en je ook een nieuwe machtige brug zal tonen, waarover je langs de kortste weg naar zijn geheiligde vaderland zult kunnen komen om daar morgen al de heilige, vrije sabbat van de Heer mee te vieren!'
Hoofdstuk 126: Asmahaël stuurt Henoch erop uit - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En vraag nu niet verder, maar volg mij snel en vertel mij ook niet waar jullie kinderen en vrouwen zijn; want na mij zal dadelijk een andere Roepende komen, wiens stem al je kinderen en vrouwen als de enig ware zullen herkennen.
Hoofdstuk 127: De drie zonen van Adam geven gehoor aan Henochs roep - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Hoewel ook mijn roep een ware roep van boven was, was het echter toch een vreemde stem die hen riep; daarom hebben ook slechts weinigen daaraan gehoor gegeven. Maar wanneer er één roep en een en dezelfde stem van de grote Roepende zal weerklinken dan zal de stem van deze ware roep in de diepten der aarde doordringen; en er zullen nergens meer doden of levenden zijn die niet dadelijk de ware stem van de enig ware Roepende als volledig waar zullen herkennen en ook niemand zal Hem vragen, zoals jullie mij vroegen, maar iedereen zal hoe dan ook Zijn stem volgen.
Hoofdstuk 127: De drie zonen van Adam geven gehoor aan Henochs roep - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En laten wij ons nu haasten, want jullie vader ziet verlangend naar je uit! Amen."
Hoofdstuk 127: De drie zonen van Adam geven gehoor aan Henochs roep - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En Seth leidde hen daarheen en Adam zegende hen en drukte hen toen aan zijn hart en zei helemaal ontroerd: "O mijn kinderen, hoe gelukkig is jullie vader Adam nu!
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden van Adam ging Asmahaël direct naar het drietal toe en sprak als volgt tegen hen: "Luister, jullie drieën, - Jura, Bhusin en Ohorion!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar eens zal er nog een tijd komen waarop jullie nakomelingen tot aan het einde van hun lichamelijke proefleven op aarde nooit meer zoveel jaren zullen tellen als jullie, en er zullen nog velen onder hen zijn die Jehova nog veel meer zullen liefhebben dan jullie nu. Ja, in die tijden zullen door Jehova zelfs zuigelingen aan de moederborst van hun ouders worden weggenomen en deze ouders zullen daarover zeer treuren en in hun droefheid toch Jehova's lof zingen en Hem alles offeren en daarbij niet zoals jullie denken dat Jehova iemand is die plezier heeft in doden!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar omdat Jehova - zoals je aan alles wat je omringt kunt zien - dat niet is, maar juist het meest volslagen tegendeel daarvan en dus de grootste vriend van het leven, ja nog meer, dat Hij geheel alleen het meest eeuwige en in wezen het leven Zelf is, want alles wat door Zijn adem leeft, leeft vanuit Hem - daarom is Hij ook de eeuwige liefde Zelf en trekt daarom eeuwig al Zijn werken alleen maar naar Zich toe en alle schepselen hebben hun wijze ordening, maar de kinderen zijn vrij in hun doen en laten en zijn door niets gebonden, behalve dat zij leven moeten en wel omdat Jehova een vriend van het leven, maar niet van de dood is -, daarom behoeven vooral Zijn kinderen niet bevreesd te zijn snel gedood te worden, in het bijzonder niet diegenen die zoals jullie, de uitermate goede, grote, heilige Jehova getrouw liefhebben en alle hoop op Hem hebben gevestigd!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zie, dat was een grove fout van jullie; scherp in de toekomst je vertrouwen en laat je liefde tot Jehova groeien, dan zullen jullie met vaste voet over brandend wereldpuin lopen! Want machtig is de arm van Jehova, en aan degenen die Hij vastgrijpt en leidt, zullen te gronde gaande werelden niet bij machte zijn enig kwaad te doen, evenmin als de macht die Hij tot een bestemde tijd prijsgaf om haar eigen vrijheid te beproeven, en dat is de welbekende macht van de slang.
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Blijf nu hier een korte tijd in vrede wachten tot Ik terugkom; want nu vertrek Ik als laatste bode om jullie kinderen te halen en hen allemaal hiernaartoe te brengen, opdat ook zij zullen ervaren en erkennen, hoe buitengewoon goed en vol van liefde de door jullie zo dwaas gevreesde Jehova is!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En Asmahaël riep Jura, Bhusin en Ohorion bij zich en zei tegen hen: "Luister! Jullie vader is reeds bijna twee uur hier bij je en nog niemand heeft hem een versterking gebracht; zend daarom boden naar huis en laat een voldoende hoeveelheid van allerlei vruchten, brood, melk en honing halen, zodat er genoeg is voor allen die hier aanwezig zijn! Ga nu en handel! Amen."
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Waarom eten en drinken jullie dan niet met ons mee?"
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Toen Asmahaël deze verontschuldiging had gehoord, sprak hij tot het viertal: "Jullie hebben juist gesproken en de zin van je woorden heeft Mijn hart goed gesmaakt; ieder van jullie woorden was terecht en jouw uiteenzetting, Abedam, is waar tot in eeuwigheid: maar, Mijn lieve vrienden, nu zijn jullie nog op de aarde en je hebt een lichaam dat aan de aarde toebehoort; daarom is het ook nodig om je met mate met spijs en drank te versterken!
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Wanneer Ik nu tegen jullie zeg: 'Kom hier en eet!', wie zal jullie dan van de maaltijd weren, als Ik je daartoe uitnodig?!
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641  ...