Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 628 van 728

...  616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641  ...
[30] Jij ezel van een hemelbewoner, denk je soms dat ik voor welke straf dan ook bang zou zijn? Probeer het maar eens, dan kun je je meteen overtuigen, hoe weinig respect deze straf mij zal inboezemen! Als de Heer mij door straf beter wil maken dan ik ben, dan moet Hij doen wat Hij belieft. Ik zal echter ook zijn zoals ik wil, zolang ik kan willen wat ik wil! Ik weet wel wat het betekent om de Heer te weerstaan en ik ken Zijn macht. Maar ik heb ook grote bewondering voor de grootheid van een geest, die de moed heeft de Heer te trotseren!'
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[31] BOREM zegt: 'Vriend, ik kwam in opdracht van de Heer zo zacht als een lam bij je. Ik heb je nooit ook maar iets kwaads gedaan, noch in de wereld en nog veel minder hier. Maar jij ontvangt mij meteen op een manier, zoals op de wereld geen heerser zal doen tegenover de minste van zijn slaven! Zeg me, is dat nu wijs of liefdevol, zoals het in de hemel zou moeten zijn? Als de Heer het echter goed oordeelde mij naar jou toe te sturen - ben jij dan nu beter en wijzer dan de Heer, die mij naar jou heeft gestuurd?!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[32] Zie, de Heer ziet de vleselijke lust in je en daarachter de grote hoogmoed tegenover een ieder die jou in je verschrikkelijke wellust zou willen tegengaan! Daarom heeft Hij mij naar jou gezonden, opdat je hoogmoed eindelijk eens naar buiten zou komen en daarmee je voortdurend toenemende lust naar vrouwen. Jij ontvangt mij echter als de ergste helbewoner en lijkt je heel weinig te bekommeren om de Heer, die je zo zalig wil maken. Werkelijk, als je zo wilt blijven doorgaan, dan zul je in plaats van een dergelijke goedheid van de Heer al gauw des te meer geoordeeld worden, naarmate je Hem hardnekkiger tegemoet zult treden!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[36] BOREM doorziet hem echter en begint als volgt met hem te praten: 'Vriend Martinus, ik zeg je in Naam van de Heer Jezus Christus, die de enige Heer is van de hemel en van alle andere schepping in de totale oneindigheid, doe geen vergeefse moeite; want kijk, ik doorzie je geheel en al!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[37] Zoals jij nu bij jezelf zit te denken, zo denken alle pure hellegeesten die wij allen te samen 'duivel' noemen! Met dergelijke grote zaken - die bij mij echter uiterst klein zijn - moet je bij mij niet aankomen, anders zou jouw plan je nog wel eens raar te staan kunnen komen!
Hoofdstuk 52: De zegen van het licht van Swedenborg - De oude Adam in Martinus - Wijze woorden van de vrouwen scherpe terechtwijzing van Borem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Maar dat je me daarom al voor een dui - (God sta ons bij) houdt en helemaal rijp voor de hel, daarover heeft de Heer, die toch kennelijk meer zal zijn dan jij, mij niets laten weten. Ik houd mij echter aan de Heer en niet aan jou! Daarom zal ik ook doen wat de Heer mij zal bevelen: ik zal je alleen maar aanhoren bij het witte bord, waarvan de Heer mij heeft aangeduid, dat jij mij het gebruik daarvan zult leren. In alle andere dingen zal ik naar je luisteren als ik dat wil, zoals tot nu toe.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] BOREM echter zegt: 'Jij bent toch een latinist; dat zul je toch wel kunnen vertalen. Lees maar verder, er staan nog wel meer van dergelijke stukjes op. Als je klaar bent, kom je maar vragen.'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] BOREM zegt: O nee, vriend, niet in het minst. Dat alles staat daar alleen maar om je te laten zien, hoeveel dwaasheid er nog in je huist. Daarom sta je daar ook nog in de boerenkleding die je al gauw na je dood voor de bisschopsmantel ruilde, waarvan echter de kiel ontbreekt die je vrijwillig aan mij hebt gegeven, omdat ik naakt was in het huis van de Heer. Jij weet wel, bij welke gelegenheid. Opdat je deze echter ook niet zult missen, kun je hem weer terugnemen. Zie, daar onder de tafel ligt hij, gewassen en netjes opgevouwen. Neem hem en trek hem weer aan, opdat het gemakkelijker voor je wordt om je dwaasheden volledig in te zien.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Ook al heeft de Heer je de oneindige genade bewezen en je het gif van de boosheid afgenomen, je hebt toch nog de grote dwaasheid behouden. Als die door jou goed wordt gevoed, kan ze in de ergste boosheid overgaan en je in een afschuwelijk oordeel storten. Want weet wel, zolang je in de geest niet volledig bent wedergeboren, ben je voor de hel allerminst veilig. Opdat je echter aan een dergelijke calamiteit zult ontkomen, moet je hier alle dwaasheid worden getoond waar je nog heel sterk aan hangt, en waarvan de Heer Zelf je nog niet kon bevrijden zonder je te oordelen.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] BOREM valt hem in de rede: 'Vriend, juist dáárvoor, waarvoor bij jullie op aarde de uitsluitend dogmatisch latijnse ritus goed is! Want daar begrijpt ook niemand iets van, behalve wanneer hij deze heidense taal machtig is. Opdat op aarde echter vooral niemand zal begrijpen wat er zich in de zogenaamde godsdienstige latijnse ritus gebeurt, ook al zou hij het Latijn machtig zijn, moet er tijdens de mis met orgels, pauken en bazuinen een buitensporig lawaai worden gemaakt, opdat niemand zal horen, wat er allemaal gebeden of geblèrd wordt. In het andere geval echter wordt die mis zachtjes gemompeld, zodat ook daarvan niemand iets zal verstaan. Zeg, is dat ook niet dwaas - en toch bisschoppelijk?
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] De Heer spreekt wel van een opwekking op de jongste dag, maar die begint echter bij iedereen meteen na de dood van zijn lichaam. Maar over een oordeel spreekt Hij alleen maar als volgt: 'Ieder heeft echter al in zich wat hem zal oordelen, namelijk Mijn Woord!' Als nu echter zo het woord van de Heer luidt, waar blijf je dan met je onheilspellend 'Dies irae, dies illa'. Dat zou dus beter kunnen luiden: 'O dag van mijn naakte dwaasheid en mijn hevige boosheid!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[25] Daarom zul jij, zolang je zo blijft als je nu bent, van mij geen lessen en aanwijzingen meer krijgen. Om je echter van nu af geen aanleiding tot ergernis meer te geven, laat ik je nu in opdracht van de Heer alleen. Je kunt van nu af aan vrij doen en laten wat je wilt. Maar bedenk, dat voor jou van hieruit beide wegen, naar de hemel zowel als naar de hel, even ver open staan en ook de daarmee verbonden verklaring, wat in het evangelie werkelijk gezegd is over de verschijning van de laatste tijd!'
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[27] Bisschop Martinus roept nu weliswaar heel luid om Borem, maar deze komt niet meer opdagen. Hij roept ook om de Heer en om Petrus; maar ook van deze twee is nergens iets te bespeuren. Hij loopt nu weer naar de deur van Mercurius en ziet deze planeet wel, echter van grote afstand. Hij gaat naar de deur, waardoor hij vroeger bij nummer 1 de mooie kudde lammeren heeft waargenomen, ziet door deze deur echter niets dan de tamelijk verlaten weide, waarop hij die mooie kudde voor de eerste keer had gezien, voorzien van de lijst met hun namen.
Hoofdstuk 53: De ontstemde bisschop Martinus - De scherpe terechtwijzing van Borem en zijn vertrek - De eenzame Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Omdat hij zich echter een tijdlang buiten zijn huis ophoudt en niets van al datgene vindt, wat hij graag zou willen vinden, loopt hij daarop wat landerig een tijdlang in zijn kleine tuin heen en weer en vindt enkele onaanzienlijke bessen, die hij al gauw plukt en opeet, omdat hij wat honger begint te krijgen. Maar deze kost smaakt hem nu juist niet al te goed, zodat hij daarvan maar niet te veel eet. Wel zoekt hij nog een tijdje verder, maar omdat hij niets vindt, gaat hij weer zijn huis binnen en geeft het dan ook op, om nog naar de galerijen te willen gaan.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] De sterren aan het firmament zijn steeds hetzelfde - een huis blijft zo lang gelijk, tot men het heeft afgebroken en in zijn plaats een ander heeft neergezet. Hier echter is alles alleen maar als een domme droom. Je hebt het een keer gezien, maar keer je je om en je zou het nog eens willen zien, misschien van een andere kant, dan is er geen spoor meer van al datgene, wat je eerder van de ene kant had gezien.
Hoofdstuk 54: Martinus' alleenspraak - Kritiek op de kerk - Ontdekking van een vesperhoek - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  616 - 617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641  ...