Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 629 van 1110

...  617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642  ...
[2] "O lieve vaderen en ook jullie, mijn geliefde kinderen, zie mij aan en verwonder je in hoge mate over mij, zwakke, die nu sterk is geworden in de Heer die mijn God en jullie God is, mijn allerliefdevolste Vader en jullie meest liefdevolle Vader, mijn alles en jullie alles, ja mijn vrije, eeuwige leven zo goed als dat van jullie! Zie mij aan en verbaas je over mij; want ik heb een zodanige genade gevonden in de ogen van God, die mijn enige, grootste liefde is, dat Hij mijn stam heeft gezegend voor de grote belofte tot aan het einde aller tijden! Ja nog eenmaal roep ik: zie mij aan en verwonder je in hoge mate over mij, want ik werd nu bestendig gemaakt en aangedaan met een onsterfelijk lichaam, zodat zelfs mijn vlees in eeuwigheid nooit zal vergaan!
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] O vaderen en kinderen! Dat heeft de Heer nu in aanwezigheid van jullie allen aan mij gedaan. Jullie weten allemaal dat wij voor iedere dag een steen neerlegden en ook een wanneer de maan vol was; en als een jaar verstreken was, dan droegen wij de dag - en de maanstenen op een hoop bijeen en richtten daardoor voor ieder jaar een blijvend gedenkteken op. Zie, dit hier is meer dan een dag, een maan, een jaar; veroorloof mij daarom hier op de plaats waar ik nu sta, op de meest waardige wijze een groot gedenkteken op te richten voor de Heer, die ons in de persoon van Asmahaël zo heerlijk, wonderbaarlijk en liefdevol heeft bezocht, die nu in ons midden is en tot aan het einde aller tijden bij ons zal blijven; ja voor alle eeuwigheid! Reeds nagenoeg het derde deel van de dag gaat Hij, ons zo buitengewoon liefdevol leidend, te midden van ons met ons mee en nog is het niemand ingevallen Hem daarvoor groter lof te betuigen dan de lof die wij onderling aan elkaar betuigen. O vaderen en kinderen, wij nodigen alle kinderen uit voor de offerande die wij de Heer op de sabbat van morgen willen brengen! Zie, zie, de Heer liet niet op Zich wachten en kwam vandaag naar ons toe en was gisteren bij ons en is nu in ons midden! Maar wat is meer, - de Heer of de sabbat?!
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Dus zeg Ik hier: Ik kwam naar jullie toe; behalve Henoch, kwam niemand Mij tegemoet. Ik gaf je een gebod; uit vrees Mij te verliezen heb je het gehouden, zonder te bedenken dat de ware, reine liefde nooit iets heeft te verliezen en wel het allerminst bij Mij.
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Jullie hebben het verschil tussen Mij en jezelf slechts vaag herkend; maar Henoch heeft Mij herkend. Daarom zegen Ik het offer van je hart en wijd het altaar dat je voor Mij opricht, geliefde Henoch! Zie, op deze plek zal eens je geslacht worden gered van de vloedgolven der zonde en een nakomeling van jou zal dit altaar weer oprichten en Mij daarop een dankoffer brengen! En wees daarom gezegend voor alle tijden! Amen."
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Luister. Ik zal jullie een gelijkenis vertellen; deze moet je beoordelen! En zij luidt als volgt:
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] O onderzoek jezelf en kijk daar of het met jullie harten niet net zo is gesteld als met het zand en met de stenen!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Omdat jullie Mij nu aan Mijn daden en woorden en uit Henochs getuigenis herkend hebben, ben je ook verwarmd en daarom vervuld met achting en liefde tot Mij; maar wanneer Ik weer onzichtbaar voor je word, zeg Me, zal het dan met jullie ook zo gaan als met de goede aarde?!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Ik ben nu al zo vele uren in jullie midden; maar wie van jullie heeft voor Mij gedaan wat Henoch gedaan heeft?
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Je hebt nu gezien hoe Henoch door Mij opgenomen werd; jullie zouden ook zo opgenomen willen zijn. Maar Ik vraag je: heb je Mij ook zo opgenomen als Henoch? - Zie, Henoch, heeft Mij reeds vanaf het begin uit zuivere liefde opgenomen; hebben jullie dat ook gedaan?
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Toen Ik evenwel vanuit de diepte en als een nederig mens tot jullie kwam, lieten jullie Mij voor je in het stof liggen!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Je hebt weliswaar de oproep aan de kinderen laten uitgaan om morgen de sabbat in Jehova's naam te vieren; maar denk je soms dat uit liefde voor Jehova gedaan te hebben? O, daarin vergissen jullie je geweldig; dat heb je slechts gedaan uit slaafse angst en de daaruit voortvloeiende hoogachting voor Jehova's oneindige macht, en daarenboven ook nog uit vreesachtige en daardoor ook uit plichtmatige dankbaarheid, voor het grootste deel afgedwongen door Gods grootheid!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Jullie zouden weliswaar tegen Mij willen zeggen: 'Heer, wij geloven toch dat U het bent, de enig ware, heilige, grote, eeuwige, machtige God, vol van erbarmende en genadige liefde!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Maar Ik zeg je: wie niet met de zuivere liefde van zijn hart gelooft, diens geloof stelt niets voor en heeft voor Mij geen enkele waarde! Jullie mogen dan talloze malen 'Jehova!' roepen en zeggen: 'Grote, verheven, machtige, heilige, barmhartige God, Heer, Schepper van alle dingen, lieve Vader!' enzovoort, - maar waarlijk, Ik zeg je, het is veel beter voor je, je lippen, tanden, tong, kaken, keel en longen te sparen; want al dat ledige, vrome geblaat zal nooit tot Mijn oren doordringen!
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Onderzoek hierna eerst jullie harten en sta dan pas op en kom bij Mij! Amen."
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Ja, je hebt in hoge mate eerbied voor Mij, maar ook de rotstoppen van de bergen zuigen weliswaar de eerste en de laatste zonnestraal op, omdat zij het licht opslorpen, - maar voegt zich daar dan ook de warmte bij, dan hullen de bergen zich onmiddellijk in dichte en sombere nevelen en wolken, opdat hun eeuwige sneeuwen hun eeuwige ijs maar niet zal smelten en vergaan. Zo lijkt jullie liefde ook op de liefde van de kalveren voor de volle uier van de moederkoe, waar zij naartoe springen en dan met hun koppen net zolang tegen de uier duwen als daarin nog melk valt te bespeuren; maar willen de spenen helemaal geen melk meer geven, dan verlaat het kalf meteen de koe en is er bij het kalf niets meer te zien wat op liefde lijkt.
Hoofdstuk 134: Asmahaëls gelijkenis over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642  ...