Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 629 van 1088

...  617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642  ...
[744] Maar dan gaat ook "de andere discipel", die de reine, hemelse liefde vertegenwoordigt en stil hield voor het graf, naar binnen, ziet "het" ook en - gelooft! Hij gelooft dat de Heer door eigen Godskracht uit de dood is opgestaan en nu eeuwig leeft! Terwijl het verstand nog draalt en over­weegt, heeft de zuivere liefde reeds het doel van de waar­heid bereikt.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[641] Veel christenen ontkennen evenwel, dat er ook na de aardse dood genade, voleinding en zaligheid bestaan. Ze willen alleen nog het gericht en het oordeel en - naar de maatstaf van hun aardse geloofsopvatting - gaat het voor hen of om een eeuwig, zalig leven, of om het voor eeuwig verdoemd zijn. Dit wordt evenwel door de blijde en ver­heugende tijding in de brief van Petrus weersproken! Het erbarmen van de Vader kent geen grenzen! Ja, het eerste bracht de Heer na de kruisiging juist aan de onzaligen, die waren overgeleverd aan het gericht van de geestelijke wereld, de boodschap van Zijn grote, verzoenende daad en van de allen omvattende liefde van God.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[656] "Het is toch volkomen begrijpelijk dat het aardse li­chaam, nadat de ziel zich ervan heeft losgemaakt, nooit meer zal opstaan en in al zijn delen weer tot leven gewekt zal worden. Want, als dit het geval zou zijn, dan zou ook alles wat gedurende het tijdelijke leven door het lichaam is afgelegd, zoals bijvoorbeeld haren en nagels, maar ook zweetdruppels en bloed, die men in veel bittere voorvallen heeft verloren en dergelijke, nieuw leven moeten worden gegeven. Stelt u zich zo'n menselijke gestalte, die op de jongste dag tot leven is gewekt, eens voor! Zo'n lichaam zou er toch belachelijk uitzien! Ook heeft de mens immers op verschillende tijden een verschillend lichaam. Zo ziet het lichaam van een kind er anders uit dan het lichaam van een jonge man en ook weer anders dan het lichaam van een volwassen man of dat van een grijsaard. Bij een volkomen tot leven wekken van een gestorven menselijk lichaam zou logischerwijs de vraag moeten worden gesteld of alle vormen, welke het lichaam van de mens vanaf zijn jeugd tot aan de ouderdom gehad heeft tegelijk of de één na de ander of slechts één enkele vorm weer tot leven moet( en) worden gewekt. Daarnaast komt het voor dat lij­ken verbrand worden of door dieren worden opgegeten of op een andere manier tot ontbinding overgaan en dat hun bestanddelen in nieuwe levensvormen worden ingevoegd. Wie moet dan wel de vroegere menselijke lichaamsdelen uit de nieuwe vormen zoeken en weer tot een menselijke gestalte samenvoegen!?
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[717] Petrus en de andere discipel gingen naar buiten en bega­ven zich op weg naar het graf. Samen gingen zij op weg, maar de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. Hij boog zich voorover en zag de linnen windsels liggen, hij ging echter niet naar binnen. Nu kwam ook Simon Petrus achter hem aan en ging het graf binnen. Hij zag er de linnen doeken liggen, maar de zweetdoek, die op Jezus' hoofd was geweest, zag hij niet bij de doeken liggen, maar opgerold terzijde op een andere plaats. - Toen ging ook de andere discipel, die het eerst aan het graf was gekomen, naar binnen, en hij zag het ook en geloofde; want zij hadden de Schrift nog niet begrepen, dat Hij uit de doden moest opstaan. - De beide discipelen gingen vervolgens weer naar huis.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[718] Maria echter, stond buiten dicht bij het graf en weende. Terwijl zij weende, boog zij zich voorover en keek in het graf. Daar zag zij twee engelen zitten, in witte klederen, één aan het hoofdeinde en de ander aan het voeteneinde van de plek waar het lichaam van Jezus gelegen had. Een van de engelen zei tot haar: "Vrouw, waarom weent gij?" - Ze antwoordde: "Omdat ze mijn Heer weggenomen hebben en ik niet weet waarheen ze Hem hebben ge­bracht." Nadat ze deze woorden had gesproken, keerde ze zich om en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was. - Jezus zei tot haar: "Vrouw, waarom weent gij? Wie zoekt gij?" - Maria meende echter dat het de hovenier was en zei Hem: "Heer, als gij Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar gij Hem hebt neergelegd; ik zal Hem dan weer halen." - Toen sprak Jezus tot haar en zei: "Maria!" - Zij keerde zich om en in het Hebreeuws riep ze uit: "Rabboeni!", dat wil zeggen 'Meester!' - Jezus echter zei tot haar: "Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opge­varen naar de Vader, naar Mijn God en uw God." - Maria van Magdala ging heen en boodschapte aan de discipelen, dat zij de Heer had gezien en dat Hij haar dit gezegd had.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[745] Zo gaan de beide discipelen na hun gemeenschappelijke tocht naar het graf weer "huiswaarts" - ieder met het resul­taat van zijn rennen en zoeken. En zo zal ook elk van ons eens terugkeren naar het eeuwige Vaderhuis met datgene wat hij met zijn gaven door zijn liefde en zijn handelen heeft verworven.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[755] En daarom was zij ook de eerste die naar Mij informeer­de - in aanwezigheid van de anderen, die hetzelfde meer vanuit een vrome droefheid dan vanuit een dergelijke on­uitputtelijke liefde deden.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[774] Thomas was, zoals we uit de werken van Lorber weten, met Andreas, de broer van Petrus, de eerste discipel die zich al in Bethabara (de plaats waar Johannes, de wegbe­reider van de Heer, doopte) bij de Heer had aangesloten. In hem leefde dus een sterke drang naar wat goddelijk rein, groot en goed was; bij het zien van het 'Lam Gods' raakte zijn ziel daarvan reeds vervuld door de machtige werking van de Geest.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[775] En later horen we ook uit de mond van Tho­mas, toen de Heer de zeer gevaarlijke tocht naar Bethanië begon om voor de ogen van de tempeldienaren hun grote tegenstander Lazarus uit het graf op te wekken, de dodelijk vermoeide oproep tot de discipelen: "Kom, laten wij ook gaan om met Hem te sterven!" (Joh.11:16).
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[727] Men vertelt ons: toen Maria Magdalena op de ochtend na de sabbat naar het graf van de Heer ging, was ze niet alleen, maar enkele andere vrouwen gingen met haar mee. Met Maria van Magdala erbij waren het er in totaal zeven. Omdat deze eerste getuigen wat betreft hun natuurlijke aanleg, maar ook in hun geestelijk schouwen en kennen verschillend waren, waren ook hun waarnemingen anders en luidden dienovereenkomstig ook hun verhalen verschil­lend. En zodoende kwamen de veelvuldige geruchten, die op die waarnemingen berustten, tenslotte ook in een heel verschillende vorm bij de vier evangelisten.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[728] "Indien gij dit samenvat", zegt de Heer in een verklarend woord door Jakob Lorber, "is het beslist niet moeilijk de oorzaak te begrijpen, waarom de vier evangelisten elkaar met betrekking tot deze feiten schijnbaar tegenspreken. Want de mededelingen, die de apostelen en discipelen be­reikten, verschilden van elkaar omdat de vrouwen natuur­lijk en geestelijk verschillend geaard waren, en zo tekenden de schrijvers, ieder naar zijn geloof, ook verschillende din­gen op. Want hoewel ze onder leiding van Mijn heilige Geest geschreven hebben, was hun wil toch vrij en waren ze derhalve ook vrij in hun oordeel en acceptatie. En zelfs als hun wil, zoals bij Johannes, door de wedergeboorte, die had plaatsgevonden, helemaal goed door God geleid was, dan was hun verkondiging dus des te meer volkomen, in overeenstemming met Mijn wil. Indien u dit dan alles weet, laat u dan niet meer door zulke kleinigheden op een dwaal­spoor brengen, maar word ijverige en ware daders van het woord; wanneer u zo handelt, zult u aan geen enkele tegenspraak meer aanstoot nemen!
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[735] Maar het was nog "vroeg in de ochtend, toen het nog donker was". Slechts een enkele ziel was reeds ontwaakt. - Met hen begeeft Maria van Magdala zich naar het graf van de Heer die ze liefheeft. Maar de steen voor het graf is weggerold, het graf is leeg. En de liefde van Magdalena, die nog steeds aan het uiterlijke, aan het lichamelijke hangt, is met verbijstering geslagen en ijlings haast ze zich totaal van streek naar huis terug, naar Petrus met zijn standvastig, doordacht geloof en naar Johannes met zijn zuivere, hemel­se liefde: "Ze hebben de Heer uit het graf weggenomen ­we weten niet waar ze Hem hebben neergelegd!"
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[740] Johannes, de hemelse liefde, "buigt zich voorover" en in deze houding van de zich buigende deemoed, beseft deze in een flits dat zij de eerste bewijzen ziet van het grote, on­metelijke heilsfeit. Zij ziet de linnen doeken liggen en de geest zegt door middel van dit uiterlijke teken reeds zo veel aan de ziel, dat haar lichte, hemelse liefde voor verder on­derzoek niet het graf hoeft binnen te gaan; dat wil zeggen: de hemelse liefde zoekt geen concrete bevestigingen en be­wijzen. Johannes "zag - maar ging niet naar binnen". Want geweldige vermoedens vervulden reeds zijn hart.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[750] Ze draait zich om, daarmee gevolg gevend aan een ge­heime ingeving van haar hart, en met het oog van de geest ziet ze dat de Heer in het verheerlijkte zielelichaam voor haar staat. Het geestelijk oog in Maria is evenwel nog niet voldoende scherp om de Heer, die "in het donker van de vroege ochtend" op het punt staat ten hemel op te varen ("Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader"), te herken­nen. En pas als zij met een geestelijk horen Zijn stem hoort en haar naam uit Zijn mond hoort noemen, herkent haar hart Hem. En onder de schreeuw "Meester!", die ze in haar moedertaal "in het Hebreeuws", de taal van haar innerlijk, uitstoot - rent ze naar Hem toe om Hem te omarmen. Maar haar liefde, die nog te aards is, mag nog niet tot het reinste goddelijke Wezen genaken. En daarom hoort ze uit de mond van de Opgestane de woorden: "Raak Mij niet aan!, want Ik ben nog niet tot Mijn Vader opgevaren." Voor haar is het moment nog niet gekomen, dat ze zich aan Jezus' borst mag vlijen; dat zal pas kunnen, wanneer de Heer geheel is opgevaren en ook haar zal hebben gereinigd van elke aardse hoedanigheid door de machtige stroom van de heilige Geest, die Hij dan zal uitstorten. Ze mag wel de voeten van de Heer omvatten. Mattheus bericht dat zij vanuit een gevoel van haar menselijke onwaardigheid op de knieën viel en vol liefde en deemoed de voeten van de Heer omklemde.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[789] De Heer: "Luister naar een niet bekend evangelie over 'De hemelvaart van de Heer', die plaats vond in Bethanië op een berg, welke voorheen geen naam had en daarom pas na de hemelvaart de naam kreeg van de 'Berg des Heren', ook wel 'Berg der hemelvaart', volgens sommigen ook 'De weg naar Gods Hoogte'. Dit evangelie luidde destijds alge­meen, zoals het door alle ooggetuigen werd verteld, als volgt:
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
...  617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642  ...