Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 629 van 1490

...  617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642  ...
[10] Ook deze stad werd voor het merendeel door heidenen bewoond. Slechts tien Joodse gezinnen hadden in deze stad een onaanzienlijk onderkomen, en ze moesten de heidenen dienen en van hen leven. Alle tien gezinnen hadden slechts één oeroud en vervallen huis om te bewonen; ze hadden in deze stad daarom ook geen eigen herberg en geen synagoge.
Hoofdstuk 55: De reis naar Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Probeer dus die grote heer en meester, over wiens wonderbaarlijke daden wij reeds hebben gehoord, ervan te doen afzien om bij ons onderdak voor de nacht te zoeken en te willen nemen; er zijn in deze stad immers verscheidene goed ingerichte herbergen.'
Hoofdstuk 55: De reis naar Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Maar Ik zei tegen hem: 'Vriend, bespaar je de woorden, aangezien Ik alles allang weet! Maar Ik ben inderdaad - zoals jij reeds tegen deze mensen hebt opgemerkt - juist naar hen toe gekomen omdat Ik heel goed weet hoe het met hun huis en met henzelf gesteld is. Laten we dus direct naar de oudste gaan!'
Hoofdstuk 55: De reis naar Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen Ik bij de oudste kwam, zei deze (de oudste): 'U bent bij ons allen wel welkom, heer en meester; maar wat wij tegenover de grote genade die u ons bewijst kunnen doen, zal u vast niet welkom zijn! Kijk eens naar ons huis, en onze kleren zullen u, zonder verder iets te hoeven zeggen, vanzelf wel laten zien hoe het er met ons allemaal voor staat!'
Hoofdstuk 56: De Heer in de woning van de tien Joodse gezinnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Vrede zij met jullie! Hoe het er met jullie voor staat, weet Ik welmaar voor het grootste deel is die armzalige toestand jullie eigen schuld; want door traagheid en door haast geen vertrouwen op God, de enige Heer en Gever van alle goede gaven, zal geen enkel mens het op deze aarde ver brengen.
Hoofdstuk 56: De Heer in de woning van de tien Joodse gezinnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Nou, nou, dat is wel goed en waar zo! Dat jullie weggezakte geloof door deze daad van Mij in één keer weer opgericht is, is wel goed te begrijpen, evenals het feit dat jullie Mij onmiddellijk hebben herkend; maar in de toekomst moeten jullie je geloof door werken van ware naastenliefde eerst levend maken, anders heeft het in Mijn ogen geen waarde voor het leven van jullie ziel. Want Ik ben enkel door Mijn overgrote liefde naar jullie mensen toegekomen, en zo kunnen jullie mensen ook alleen maar weer door liefde voor Mij en voor je naaste tot Mij komen en op die manier tot het eeuwige leven van jullie zielen, als Mijn echte kinderen; dat dienen jullie goed te onthouden!
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De oudste zei: 'O Heer, Heer, dit werk zal in deze streek van de zestig steden zeer groot opzien baren, zowel bij de weinige Joden als bij de vele heidenen, en zowel in deze stad als mettertijd ook in de andere steden. Als de mensen van alle kanten hierheen komen en zien dat ons al zo lang vervallen huis plotseling in een echt koninklijke burcht is veranderd, en aan ons vragen hoe dat gebeurd is -wat voor antwoord zullen wij hun dan kunnen geven?'
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik zei: 'Maak je daar geen zorgen om; want als jullie genoodzaakt zijn tegenover de mensen over deze daad en over Mij te spreken, zal jullie wel in de mond gelegd worden wat jullie moeten zeggen! De al te opdringerige mensen kunnen jullie naar de commandant en zijn onderofficieren verwijzen, die het allemaal hebben zien gebeuren -dan zullen ze de juiste opheldering krijgen; want deze mensen kennen Mij al heel goed en weten dat niets voor Mij onmogelijk is.'
Hoofdstuk 57: Het getuigenis van de oudste over de Heer (21.9.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Maar opdat ook jullie weten waarom Ik nu deze oude, vervallen burcht, waar vroeger koningen in hebben gewoond, weer heb opgericht en als het ware weer helemaal opnieuw heb opgebouwd, moeten jullie letten op wat Ik jullie nog ga zeggen:
Hoofdstuk 58: De geestelijke overeenstemming van de vernieuwing van de vervallen burcht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] In de eerste plaats komt het opnieuw oprichten van deze oude koningsburcht overeen met het feit dat Ik het oude, geheel vervallen geloof in de ene, enig ware God, nu weer overal opnieuw tot leven breng.
Hoofdstuk 58: De geestelijke overeenstemming van de vernieuwing van de vervallen burcht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Er zijn van de oude burcht des geloofs nog wel enkele verweerde, verbrokkelde en vervallen waarheidsresten aanwezig; maar die deugen niet meer als levenswoning van Mijn liefde en erbarmen voor de zielen van Mijn kinderen, zoals ze ten tijde van de koning van Salem waren, maar ze deugen nog slechts als woning voor degenen wier gemoed geheel en al op het ongedierte lijkt dat deze burcht al lange tijd herhaaldelijk en in vele vormen heeft bewoond.
Hoofdstuk 58: De geestelijke overeenstemming van de vernieuwing van de vervallen burcht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als daar geen volledige verbetering en ommekeer naar Mij plaats zal vinden, zal Ik die stad en iedereen die aan haar kant staat nog erger bezoeken dan Ik ten tijde van Lot Sodom en Gomorra heb bezocht; en daarmee wijs Ik jullie op de tweede reden waarom Ik deze burcht nu opgericht en weer helemaal opnieuw opgebouwd en van alles voorzien heb!
Hoofdstuk 58: De geestelijke overeenstemming van de vernieuwing van de vervallen burcht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Het gericht dat over de stad Jeruzalem toegelaten zal worden zullen jullie, oude lieden van deze plaats, in je lichaam wel niet meer meemaken, maar de jongeren onder jullie en hun kinderen zullen het meemaken. En als het gebeurt, denk dan aan wat Ik jullie nu heb gezegd!'
Hoofdstuk 58: De geestelijke overeenstemming van de vernieuwing van de vervallen burcht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] De oudste zei tegen Mij: 'Heer, Heer! Misschien wil onze aardse gebieder, de wijze commandant, ons iemand bezorgen die de kookkunst machtig is; want wij hebben al vele jaren niets meer gekookt, hebben geen vuur en in deze omgeving ook geen brandhout voor de haard. Daarom is het ons in drieërlei opzicht onmogelijk om voor U en hen die bij U zijn, een gekookt avondmaal te bereiden, hoewel alle grote en kleine provisiekamers door Uw genade meer dan vol zijn met allerlei voorraden. Er zal door Uw genade ook wel voor brandhout en vuur gezorgd zijn; maar wat helpt dat, als wij geen van allen in staat zijn te koken en eten klaar te maken?'
Hoofdstuk 58: De geestelijke overeenstemming van de vernieuwing van de vervallen burcht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] (De Heer:) 'Maar in deze burcht bevindt zich toch ook nog een grote, van basaltstenen gemetselde kelder! Heb je die nog nooit ontdekt en gezien?'
Hoofdstuk 59: De burcht van Melchizédek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  617 - 618 - 619 - 620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642  ...