Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 64 van 139

...  52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77  ...
[17] En, zoals reeds vermeld, na de gedwongen reiniging van de geest werden jullie pas samen met je geest weer gewekt en weer voor de lijfelijke ogen van de mensen geplaatst.
Hoofdstuk 189: Het maal op het tempelplein. Kisehels woorden over de bestemming van de vrouw. Sethlahems troostende woorden tot de vrouwen en de meisjes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] En zie, uit deze toorn zijn toen al de talloze geesten, zonnen en werelden, deze aarde en alles wat op haar is, geschapen!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] In natuurlijke kost rusten verdorven geesten, en heeft de mens er teveel van in zich opgenomen, dan worden zij meester van zijn eigen geest en ondergraven zijn wezen zoals knagende kevers en wormen een boom ondergraven, hem ruïneren en tenslotte geheel te gronde richten.
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Als je nu het wezen van de liefde en van het leven beschouwt en de uit beide voortspruitende daadkracht en je beschouwt het wezen van het licht en van de wijsheid en de uit beide voortkomende orde en als je tenslotte nog beschouwt de uit al het genoemde voortkomende heiligheid of het wezen van het eeuwige woord uit Gods mond, dan heb je zeven geesten, die allen voortkomen uit de liefde, en de liefde zelf is de eerste vanuit zichzelf uitgaande geest en de andere zes komen tegelijkertijd uit de liefde voort en zijn toch van eeuwigheid één met haar.
Hoofdstuk 252: Henochs bedenkingen over de offerdood van de Heer. De grote onthulling van de Heer over het wezen van Gods liefde, leven, licht en wijsheid. Over de godmens Jezus als vleesgeworden Woord van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] En zie, ondanks al deze scheidingen besta Ik toch ongedeeld in het volle bezit van al Mijn geesten.
Hoofdstuk 252: Henochs bedenkingen over de offerdood van de Heer. De grote onthulling van de Heer over het wezen van Gods liefde, leven, licht en wijsheid. Over de godmens Jezus als vleesgeworden Woord van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Want waar jullie met je ogen aan het uitspansel één geheel zien, daar zweven in Mijn eeuwige almacht talloze werelden, die allemaal wezens zoals jullie dragen; en achter die werelden zijn de eindeloze geestelijke woonplaatsen in de geest voor de geesten; en één zo'n woonplaats omvat meer dan de hele uiterlijke, eindeloze zichtbare ruimte!
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] En als wij geesten de bestemming hebben om met grote liefdesmacht vanuit de Heer de werelden te dienen, zeg me dan eens hoe dat mogelijk zou zijn als wij datgene wat wij moeten dienen niet zichtbaar voor ogen zouden hebben!
Hoofdstuk 10: Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Deze woorden van de Heer brachten onze Adam weer tot betere gedachten. Deemoedig ging hij naar de Heer en sprak: 'O lieve, heilige Vader, Uw woord heeft mij weer in een ander licht geplaatst, en in dit licht zie ik in dat ik gloeiend heet ten aanzien van U gezondigd heb. Daarom vraag ik U, o lieve, heilige Vader, reken mij toch deze, beslist mijn allerlaatste fout ten aanzien van U en Uw gehele schepping niet te streng aan, maar vergeef mij, zwakke oude grijsaard, deze laatste dwaasheid!'
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Ik heb je eerder in mijn huiveringwekkende, verschrikkelijke, beschuttende gedaante heel wat over de Heer, de almachtige Schepper van alle dingen, geesten en mensen gezegd, maar dat neem ik nu in deze gedaante die met de jouwe overeenkomt, geheel als een klinkklare leugen terug!
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Waarlijk, groots en heerlijk was ik geplaatst! Wat ik maar wilde, was er ook meteen, en de Heer hinderde mij niet in mijn willen en scheppen.
Hoofdstuk 17: Satan bekent zijn leugens en het kwaad van zijn stijfhoofdigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Dat echter uit deze geest ook talloze geesten voortgekomen zijn, komt omdat Ik hem volkomen naar Mijn beeld vormde en hem dan ook Mijn vrije, machtige, scheppende leven inblies.
Hoofdstuk 26: Kisehels dwaze gedachten over de paring van Satana met God. De lichtende opheldering over het wezen en het doel van Satana. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Jullie mogen dat ook zelf aan de vreemdeling toestaan, maar dan dienen jullie toe te zien of je daardoor geen adder aan je borst hebt gekoesterd en geen slang op je hoofd hebt geplaatst.
Hoofdstuk 28: De zuivere liefde en het handelen uit liefde als voornaamste gebod. Het gevaar van de steden en de vrouwen van de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Dit antwoord van de Heer aan Muthaël had allen - met uitzondering van Henoch, Lamech en Kisehel - volkomen versteld doen staan; zij wisten er geen raad mee en voelden zich in hun hart zeer bezwaard, aangezien destijds alle vaderen, tot grote eer van hun hart, hun vrouwen buitengewoon lief hadden en hen als het grootste geschenk uit de hemel beschouwden, en velen achtten die goede en brave vrouwen ook hoger en beduidend dichter bij Mij geplaatst dan zichzelf. En dat was zo om de zeer begrijpelijke reden, dat de meisjes toen evenals de vrouwen zeer ingetogen, zachtaardig, verdraagzaam, toegewijd, gehoorzaam, vreedzaam en huiselijk waren. Ook was hun oorspronkelijke vrouwelijke lieftalligheid en schoonheid beduidend groter, dan in deze huidige, geestelijk zowel als lichamelijk geheel verdorven tijd.
Hoofdstuk 30: De door het antwoord van de Heer verwonderde vaderen. De verdere onthullingen van de Heer over de polariteit in het wezen van de man en de vrouw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Daarom zou ik van God toch niets anders verdiend hebben dan een eeuwige, allerergste tuchtiging; maar in plaats van mij te straffen naar de mate waarin ik het verdiende, bewijst de Heer mij zo'n onmetelijk grote genade, dat zelfs de hoogste, meest volmaakte geesten ervan huiveren!
Hoofdstuk 37: Koning Lamechs storm van vreugde en uitbundig dankgebed. Henochs waarschuwing voor overijlde beloften. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Het aantal uitgenodigde gasten was groot en zij konden niet aan die ene grote tafel worden geplaatst. Daarom kwam Lamech weer naar Henoch en vroeg hem:
Hoofdstuk 42: Het opstellen van de tweede tafel in de troonzaal. Het feestmaal. De tafelrede van de onbekende aan de tweede tafel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77  ...