Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 632 van 1088

...  620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645  ...
[11] Pas na het ontbijt leidde Jozef, Cyrenius en Jonatha naar buiten om hen deze wonderlijke ochtendvondst te tonen.
Hoofdstuk 209: Het weldadige doel van de nachtelijke storm; vernietiging van rovers! De verbranding van hun beenderresten - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] ' Jacob, ga jij eens even naar Jozef toe om hem te zeggen dat hij zijn vloek moet terug ne­men; hij vervloekt namelijk wat hij niet kent!
Hoofdstuk 208: De nachtelijke orkaan en zijn verschrikkingen. Wilde dieren. Jozef vervloekt de storm. Berisping door het Kindje. Goed einde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Dadelijk ging Jacob naar Jozef toe en deelde hem mede, wat het Kindje hem had opgedra­gen.
Hoofdstuk 208: De nachtelijke orkaan en zijn verschrikkingen. Wilde dieren. Jozef vervloekt de storm. Berisping door het Kindje. Goed einde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Maar de storm zwol nog steeds aan, zodat de troost van die drie niet veel hielp. En toen en­kele tijgers vervolgens ook nog trachtten om­ onder het uitstoten van ontzettend gebrul­ hun klau­wen door de overigens uiteraard getraliede ramen naar binnen te steken, geraakten de meesten van hen echt in doodsangst.
Hoofdstuk 208: De nachtelijke orkaan en zijn verschrikkingen. Wilde dieren. Jozef vervloekt de storm. Berisping door het Kindje. Goed einde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] daarom begon men zich van lieverlede naar de kamer te bege­ven, waarin Jozef, Cyrenius en Jonatha zich bevonden om daar beveiliging te zoeken.
Hoofdstuk 208: De nachtelijke orkaan en zijn verschrikkingen. Wilde dieren. Jozef vervloekt de storm. Berisping door het Kindje. Goed einde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Wat zou je ervan zeggen als we het Kindje eens tussen ons in namen?
Hoofdstuk 207: Rustbrengende woorden van het Kindje vóór de stormnacht. Dwaze vrees van Eudokia en haar voorzorgsmaatregelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Nu was iedereen gerustge­steld en ging men naar bed.
Hoofdstuk 207: Rustbrengende woorden van het Kindje vóór de stormnacht. Dwaze vrees van Eudokia en haar voorzorgsmaatregelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] 'Gaan jullie nu maar alle­maal naar bed, en je hoeft niet bang te zijn als er vannacht een stormpje ons huis bestoken zal;
Hoofdstuk 207: Rustbrengende woorden van het Kindje vóór de stormnacht. Dwaze vrees van Eudokia en haar voorzorgsmaatregelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Maar, omdat zij haar hart nu wel naar Mij heeft toegewend, daarom heb Ik nu ook met haar gedaan, wat Ik met de Niniveërs deed!'
Hoofdstuk 205: Tullia 's klacht. Maria troost haar. Tullia keert in tot zichzelve. Berouw en boete. Jezus' lievelingskost. De oude en de nieuwe Tullia - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Toen nu laat op de avond het Kindje weer met Jacob naar huis kwam, ging Het dadelijk naar Maria toe en gaf Het haar te ken­nen iets te willen eten. Maria gaf Hem direct wat brood met boter en honing.
Hoofdstuk 205: Tullia 's klacht. Maria troost haar. Tullia keert in tot zichzelve. Berouw en boete. Jezus' lievelingskost. De oude en de nieuwe Tullia - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[58] Het Kind je wilde echter naar buiten, alléén met Zijn Ja­cob, en Het keerde pas Iaat op de avond terug.
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijke­nis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[39] De volgende dag ging de bedelaar weer naar de dochter toe, en merkte dat zij heel erg vro­lijk was; zij had dan ook bijzonder vrolijk gezelschap.
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijke­nis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[29] Je moet maar eens gauw naar haar toe gaan, en dan moet je haar dit namens mij laten zien. Zij zal je dan zeker geven wat je nodig hebt, zoals ze dat mij ook zou doen!
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijke­nis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Hij verliet dus zijn rijk en begaf zich naar een verafgelegen land. Hij belandde in een stad, waar hij al gauw met een gezin kennismaakte.
Hoofdstuk 204: Maria stelt het Kindje vragen over Zijn liefde voor haar. Het verschil tussen de liefde van mensen en die van God. De gelijke­nis van de koning als minnaar. De toepassing van deze gelijkenis op Tullia en het Jezuskind - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] En u, Maria, keer terug naar uw eerste liefde, anders zult u het nog eens hevig moeten be­treuren, dat u Mij nu -terwille van de wereld -met een masker op koel bejegent!'
Hoofdstuk 203: De bekentenis van Jozef aan het Kindje. Het onderscheid tussen dubbelzinnigheid enerzijds en schranderheid anderzijds. Een vermaning aan Maria - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
...  620 - 621 - 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645  ...