17481 resultaten - Pagina 634 van 1166
... 622 - 623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 ...
[21] O, ik ken deze uit lucht bestaande Koning van voorbij alle sterren heel goed! Alles wat Hij doet, doet Hij uit angst voor mij; want Hij kent mijn grootheid, macht en kracht, die Hem genoeg zorgen verschaffen en Hem uiteindelijk geheel zullen vernietigen als Hij niet aan mijn gerechte eis en aan al mijn wensen tegemoet komt.Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] Geloof me, Hij zal ons allen wel behouden! Kijk allemaal naar mij; ik zal in vol vertrouwen naar de hyena toegaan en mijn hoofd in haar muil steken! En als zij mij wat aandoet, vlucht dan naar het water of waarheen je maar wilt; maar als jullie zien dat ik mijn hoofd weer behouden uit haar muil haal, val dan neer op de grond en dank de grote Koning, want dan is Hij ons al zeer dicht genaderd!"
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] O schaam je, jullie mensen, die heren van de wereld moeten zijn! Waar is je heerlijkheid? Jullie zijn met zijn veertienen en ik ben alleen en jullie hebben voor mijn aangezicht doodsangsten uitgestaan, - voor een ongelukkig dier, dat volgens de wil van de grote God oorspronkelijk slechts bestemd was je van dienst te zijn!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[41] Kortom, zo wil het de grote God: voordat jullie een andere bestemming krijgen, moeten jullie zeventig dagen lang bij ons hyena's in de leer gaan om bij ons in de eerste plaats menselijkheid en naastenliefde en daardoor ook weer God te leren kennen. En als jullie dan weer je gelijkheid aan ons verscheurende, wilde beesten hebt erkend en door onze stille en blinde gehoorzaamheid ook God weer hebt leren kennen, pas dan zal de Heer van alle schepselen jullie door ons een vreedzame woonplaats aan laten wijzen.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En zie, zo heb Ik Mij in korte tijd een volk opgewekt waarvan tot op dit uur nog afstammelingen bestaan, - waar echter, daarover later! Welnu, toen zij nu zo goed voorbereid waren, liet Ik op de achtergrond een hooglied vol wijsheid en liefde voor hen klinken door middel van Meduhed; het werd daar reeds opgetekend en is nog heden ten dage voorhanden - waar echter, ook daarover later! Het luidde als volgt: Luistert allen, gij late kinderen van Mijn genade, hoe Ik u onthaal, luistert, hoe Ik u allen uitnodig aan Mijn grote gastmaal! Komt allen, die trouw van harte zijt hier in Mijn midden, en doet mede met 't gemeenschappelijk loven van Mijn naam, nog volgens d' oude zede, die Meduhed u zo vroom en trouw wist te leren, daar hij - als eerste - Mij in zijn hart heeft willen begeren! Neemt dus zijn goed en zinnig voorbeeld wel in acht; ziet zijn ogen, mond en oren, en zijn witte baard, zo zacht, als veilige tekenen van zijn vroom en zeer wijs spreken! O, dat toch jullie allen in dit alles hem geleken! Zodat ook gij straks worden kunt Mijn lieve, trouwe kinderen, die dat kwade slangen broed niet meer vermag te hinderen. Ziet, schoon spoelen van haar gruwelen zal Ik spoedig heel deez' aarde, der zondaren streven naar Mijn liefde zal dan blijken zonder waarde! Maar als gij van binnen trouwen vroom van hart zult blijven, zal Ik Mijn watervloeden graag aan u voorbij doen drijven! En als Ik straks Mijn toorn zal ontkluisteren van zijn banden, dan zult gij veilig zijn geborgen: Ik zorg voor hogere landen! Dan zullen op aarde alle geslachten klagen,en de 'groten' zullen geen hoongelach meer wagen. En als dan d'hoge watervloeden ruisend stromen over de bergen, zullen ze slechts weinig kinderen sparen: dat zijn Mijn liefdedwergen. Ja, zeer klein werden ze en heel veel minder waard; hun groot gebrek aan liefde heeft hen zeer ontaard! Ziet op dus naar Mijn licht-doorstroomde hemelzalen, Ziet Mijn sterren stralend van Mijn genâ verhalen. Ziet hoe de vlakten der aarde worden verlicht door de zon. Ziet hoe de maan haar begeleidt, welwillend van toen ze begon. Ziet alle werelden gehoorzamen aan Mijn wil. Doet gij ook zo dus al uw werken steeds heel stil. Ge wilt het wezen van de sterren geheel doorleven? Hoor! Ik zeg: de liefde zal het juiste antwoord geven! Als het hart volkomen zuiver op de liefde zal zijn gericht, zal Ik de fakkel van Mijn genade geven als een licht; daar leest een ieder dan gemak'lijk in fel en vlammend schrift, Gods naam in grote letters heel duidelijk gegrift. O gij, klein hart, in nauwe borstkas ingesloten, kendet gij de bron, waaruit zo groots ge zijt ontsproten..., dan zouden er geen vragen over de dode materie in u rijzen; ge liet ze, onbekommerd, dan graag zweven op hun eigen wijzen, wetend dat de Schepper Zelf van al deez' nietig kleine dingen..., onbeduidend vergeleken met een hart, dit steeds met liefde wil omringen. Dàt, wat voor zwakke mensenkinderen zo vaak als groot opdoemt, wordt door Mijn liefde daarentegen slechts zo klein genoemd! Want die dingen in de ruimten, ze zijn als niets zo klein... gelijkend mensenharten, die nog niet ontkiemd in liefde zijn! Houdt daarom niets voor groot dan slechts Mijn liefde trouw en, wat direct daarna komt: des zondaars waar berouw. Ik alleen ben groot, daar Mijn liefde en machtig besturen, en een vrije geest, die in de orde is gegrondvest, zal voortduren. Wat betekenen Mijn zonnen in hun onbekende banen?! Slechts dat ze u als al het andere, steeds uw zwakte manen! Wat zijn zij meer... in het licht van Mijn volmaakte Godheid...dan 't afgevallen hulsje van een zojuist ontpopte mijt? Stel dat g' eens tot in het centrum al dezer werelden in mocht keren... om daar dan het geruis te horen van hun snelle vluchten door de sferen... Om daar ook de sterkte te meten van aller zonnen felste licht... en d'almacht te verstaan, waarmee Ik al dat groots verricht... Zoudt ge ook dan nog nader tot Mijn grote liefde kunnen komen? Neen zeg Ik; aan vertwijfeling zoudt ge niet kunnen ontkomen! Zoudt gij ook kunnen besturen daar de grote hemelwagen? En hem - net als grote geesten - snel naar de sterren jagen? Kondt g'uit uw mond ook lichtende zonnen baren, zonder weeën? En hen onderdompelen - zoals Ik de Mijnen - in de golven van de zeeën? Dan nog zou al uw kracht, naast de Mijne, een vergelijk behoeven: ze is als zand en stof in oude leem - en steengroeven! Kijk op naar 's hemels blauwe randen, kijk over golven naar der zeeën verre stranden, maar geloof gerust, omdat Ik 't u zeg: grenzen zijn daar niet, waar men overdag zeeën van licht van de zon en 's nachts de sterren ziet! En heel de inhoud van uw grote zee is zelfs niet te vergelijken met slechts een druppel der daargindse 'kleinste' sterrenrijken. Richt daarom uw oog op Mij, de Grote, gij kleine mensenrij, en beperk uw weetgierigheid maar tot Mij. Heinde en ver, ja overal moet ge Mijn liefde zoeken! Laat uw blikken alom dwalen tot in de vreemdste hoeken! De tekenen van Mijn naam zult g' overal kunnen vinden; maar laat u dan ook door niets anders dan door Mijn liefde binden! Ja, zelfs het gras zal u over Mij verblijdend informeren, mits g'u maar onophoudelijk van Hanochs zonden afblijft keren! En als g' elkaar, als broeders nu, steeds trouw wilt blijven minnen, en in bedwang houdt voor elkaar uw ongeregeld' aardse zinnen, dan zal grote genade tot u komen van boven... en u zal getoond worden hoe men de Vader moet loven. Zo kniel dan neder op deez' aard', de moeder van uw zonden, schudt af het stof der slang, 't maakt dodelijke wonden! Dank Mij, jullie Redder, vol nieuwe vreugde in het hart en laat aan Mij gewijde tijd je nooit brengen tot enige smart! Laat de macht van Mijn liefde jullie diep in de harten raken, dan zal het licht van Mijn genade je tot nieuwe mensen maken!
Hoofdstuk 32: Het hooglied van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[43] En zie, toen volgden alle veertien personen een grimmige hyena naar een duister hol in de bergen en leerden daar met Mijn toelating van de natuur der beesten, dat deze gelijke rechten hebben als de mensen wat betreft hun naastenliefde en gehoorzaamheid en ze leerden zodoende ook weer Mij te erkennen en geheel op Mij te vertrouwen. Hierdoor werd hun ook het grote onderscheid tussen de ware mensheid en de dieren zichtbaar en zij leerden terzelfder tijd ook erkennen, hoe diep zij vroeger onder de dieren gezonken waren, - en dat allemaal door Mijn bijzondere genade, die hun Mijn wil in de wilde dieren liet zien en deze in haar gehele volheid liet ondervinden.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Door de gunstige wind die Ik veroorzaakte en met kleine omwegen om een kalme zee te kunnen bevaren, zijn de Meduhedieten na dertig dagen en nachten dus gelukkig en wel behouden onder luid gejubel, vrolijkheid en lofprijzingen van Mijn naam op het genoemde grote eiland geland en wel in de brede monding van een uit het binnenland komende, kalm stromende rivier. Op de rug van deze rustige en tamelijk brede rivier werden zij in hun bakken door een tamelijk sterke, gedienstige wind tot in het binnenste van het land gedreven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En toen hij het Mij welgevallige gebed had beëindigd en daarin ook Mijn verdere wil had geschouwd om het geredde volk voorspoed te brengen, stond hij weer op en wachtte tot alle bakken met elkaar een aaneengesloten geheel vormden.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En zie, toen Lamech dat vernomen had, rees er woede op in zijn innerlijk en hij besloot zich op Mij te wreken. Dat was een gevolg daarvan, dat de slang zijn hart geheel in beslag had genomen. Daarom zei hij tegen de jonge mannen die teruggekomen waren: "Luister, jullie onschuldigen! Ik wil genoegdoening hebben van de Sterrenkoning en een duizendvoudige vergoeding voor de schade; ga op weg, omdat jullie weten waar Hij te spreken is en gelast Hem uit mijn naam te geven wat ik verlang! En als Hij weigert, zeg Hem dan dat Hij door mij vervloekt is, en al zou Hij nu nog zo groot en machtig zijn, dan wordt Hij door mij, zoals mijn volk door Zijn dieren, onder mijn hoongelach voor Zijn volk op aarde aan stukken gehakt en verscheurd. Want met al Zijn winderige en verwaterde macht is Hij ten opzichte van mij, de koning van de leeuwen, slechts een zwak lam. Sticht overal in de wouden brand en steek alle bergen aan, zodat al Zijn beesten gebraden worden en Hij zich daarna aan de welvoorbereide dis kan zetten en het vlees en de botten van de verbrande beesten opeten kan; en als Hij ze niet wil laten verbranden, dan hoeft Hij er slechts de vloedstroom naartoe te leiden, zodat Zijn macht daarin verdrinkt!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Daarom roep ik met mijn gehele verstand en mijn gehele geest, daar wij nog geen namen hebben, U, 0 grote, onzichtbare Koning van alle macht en kracht, vol eerbied aan: neem in de eerste plaats ons aller dank aan voor de redding uit de tanden van de hyena's en uit de klauwen van Lamech. En evenzeer bid ik U, dat U ons nu ook wilt leiden volgens Uw wil naar een veilige plaats, alwaar wij U dan ongehinderd willen dienen; want wij weten dat U een zeer machtige Heer bent en kennen de volkomen nietigheid van Lamech, wiens steunpilaren wij hadden moeten zijn, maar niet wilden, omdat wij de grote macht van Uw heerlijkheid gezien en door en door ondervonden hebben, terwijl wij ook het wilde, nietszeggende, lege gepraat van de nu totaal machteloze Lamech gehoord hebben.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] "Jullie verre nakomelingen van Kaïn en Hanoch, sta op en kijk mij aan! Kijk naar mijn grimmige en woedende gedaante! Ik ben slechts een verscheurend dier, bestemd om de bergen trouw te bewaken en ook de daarop wonende grote kinderen van God, die jullie in je blindheid een grote Koning noemen; maar zeg me eens of ik als dier ooit de wil van God overtreden heb! Mijn leven is stof en aarde; mijn tijd is slechts weinige jaren, dagen en slagen van het hart; ik heb niets te verwachten; wat mijn dorst naar bloed mij oplevert, is alles wat ik in mijn bestaan van de Schepper te verwachten heb; en als een van jullie ooit gezien heeft, dat ik de door de wil van God voorgeschreven grenzen overschreden heb, laat die een steen nemen en mij doodslaan!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Maar jullie aarzelen, - niet omdat jullie er de moed niet toe zouden hebben, maar omdat mijn gehoorzaamheid ten opzichte van de wil van God je verwondering wekt! En zie, hoe een verscheurend dier jullie mensen, die een eeuwig leven te wachten staat, jullie naar de wil van God over je totale godvergetenheid en eveneens over je bestemming moet leren! Zie, geen verscheurend dier is zo wild, dat het door honger gedreven zijnsgelijke aan zou vallen om die aan stukken te scheuren en daarmee zijn honger te stillen! Alleen jullie mensen, die eeuwig zullen leven, trekken in horden uit om je broeders niet uit nood, maar uit pure helse heerszucht te doden, met hun bloed de aarde te bevlekken en hun vlees daarin te begraven!
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Toen dit alles langs de lage oever volgens Mijn wil was gebeurd, ging hij op Mijn stille bevel alle bakken af en vermaande de scharen in alle liefde, niet eerder het land te betreden, dan nadat allen drie uur lang de Heer in hun harten hebben gedankt voor deze oneindige genade. En pas als de Heer in en voor hun ogen het geschonken mooie land met een zichtbaar teken zal zegenen, zal hij als eerste aan land gaan. Dan moeten zij eerst hun kinderen aan land zetten en tenslotte zelf met de vrouwen het land betreden; en daar moeten zij dan weer voor God op hun knieën vallen en Zijn heiligheid aanbidden en Zijn onbegrensde goedheid en oneindige liefde loven.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] "Mannen, broeders, zusters en ook jullie kinderen die mijn woord reeds begrijpen! Onthoud allemaal goed, wat ik jullie nu door de grote genade van God zal verkondigen! De grondslag van al ons denken en handelen moet zijn, dat wij nooit de heilige wil van God uit het oog van ons hart verliezen en die altijd zeer nauwgezet met dank en lofprijzing vervullen. Want alles wat van Hem afkomstig is, is groot, heilig en daarom ook van het grootste belang; al komt het ons in onze kleine wereldse ogen ook nog zo klein voor, toch is het van oneindige waarde omdat het van God komt, die nu ons aller Heer is. En indien wij ons geheel naar Zijn wil schikken zouden wij ook nog, zoals ons allen beloofd is, gelijk kunnen worden aan Zijn grote kinderen die jullie hebben leren kennen aan de voet van de rotswand boven Hanoch.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Dan zal de keizer jullie mooiste vrouwen en dochters nemen voor de geilheden van hem en van zijn gunstelingen en hovelingen, maar jullie zullen je jongens in de rivier werpen en daarvoor in de plaats zijn kinderen moeten voeden, zodat deze je dan kunnen mishandelen. Maar Ik zal om jullie jammerklachten niet te horen, tot aan het einde der tijden Mijn oren dichtstoppen en het zal jullie dan duizendmaal erger vergaan dan het jullie in Hanoch is vergaan!'
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)