Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 635 van 1490

...  623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648  ...
[14] Kijk, ik heb mij onder de bescherming van één God en in het volste geloof en vertrouwen op Hem zeer wel en zonder enige vrees of angst in deze Joodse herberg bevonden! Als jullie ook zo'n geloof en zo'n vertrouwen hadden, zouden jullie zeker in jullie huizen zijn gebleven zonder enige vrees of angst dat jullie enig ongemak zou kunnen overkomen, terwijl jullie bovendien nog weten dat de huizen al heel veel en misschien wel grotere stormen getrotseerd hebben. Tegen zulke angst en vrees beschermen alleen een vast geloof en een werkelijk vertrouwen op de ene ware, almachtige, uiterst wijze, uiterst goede, alwetende en alziende God. Wie zo'n geloof en zo'n vertrouwen niet heeft, is bij alle stormachtige verschijnselen, die op aarde altijd weer voorkomen, aan alle mogelijke kwelling en pijn blootgesteld, en aan de grootste, wanneer zijn laatste uur onafwendbaar voor de deur staat! - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 77: Buiten na de storm (23.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Een van de twee zei: 'Hoge gebieder, wij zien dat u werkelijk meer dan volkomen gelijk hebt, en gelukkig en zalig is ieder mens te prijzen die in staat is om zo vast te geloven en te vertrouwen als u; want die verdraagt zonder enige moeite ieder ongemak dat hem op deze aarde kan overkomen en is steeds vol troost in zijn gemoed!
Hoofdstuk 78: De commandant spreekt over hoe men God dient te zoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] En zo iemand zal zelfs onder de meest bedreigende omstandigheden op deze materiële beproevingswereld niet zwak worden of gaan wankelen in zijn werkelijk levende geloof en vertrouwen, maar hij zal alles met alle geduld en in volle overgave aan de hem bekende goddelijke wil zonder veel angst en vrees verdragen; en tenslotte zal hij God voor alles danken, omdat hij inziet dat God alle gebeurtenissen in deze wereld alleen maar voor het echte heil van de mensen heeft ingesteld. En wie God zo heeft gevonden, heeft zeker de hoogste en meest waardevolle schat van zijn leven gevonden!
Hoofdstuk 78: De commandant spreekt over hoe men God dient te zoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Dat heb je goed beoordeeld; maar hier op deze plek kunnen we daar met veel verder over spreken, omdat het volk zich steeds meer om ons heen begint te verzamelen - want het heeft de commandant opgemerkt en is daarom heel nieuwsgierig, welke orders hij hier op de vroege ochtend zal geven. .Laten we dus naar een vrije plek buiten de stad gaan, van waaruit men een.ruim uitzicht heeft! Daar zullen we verder over dit onderwerp kunnen spreken.'
Hoofdstuk 79: De goede voornemens van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daar stelde de commandant zich tevreden mee, en hij bedankte Mij voor deze les.
Hoofdstuk 80: De naweeën van de storm en de aardbeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ook de twee buren hadden deze woorden van Mij met grote aandacht aangehoord, en ze zeiden tegen de waard: 'Het lijkt wel of die Galileeër nog veel wijzer is dan onze commandant! We hebben weliswaar niet begrepen waar het eigenlijk over ging, maar zoveel is ons wel duidelijk geworden, dat de commandant, die de ene, enig ware God stellig goed kent, dit lastige natuurverschijnsel wat te lang vindt duren; maar deze Galileeër heeft hem met een schitterend voorbeeld de orde getoond, die God bij al Zijn handelen steeds in acht neemt, en waarom. En kijk, de commandant bedankte de wijze Galileeër ten zeerste voor deze les!
Hoofdstuk 80: De naweeën van de storm en de aardbeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Ik zei: 'Kijk maar eens achterom naar de stad, dan zie je een menigte nieuwsgierigen toestromen om te kijken en te luisteren naar wat wij hier doen! En voorop lopen de heidense priesters en ook de twee rabbi 's en enkele Joden, die ons bij onze aankomst staande hielden; die staan Mij meer tegen dan deze uit het oosten waaiende zwavel en pekdamp.
Hoofdstuk 80: De naweeën van de storm en de aardbeving - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De eerdere spreker zei: 'Vriend, jij schijnt die allerhoogste levensschat al gevonden te hebben, omdat je helemaal in de geest van onze hoge gebieder spreekt! Naar.je kleding te oordelen ben je een Galileeër; ook de anderen zijn meer Galileeërs dan Judeërs, en van de Galileeërs weten wij dat die geen bijzondere geloofshelden zijn. Maar dat maakt niets uit; want ook onder de Galileeërs kunnen er mensen zijn die de weg hebben ontdekt om de allerhoogste schat des levens te zoeken, hem zijn gaan zoeken en hem ook hebben gevonden. Wij zijn dus heel blij met jullie; want dat jullie deze nacht vol verschrikkingen hebben kunnen doorbrengen in een huis dat gemakkelijk vernietigd had kunnen worden, dient ons als bewijs dat jullie evenals onze hoge gebieder ook de ene, ware God hebben gevonden, die jullie uitstekend kan beschermen in alle gevaren.'
Hoofdstuk 79: De goede voornemens van de buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Bij deze gelegenheid hadden allen die door een kwalijke nieuwsgierigheid uit de stad naar ons waren gedreven, zich weer naar de stad begeven.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Maar hoe komt het toch dat jullie Joden zelf zo weinig moeite doen om die enig ware God van jullie nader te leren kennen en jullie handelingen volgens Zijn wil, die jullie toch bekend moet zijn, zodanig in te richten dat ook jullie met Hem in net zo'n verbinding komen te staan als deze zeer te vereren Galileeër, die ook een Jood is?
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als jullie wel de wegen kennen om dat onschatbare doel, een schat aller schatten, te bereiken en je toch niet inspannen je die eigen te maken, maar de vergankelijke, dode schatten van deze aarde vaak nog meer najagen dan wij blinde heidenen, dan zijn jullie zeer beklagenswaardige dwazen.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Dat, vriendelijke buurman, is voor ons nu des te meer een raadsel, omdat wij bij deze Galileeër zelf hebben kunnen vaststellen dat hij met de ene, enig ware God in zeer nauwe, innige verbinding moet staan, omdat de wind hem anders niet zou gehoorzamen zoals een soldaat zijn veldheer!''
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ik zei: 'Laat dat nu nog maar! Ik zal eerst nog een teken doen, en daarna zullen wij weer naar de herberg gaan. Deze mensen zullen dan ook naar hun families in de stad terugkeren en hun met veel ijver vertellen wat ze gehoord en gezien hebben; daardoor zullen ze onder elkaar heel wat gaan nadenken, zoeken en gissen, en dan zal het ook tijd zijn om hun geleidelijk aan steeds meer te tonen wie Degene was aan wie de elementen gehoorzamen.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[19] Een klein halfuur later beval Ik ook deze vuurgeesten zich geheel en al ter ruste te begeven; en ze doofden uit, en er was, waar de mensen hun blik ook heen wendden, geen uit de aardbodem opschietende vlam meer te ontdekken, noch dichtbij noch in de verte. Ook de wind ging liggen, en zo ver het oog reikte was de aardbodem helemaal schoongeveegd.
Hoofdstuk 81: De woorden van de buren over de macht van de Galileeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Sommigen, die meer met de godsdienst van de Joden vertrouwd waren dan hun buren, hielden Mij voor een profeet; want dat soort halfgoddelijke mensen hadden ook wel dergelijke dingen gedaan. Anderen hielden Mij voor een als Jood verklede grote magiër. Weer anderen bestreden dat, omdat ze bij Mij geen magiërtekens en in Mijn handen geen toverstaf bespeurden. Nog weer anderen hielden Mij voor een halfgod in menselijke gedaante, die zich aan de altijd strikt rechtvaardige commandant openbaarde en nu, om zijn geloofwaardigheid te vergroten, deze tekenen deed die geen enkel mens kon doen.
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  623 - 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648  ...