17481 resultaten - Pagina 636 van 1166
... 624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 ...
[27] Zie, ik ben een krachtige, wrede bewoner van deze ongastvrije omgeving vol met dode stenen en stekend, doornig struikgewas, en ik moet uit noodzaak en door mijn natuur gedwongen ook op wrede wijze wat erbarmelijk voedsel zoeken en dankbaar aanvaarden wat Gods gericht mij slechts karig heeft toebedeeld en bovendien vaak dagenlang razende honger dulden en lijden. Daarom zeg ik tegen jullie: als iemand mij in mijn grote nood ook maar één druppel water zou reiken om mijn brandende dorst te lessen en hij zou daarmee mijn droog geworden tong laven, - als een schutsengel zou ik hem dan vol dankbaarheid volgen en mijn laatste hap met hem delen en sterven uit liefde voor mijn weldoener!Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Zie, wij zoeken geen wraak, ofschoon zijn plannen ons welbekend zijn; maar alleen jullie ondankbare mensen willen je wreken op de onschuldigen! Leer daarom van mij dankbaar te zijn en gehoorzaam aan God; treed dan pas naar buiten en word datgene waartoe Gods hoogste liefde je gemaakt en voorbestemd heeft! Amen."
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Verander jullie zinnen, breng orde in je begeerten, was je met de liefde, word elkaar gelijk in deemoedigheid, in gehoorzaamheid en in de goed geordende verwekking van je kinderen; laat af van hoererij en verwek je kinderen met Gods zegen en wees voor hen ware vaders en moeders in de liefde en de genade van God. Leer hen vooreerst te gehoorzamen aan jullie wijze liefde om daarin de grote liefde, de heilige wil en zodoende ook de onschatbare genade van God te vinden. Pas dan zullen jullie erkennen, dat niet wij, boze dieren, maar Gods liefde zulke heilige woorden vol genade door middel van onze losgemaakte tongen tot jullie oren heeft gericht!
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen nu de wolf - let wel: een wolf zeg Ik - op wonderbaarlijke wijze zijn rede vol wijsheid vanuit Mij voltooid had, sprong hij vrolijk naar buiten en er stond opeens een grote beer, als uit de hemel gevallen, zoals jullie plegen te zeggen, voor het in zichzelf gekeerde, berouwvolle gezelschap en hij keek hen met een verwarde, rusteloze blik aan, alsof hij daarmee wilde aangeven dat hun gemoed net als zijn blik nog verward en rusteloos was. Hierdoor werd hun gemoedstoestand goed gekenmerkt. De beer opende eindelijk ook zijn muil en begon volgens Mijn wil tegen hen te spreken met ernstige en waardige, zeer versterkende woorden. Hij zei namelijk:
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Alles is nu goed voorbereid; laat Ons daarom ook de mens maken van het fijnste leem der aarde, als een volkomen evenbeeld uit Mij naar Mijn liefde en eveneens naar Mijn genade, opdat Wij gekend en geloofd zullen mogen worden door een zelfstandig leven buiten Ons, en opdat eens alle schepselen in en door deze mens verlost mogen worden om daardoor weer tot het vrije bewustzijn van hun doelmatige bestaan uit Mij te geraken!'
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En God, die Zelf zichtbaar was voor Zijn lieveling, sprak met hem als de ene broeder tot de andere en zei: 'Kijk Mij aan, Mijn geliefde Adam! (Want zo heette en heet ook nu nog deze eerste mens.) Niet om je te toetsen, maar om je volkomen vrij te maken en je bijgevolg een aan Mij gelijke macht te geven en één met Mij te worden, geef Ik je slechts voor een zeer korte tijd een gemakkelijk, kort gebod; hieraan moet je je gedurende die hele tijd houden, tot Ik spoedig naar je terug zal keren. Heb je het getrouw gehouden, dan zal Ik bij je blijven en dan zul je met Mij, als waren wij één, alles hebben.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Alles moet zich naar jouw macht voegen; maar zie daar op geringe afstand een boom staan, beladen met mooie vruchten; deze heb Ik om een zeer wijze reden nog niet gezegend! Daarom mag je voordien niet van het zoete sap van de appel proeven; want op de dag, dat je er van zult eten vóór Mijn terugkeer en zegen, zul je zondigen, jezelf te gronde richten en zwak, krachteloos, blind, doof en sterfelijk maken! O Mijn geliefde Adam, overdenk goed de woorden van jouw liefdevolle Schepper en bederf Me niet Mijn reeds zover gevorderde, grote werk van Mijn liefde en wijsheid!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Want nu hangt het niet meer van Mij en al Mijn almacht af, maar enkel en alleen van jou, krachtens de door Mij aan jou nadrukkelijk verleende vrijheid van wil.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] "Kinderen van Kaïn, van mijn broer die in de macht van het boze was, die nog leeft en in zijn lichaam voort zal leven door alle perioden van het bestaan van de aarde heen tot aan het einde van alle tijden, onbereikbaar voor alle stervelingen tot aan het spoedige einde van alle boosheid, wanneer de Almachtige, na de grote tijd der tijden, door een kleine ziener aan de verre nakomelingen grote dingen zal verkondigen en uitvoerig gewag zal maken van jullie slechte stamvader (wat zojuist gebeurt en al gebeurd is). Overdenk goed, wat ik jullie hier zal zeggen en bekendmaken volgens de meest heilige wil van God, van de almachtige, eeuwige Schepper, die eveneens de meest liefdevolle Vader is van alle engelen en vaderen en mensen! Jullie hebben de zeer kostelijke woorden vernomen uit de muilen van de verscheurende dieren die God door middel van mij gekalmeerd had en in staat gesteld om te spreken tegen jullie, die meer verdorven waren dan al deze dieren door de grote boosaardigheid van de slang van Hanoch en nu voornamelijk door Lamech, die een grote bedrijver van gruweldaden is geworden. De hele schepping heeft nu een vreselijke afschuw van hem en op zijn schouders rusten reeds gerichten van God, als werelden zo zwaar, en zij houden nauwlettend het bijna geheel gevulde vat van wandaden boven de sterren in het oog.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[41] En zie, zo leidde Mijn lieve Abel hen zeven dagen en nachten lang snel naar de bestemde plek over een meer dan dertig dagen lang traject en dat zonder rust en zonder voedsel; want gedurende die tijd waren zij Mijn gasten en vlogen hen zoals jullie plegen te zeggen - de gebraden vogels in de mond, dat wil zeggen: Ik voedde hen intussen geestelijk; de geest echter versterkte de ziel en de ziel maakte het lichaam krachtig; en zodoende hebben zij het met Mijn ware hemelse kost heel goed tot aan het einde kunnen uithouden.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[42] En toen zij dan geheel behouden op de bestemde plaats waren aangekomen, verschenen meteen de beide hen hier opwachtende kinderen van God of kinderen van Mijn liefde, Ahujel en zijn vrouw Aza ('zoon van de hemel' en zijn vrouw als 'stilzwijgend rechtvaardig verlangen'). Zij waren kleinkinderen van de kinderen van Adam, vóór Seth en ze namen hen de blinddoeken van de ogen en verwelkomden hen allervriendelijkst. Deze veertien kleinen verbaasden zich enorm over de twee grote kinderen van Mijn liefde, die de juiste grootte voor een mens hadden, namelijk zeshonderdzesenzestig duim voor de man en zesenzestig duim minder voor de vrouw, terwijl de grootte van de geredden nauwelijks zestig duim was.* (* Zie hoofdstuk 37: 1)
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[43] En nu zij weer geheel over het gebruik van hun ogen en oren konden beschikken, begon de engel weer te spreken en zei: "Kinderen, hier is de plaats van jullie bestemming en beschouw deze beide grote kinderen van God als je door God gegeven ouders en volg hen in alles; want dat is de wil van God, die ik in mijn eerste toespraak voor je moest verzwijgen!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[45] Doch daarover zullen jullie ouders je nader inlichten. Die zijn door God goed onderricht en hebben mijn aan jullie gegeven lessen niet nodig! - Gods liefde zegene jullie en moge Zijn genade jullie verlichten en heiligen en je tot het leven voeren! Amen, amen, amen."
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[46] En zie, dat is de stichting van Sina of China, welk land voor de zondvloed gespaard bleef en over het geheel genomen heden ten dage nog vele malen beter is dan andere landen op aarde, op enige dwaze verslechteringen na, die pas later bij de aanraking met andere mensen van de slechte wereld daar ingevoerd zijn. Laat daar nooit een niet-wedergeborene het wagen Mijn evangelie te prediken! Amen!
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] (N.B. De overeenkomst van het getal van de mens met het getal van Mijn tegenstander berust daarop, dat bij de laatste juist het omgekeerde het geval is, om het meest afschuwwekkende wezen in Mijn ogen te zijn.)
Hoofdstuk 37: De prehistorie van het Chinese volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)