Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 636 van 1490

...  624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649  ...
[3] En zo waren er onder deze mensen nog een heleboel meningen over Mij; maar geen van hen durfde de heuvel op naar ons toe te komen om daar aan iemand te vragen wie Ik was. Wij maakten echter aanstalten om van onze enigszins vormeloze stenen zitplaatsen op te staan en ons gereed te maken om naar de herberg terug te keren.
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] In de stad aangekomen, troffen we de heidense priesters aan, die al volop bezig waren de mensen te vertellen dat zij het alleen aan hen te danken hadden dat deze stad voor de ondergang gespaard was gebleven. De dag, die er 's ochtends nog zo schrikwekkend en vol dreigend gevaar had uitgezien, was door de goden, die door hun priesterlijke, geheime beden en beloften milder gestemd waren, opeens in een prachtige en ieder menselijk gemoed verblijdende dag veranderd -en daarom moesten de inwoners van deze en ook van de andere steden zich als tegenprestatie zonder uitstel en met alle ijver inzetten om de tempel rijkelijk van offers te voorzien.
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Als juist degene die op deze aarde de vertegenwoordigers van de goden willen zijn -van verscheidene goden of enkel van de ene, enig ware God, dat is voorshands niet van belang -bij een gevaar, waarin zij zich het sterkst in het geloof zouden moeten betonen, de eersten zijn om er vandoor te gaan en weg te lopen -hoe moet een ook maar enigszins helder denkend mens dan bij mooi en kalm weer enig geloof aan hun woorden schenken?
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Maar deze grootmeester in de ware goddelijke macht en wijsheid zou ook die luid schreeuwende priesters eens moeten laten zien wie de meester is, dan zou het bij ons weldra heel anders gaan met het ware geloof en vertrouwen in de ene, enig ware en levende God; ook de twee joodse priesters zouden weldra op andere gedachten komen en misschien weer tot het oude geloof van de eerste vaderen terugkeren.'
Hoofdstuk 82: De terugkeer naar de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Terwijl de twee heel veel goede dingen bespraken, kwam ook een van de beide rabbi's naar ons toe in de eetzaal, om onze waard er met klem op te wijzen dat ook hij, als jood, de God van Abraham, Isaäk en Jacob een offer moest brengen, omdat Hij Zich door het vrome gebed van Zijn beide dienaren in deze oude stad Golan ertoe had laten bewegen al zijn bezittingen voor vernietiging te behoeden.
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Deze voorstelling van zaken door de rabbi deed een van de twee buren gewoonweg uit zijn vel springen van ergernis, en hij stond dan ook snel op van zijn stoel, liep naar de brutale rabbi toe en zei (een buurman van de waard): 'Vriend, heeft geen van jullie oude wijzen en profeten bij een of andere gelegenheid eens voorspeld, wanneer de tijd zou komen dat er geen leugenachtige en werkschuwe priester meer geduld zal worden?
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Wanneer en waar heb jij tot jullie God gebeden om de bezittingen van deze achtenswaardige buurman en vriend van mij te sparen?
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Ik.zei: 'Niet.zo, Mijn vriend! Kijk, ook de priesters van jullie goden -die natuurlijk nooit in werkelijkheid hebben bestaan, maar enkel ontsproten zijn aan de fantasie van mensen die over hun medemensen wilden heersen -zijn in deze tijd als veel minder schuldig aan het bestaan van het duistere heiden?om te beschouwen dan degenen die in het begin, toen de mensen nog volop in de ene, ware God geloofden, het heidendom begonnen te prediken en de mensen door valse tekenen steeds uitgebreider en talrijker daartoe begonnen te bekeren!
Hoofdstuk 83: De commandant vraagt hoe hij zich tegenover de priesters moet opstellen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Deze woorden van de commandant brachten de twee buren tot opperste verbazing, en ze zeiden tegen de commandant: 'Hoge gebieder in de plaats van de grote keizer, nu danken ook wij u en onze rechtschapen buurman, omdat jullie in ons bevestigd hebben wat wij daar buiten op de heuvel heimelijk al hadden gedacht, maar niet hardop durfden uitspreken! Deze man, die wij vanwege zijn kleding een Galileeër noemden, is de ene, enig ware God, niet alleen van de Joden, maar van alle mensen en alle schepselen! Aan Hem alleen zijn alle machten en krachten van de aarde onderworpen, en de maan, de zon en alle sterren loven en prijzen Zijn eeuwige wijsheid en macht. Hij is in Zichzelf de eeuwige oergeest, en God heeft Zichzelf ter wille van de blinde mensen op deze aarde als een volmaakt mens getoond, om ons te laten zien dat Hij als enige van eeuwigheid de Heer is over alles wat de aarde en de hemelen bevatten, die evenals deze aarde Zijn werk zijn.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Wij zijn hier nu met voldoende getuigen, en we hebben nu ook de moed om met alle machten van nacht en duisternis onder de mensen de strijd aan te gaan en in Uw naam te overwinnen; en U, o Heer en Meester, aan wie alle machten en krachten van alle hemelen en van deze aarde onderworpen zijn, zult ons zeker niet in de steek laten bij die strijd voor de levende waarheid, die wij uit Uw heilige mond hebben vernomen!'
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Toen Ik de twee buren van onze waard goed had onderricht in alles wat voorlopig voor hun zielenheil noodzakelijk was, en zij het ook goed hadden begrepen, bedankten ze Mij uit de diepste grond van hun hart, en de ene, die het beste kon spreken, zei: 'Werkelijk, bij zo'n onderricht over God, wiens volheid in U woont, o Heer en Meester, en over de bestemming van de mensen op deze aarde, wier ware vorm en hoedanigheid U overduidelijk voor ons hebt beschreven, zou voor ons geen van de grote tekenen die U hier hebt gedaan nodig geweest zijn, en wij zouden U enkel aan Uw woord herkend hebben; want in onszelf werden wij al heel gauw gewaar dat elk van Uw woorden levend is en als een vuur uit de hemelen alles wat dood was in ons doorstroomde en tot leven wekte. En dat had een veel sterker overtuigende invloed op ons dan de tekenen die, al zijn ze ook buitengewoon en bijzonder, tenslotte toch enige overeenkomst vertonen met de tekenen die door menige magiër en priester gedaan worden met behulp van geheel natuurlijke, maar ons onbekende middelen en krachten, en die de vrije wil en het verstand van de mensen altijd veel meer geschaad dan ooit, waar of wanneer ook, nut gebracht hebben.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Als jullie zo handelen, zullen jullie Mijn rijk op deze aarde wereld: ruimschoots onder de mensen verbreid hebben en geen nood hoeven te lijden.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Allen begrepen deze woorden van Mij goed, en ze beloofden ze in de geest van de volle waarheid uit te voeren.
Hoofdstuk 84: Het belang van de liefde (7.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Terwijl ze vol blijdschap met elkaar over deze leerrede van Mij spraken, kwamen er twee van de voornaamste heidense priesters onze herberg binnen om de commandant te begroeten, over wiens aanwezigheid ze van die armere mensen hadden vernomen, die zich 's ochtends om onze heuvel hadden verzameld; maar ze kwamen voornamelijk naar onze herberg om de man in Galilese kledij zelf nader te leren kennen, want ze hadden bij monde van de armeren gehoord dat op die grijze ochtend de machtige elementen aan zijn woord en wil hadden gehoorzaamd.
Hoofdstuk 85: De heidense priesters verdedigen hun gedrag in de stormnacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De commandant zei: 'Deze keer heb ik geen nieuw gebod, noch voor jullie noch voor het volk; want onze wetten zijn vastgesteld en tot nu toe is er geen nieuwe bijgekomen. Maar er is mij iets over jullie ter ore gekomen wat mijn gemoed niet blij stemt.
Hoofdstuk 85: De heidense priesters verdedigen hun gedrag in de stormnacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  624 - 625 - 626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649  ...