Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 638 van 1490

...  626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651  ...
[6] In de hel aan deze en aan gene zijde, het rijk van de duivels en alle boosaardige geesten, is de meest hoogmoedige, trotse, zelfzuchtige en heerszuchtige geest de eerste, en een kwaal voor de lageren en kleineren; zij zijn erop uit om de anderen in meerdere of mindere mate in een bepaald soort deemoed, gehoorzaamheid en onderdanigheid te houden; maar in Mijn rijk is het niet zo, maar het is zoals Ik jullie nu heb gezegd.
Hoofdstuk 90: Hoe ware leerlingen van de Heer zich dienen De Heer in Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Kijk naar de groten van deze wereld, die op hun tronen zitten en over de volkeren heersen! Wie mag hen anders dan enkel met de grootste onderdanigheid benaderen? Als iemand het zou wagen een heerser met een gebiedende houding te benaderen -wat zou zijn lot dan zijn? .
Hoofdstuk 90: Hoe ware leerlingen van de Heer zich dienen De Heer in Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] En nu weten jullie voorlopig genoeg om het eeuwige leven van jullie ziel te bereiken; meer hierover zullen jullie -zoals al gezegd is - van deze waard en diens twee buren te horen krijgen, en het meest volkomen pas daarna, door Mijn geest van liefde in jullie. - Hebben jullie dat allemaal goed begrepen?'
Hoofdstuk 90: Hoe ware leerlingen van de Heer zich dienen De Heer in Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] De spreker zei: 'O Heer en Meester van eeuwigheid! Begrepen hebben we het allemaal heel goed, want U hebt in zuivere, goed begrijpelijke taal tot ons gesproken; maar wij zien ook in dat wij nog heel ver van het werkelijke levensdoel verwijderd zijn en dat wij nog menige strijd met onszelf en met de andere mensen van deze wereld te verduren krijgen!'
Hoofdstuk 91: Het vertrek naar Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Na de maaltijd zal Ikzelf met Mijn leerlingen en jullie commandant verder trekken, en dan kunnen jullie met de waard en zijn twee buren verder over Mij spreken en je erop voorbereiden hoe jullie misschien morgen al met de inwoners van deze stad en haar omgeving over Mij dienen te praten.'
Hoofdstuk 91: Het vertrek naar Afek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen wij tegen de avond de bergstad Afek naderden, vroeg de commandant Mij: 'Heer en Meester! Waar zullen wij in deze stad eigenlijk onderdak voor de nacht zoeken? Want voorzover ik weet is er in deze stad helemaal geen joodse herberg en verder zijn er ook geen joodse burgers; misschien zullen er zo hier en daar enkele joodse huisbedienden te vinden zijn -maar, zoals gezegd, geen gevestigde joden. Ik heb ook in deze stad een goed ingerichte woonburcht; als U dat goed vindt, wilt U dan niet in die burcht overnachten?'
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik weet dat je nu denkt en bij jezelf zegt: 'Heer, U is alles mogelijk!' Daar heb je wel gelijk in; maar wij reizen niet naar deze stad om alleen maar uit te rusten en onze vermoeide ledematen met wonderbaarlijke spijs te versterken, maar om Mijn levensrijk ook hier onder de heidenen te verbreiden.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] De commandant trad naar voren en vroeg degene te spreken die over de wacht te bevelen had; toen deze kwam, herkende hij de commandant direct en beval de wacht ons ongehinderd de stad binnen te laten gaan, omdat de commandant dat van hem had verlangd.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] De waard zei: 'Ik zal u geven wat ik heb; maar met de nodige bediening voor de gasten die met u, hoge gebieder, meekomen, zal het er deze keer wel schraal uitzien, want meer dan tweederde van hen ligt ziek te bed. De grote angst die ze de afgelopen nacht tijdens de hevige storm en de aardbeving te doorstaan hadden, en de vrees dat zo'n ramp nog een keer terugkomt, heeft met name mijn vrouwelijke personeel volledig uitgeschakeld.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Ik zeg u in alle onderdanigheid, hoge gebieder, dat meer dan driekwart van de inwoners van deze stad zich nu nog buiten bevindt, en dus ook verscheidene van mijn beste bedienden; slechts weinigen hebben de moed gehad om met mij en mijn gezin pas een uur geleden het huis binnen te gaan. Met reeds klaargemaakte spijzen ziet het er vandaag dus heel slecht uit; maar brood, zout en wijn kan ik jullie wel aanbieden.
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[17] Ja, hoge gebieder, deze nacht heeft mij grote schade toegebracht! Maar wat vermag een zwak en sterfelijk mens tegen de almacht van de onsterfelijke goden en hun elementen!
Hoofdstuk 92: Bij de Romeinse waard in Afek (29.11.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Na deze zeer steekhoudende, verontschuldigende uiteenzetting van de waard gingen wij het huis binnen en werden direct naar de grootste en sierlijkst ingerichte zaal gebracht, die tot nu toe slechts heel spaarzaam met één lamp verlicht was, maar onmiddellijk beter en met meerdere lampen voldoende verlicht werd.
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Nu merkte de waard dat wij in het gezelschap van de commandant, op zijn gevolg na, allemaal Joden waren. Daarom vroeg hij de commandant hoe het kwam dat hij, die anders niet bekend stond als een speciale vriend van de Joden, nu in hun gezelschap een reis ondernam, en dan ook nog te voet. En hoe zou hij, een Romeinse waard, die voor de Joden een gruwel is, nu in staat zijn deze mensen tevreden te stellen?
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen wij ons allemaal voldoende met brood en wijn gesterkt hadden, zei Ik tegen de waard: 'Je moet weten, waard, dat jouw huis een groot heil ten deel is gevallen! De meesten van jullie Grieken en Romeinen zijn behoorlijk thuis in de geschriften van de Joden, en jullie weten dat de ene, enig ware God, de Schepper van hemel en aarde en van alles wat daarop, daarin en daarboven was, is en zal zijn reeds vanaf het eerste begin van de mensheid bij monde van de profeten aan de Joden en door hen ook aan jullie heidenen een Messias heeft beloofd! En kijk, deze beloofde Messias ben Ik, en Ik ben nu dan ook naar jullie heidenen toegekomen, om ook onder jullie het rijk Gods te vestigen en te verbreiden!
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Daarop begaven de genezenen zich onmiddellijk naar hun kamers, en sommigen liepen naar enkele priesters, die in een andere zaal van deze herberg bij elkaar zaten en nog steeds met elkaar beraadslaagden hoe ze het volk nog grotere offers konden afpersen, en ze vertelden hun hoe ze op wonderbaarlijke wijze genezen waren door een man, die naar zijn kleding te oordelen een Jood was maar door zijn woord en wil gewerkt had als een ware, levende God.
Hoofdstuk 94: De Heer geneest de zieken in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  626 - 627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651  ...