Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 639 van 728

...  627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652  ...
[21] MARTINUS zegt: 'Hm ja, hm, jaaa! - wat wilde ik eigenlijk ook weer zeggen? Ja, juist, ja, zo is het; we spraken over het verrichten van een wonder. Juist, ik heb de draad weer te pakken. Weet je, allerliefste Chanchah, eigenlijk kan alleen de grote Lama wonderen doen, wanneer en hoe en waar Hij wil. Wij, Zijn dienaren, echter alleen wanneer Hij het toelaat als het nodig is. Zo heeft ook mijn broeder hier dit wondertje tot stand gebracht, omdat het nodig was om je iets duidelijk te maken, anders zou Hij ook geen wonder hebben gedaan - wat echter ook bij Lama Zelf het geval is. Ook Hij doet bijna nooit een wonder voor onze ogen, omdat het niet nodig is, daar we zondermeer Zijn kleinste wenken begrijpen! - Begrijp je me, liefste Chanchah?'
Hoofdstuk 98: Woorden van de Heer over wezen en werken van Lama – Het boomwonder - Een waarschuwing tot voorzichtigheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS is nu erg verlegen en weet niet wat hij moet doen. Want als hij haar het juiste antwoord geeft, dan moet hij Mij verraden vóór dat het de juiste tijd daartoe is. Als hij echter niet antwoordt, dan verklaart zij hem ten aanzien van alle gasten voor een leugenaar of voor een domkop en lafaard, wat hem ook niet aangenaam zou zijn, omdat hij zich daar heimelijk als heer des huizes een beetje te goed voor vindt. Hij gaat daarom naar Mij en vraagt Mij, wat hij nu in deze situatie moet doen.
Hoofdstuk 99: Martinus in verlegenheid door Chanchah’s weetgierige vragen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Ik heb je al eens gezegd, dat deze Chinezen ons nog veel te doen zullen geven, maar toen zag je dat nog niet in. Omdat jij nu echter door je gewichtigdoenerij het kritische moment voortijdig dichterbij hebt gebracht, vecht dan nu ook als een man. En zorg er voor, de kwestie met Chanchah weer in evenwicht te brengen, terwijl ik deze overige honderd Chinezen bewerk; als deze in orde zijn, dan zal Ik ook met Chanchah weer alles in orde brengen. - Ga nu en handel aldus!'
Hoofdstuk 100: Bisschop Martinus wordt door de Heer berispt - Hij krijgt wenken inzake zijn gedrag - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] 0 vriend, als ik duizend harten zou hebben en het mooiste wezen zou zijn, dat ooit onder de stralen van de zon wandelde: al die harten zullen van jou zijn en mijn mooie ogen zullen zich nooit van je afwenden, als je mij de waarheid zegt over datgene, wat je mij nog als antwoord schuldig bent. Ik heb echter maar één hart; dit ene hart zal je echter liefhebben als duizend harten, als je voor mij een ware vriend bent en mij óf in woorden óf indien mogelijk daadwerkelijk de grote Lama toont. Maar wee jij, als je het waagt om mijn hart, dat jou zo onmetelijk wil liefhebben, om de ruin te leiden!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Jij hebt wel gemakkelijk praten en ook dreigen, want mijn aanblik zal jou zeker niet in de war brengen. Mij gaat het echter bijzonder slecht wat mijn tong betreft, daar ze door jouw al te grote schoonheid compleet verpletterd en dan helemaal verlamd wordt, als ik met je moet praten. Daarom moet je ook een beetje geduld met me hebben. Stukje bij beetje zal alles in orde komen, als ik meer aan je schoonheid gewend ben.'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Zie, wie de tong gebonden wordt door de liefde, die praat als een dronkeman en stottert en zijn woorden hebben geen inhoud. Want een verlegen tong heeft geen wortels, die uit de bron der wijsheid haar woorden opzuigen. De wortels van jouw tong zijn echter vol van de sappigste spraak. Rechtvaardig jezelf daarom voor mijn hart als een man, maar niet als een loze grappenmaker! Wat ik tegen je zeg, is zo waar als mijn innerlijkste leven. Hoe kun jij dan alleen maar oppervlakkig en niet meer vanuit je hart tegen mij spreken?'
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] (CHANCHAH:) 'Vriend, ik heb medelijden met je; want je bent óf een sluwe vos óf een domme ezel - en het ene is nog slechter dan het andere! Ik houd je echter toch meer voor het laatste dan voor het eerste en dat verontschuldigt dan ook je verwerpelijke opschepperij, dat je ook een dienaar van de grote Lama zou zijn. Werkelijk, als Lama van zulke dienaren gebruik zou maken, dan zou Hij samen met zijn dienaren heel erg te betreuren zijn!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Zie, ik heb van jou eerder wel tamelijk wijze woorden gehoord en dacht werkelijk, dat je serieus iets hogers zou zijn. Ik werd ook gedwongen dat te geloven door je pralende hoofddeksel en ook doordat je die échte wijze je broeder noemde. Nu is echter alles over jou mij helemaal duidelijk. Jij bent een zogenaamde goede ezel, die hier in het hemelrijk alleen maar vegeteert, omdat hij op aarde vast te dom was om ooit een zonde te begaan. En dus ben je waarschijnlijk zo'n goedmoedige ezelsziel, die niemand kwaad doet en als een schepsel van Lama ook alle achting verdient. Maar men kan van jou niet meer verlangen, dan wat de grote Lama in je natuur heeft gelegd. Je zult echter ook mij wel vergeven, dat ik van jou meer wilde hebben dan van jou te krijgen is. Ik ontsla je daarom van elke eerder van jou verlangde beantwoording!
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Bisschop Martinus ziet er nu spinnijdig uit en hij zou de Chinese graag eens flink de mond willen snoeren, zoals men wel pleegt te zeggen. Maar omdat hij zich hierdoor van de lastige beantwoording ontheven ziet, slikt hij al deze opmerkingen in en verwijdert zich heel bescheiden van zijn Chanchah, die hem echter toch niet uit het oog verliest.
Hoofdstuk 101: Chanchah's hernieuwde vraag naar de grote Lama - Martinus' verlegenheid en loze uitvluchten - Chanchah' s antwoord: 'O jij arme ezel!' - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS zegt nu in zijn hart: 'Ik dank je met alle liefde van mijn hart, dat je mij in zulke belangrijke dingen helder als nooit tevoren hebt onderwezen. Nu begin ik pas een beetje wegwijs te worden in wat heet: een innerlijke mens te zijn en als zodanig te spreken en te handelen! Nu wordt me ook duidelijk, wat bij mijn eerste aanwezigheid hier onder leiding van de Heer een maanbewoner tegen me heeft gezegd, die ik op een belachelijke manier mijn ergste domheid als hemelse wijsheid wilde verkopen.
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Houd je dus ook nog aan deze gedragsregel, liefste broeder, dan zal alles prima gaan. Bereid je nu echter voor; zie, zij, die je nu heel scherp heeft gade geslagen, is nu al bij je.'
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] BISSCHOP MARTINUS zegt in zijn hart: 'Nu komt ze zeker beslist met een heel legioen ezels. Ik zal ze echter allemaal verdragen, zoals het vrije heelal het eindeloze leger van sterren, planeten en zonnen verdraagt, zonder daarbij moe te worden. In Uw Naam, Heer, mag nu komen wat wil! Op mijn geduldige rug mag nu menig kruis en kruisje gerust plaats nemen, ik zal het wel verdragen in alle liefde en geduld. Vooruit dus maar, in Naam van de Heer!'
Hoofdstuk 103: De gezegende vrucht van de vernedering van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O, lieve Chanchah, ik denk dat je helemaal gelijk hebt. Alleen moet ik je hier eerlijk bekennen, dat wij hemelburgers eigenlijk helemaal geen wetten hebben, maar geheel zonder wetten volledig vrij in God, onze Heer, leven. In God de Heer leven betekent echter, voor eeuwig leven in alle liefde. Liefde maakt alles vrij en kent buiten zichzelf geen wet. Daarom hebben wij hier ook geen andere wet dan alleen die van de liefde, welke wet echter geen wet is, maar enkel de eeuwige uiterst volmaakte vrijheid van alle wezens, begrijp je dat?'
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Ik heb jullie echter ook lief met alle gloed van de middagzon en heel vooral hem, die mij nog zijn naam schuldig is. Je moet me wel vergeven, dat ik jouw vriend en broeder veel liever heb dan jou. Ik weet weliswaar niet waarom, daar hij in feite niet mooier is dan jij en je broeder Borem en niet eens een mooier kleed aan heeft. Maar er ligt in zijn grote, blauwe ogen iets zo onbeschrijflijk aantrekkelijks, en om zijn mond ligt zo'n bijzonder goddelijke trek en uitdrukking, dat men gewoonweg in de grootste verleiding wordt gebracht, zijn eindeloos liefdevolle gedaante voor het getrouwe evenbeeld van Lama te houden!
Hoofdstuk 105: De hemelse wet van de liefde en het geluk, dat deze teweegbrengt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Bisschop Martinus trekt bij deze vragen al weer een verbouwereerd gezicht. Uiterlijk doet hij wel alsof hij er over nadenkt, hoe hij de bekoorlijke Chanchah zo beleefd mogelijk op haar vragen zou kunnen antwoorden. Innerlijk wacht hij echter angstig af, of Ik hem niet snel een of ander, natuurlijk meer dan voortreffelijk antwoord in zijn hart leg. Ik laat de goede Martinus echter ook deze keer om zeer wijze redenen een beetje spartelen, zoals jullie gewoonlijk zeggen.
Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  627 - 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652  ...