10915 resultaten - Pagina 640 van 728
... 628 - 629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 ...
[12] Martinus wordt nu nog tien keer zo verlegen als bij de eerdere vragen. Want zegt hij: 'Ik kan het niet', dan liegt hij. Zegt hij echter: 'Ik wil het niet', dan liegt hij ook en haalt zich bovendien de verachting van zijn geliefde Chanchah op de hals. Zegt hij echter: 'Ik mag het niet' - dan stelt hij zich waarschijnlijk bloot aan een nieuwe vraag, namelijk, wie hem verboden heeft en waarom. Onvermijdelijk moet hij dan beide vragen beantwoorden, als hij niet noodgedwongen beschaamd voor Chanchah wil staan.Hoofdstuk 106: Martinus in de knel door de verdere vragen van Chanchah - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ja, ja, het doet mij ontzettend pijn! Weliswaar kan ik dit ook niet helpen. Want jij, mijn heerlijke, machtige vriend ziet immers ook wel, dat ik een vreemdeling ben en niet weet, wat en hoe men hier mag vragen. Omdat jij me nu echter een wenk hebt gegeven hoe men hier dient te vragen, zal ik mij daar in het vervolg aan houden. Maar zeg me dan alleen, waarom men hier eigenlijk op een botte en dom gestelde vraag, die niet voor beantwoording geschikt is, helemaal geen antwoord kan krijgen?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ach vriend, het is ook heel vreemd om hier te zijn. Waarheen je ook je ogen wendt, zie je niets dan wonderen en nog eens wonderen. Wonderen, waarvan de aarde geen flauw besef heeft. Wie zou echter bij dergelijke verschijnselen die hij niet begrijpt, niet aan de meer ingewijden vragen, wat het een en ander te betekenen heeft? Wie is degene die dit allemaal doet? Als hier de hemel is, waar is dan Lama, die hem gegrondvest heeft? Zeg mij, mijn boven alles geliefde vriend, zijn dat niet heel natuurlijke en vooral door de wonderlijke omstandigheden van dit bestaan volledig te verontschuldigen vragen?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zoals echter op aarde, is het ook hier het geval. Het zou voor niemand goed zijn alles in één keer te genieten en te ondervinden, maar slechts geleidelijk aan, zoals ieders vermogen tot opname het verlangt. Op die manier geleid, zullen de jongste kindertjes hier steeds sterker worden en mettertijd meer kunnen verdragen, tot ze voor het ontvangen van het allerhoogste sterk en geschikt genoeg worden.
Hoofdstuk 108: De gelijkenis van de wijze opvoeding van kinderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Wat echter je laatste drie vragen betreft, daarop kan hij je niet antwoorden, omdat je niet naar de eigenlijke oorzaak van zijn verlegenheid hebt gevraagd en dit ook niet kon doen, omdat je er zelf geen vermoeden van had. Zou hij je daarom welk bevestigend of ontkennend antwoord ook gegeven hebben, hij zou tegen jou hebben moeten liegen. Dat is in dit hemelrijk echter absoluut onmogelijk, want niemand kan hier een onwaarheid spreken, ook al zou hij dat willen. Daarom zweeg vriend Martinus dan ook, die heel veel van je houdt en hij zou zich liever door jou van alles willen laten aandoen, dan jou, zijn geliefde Chanchah, ook maar met één enkel woordje voor te liegen! Was dat niet te prijzen in hem?'
Hoofdstuk 107: De uitleg van de Heer aan de vraaglustige, nieuwe hemelbewoonster - De gelijkenis van de dichtgebonden zak - De geruststelling van Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] CHANCHAH echter zegt: 'O, jij liefste vriend van mijn hart en van mijn leven! Jij hebt inderdaad maar al te zeer gelijk met elk woord, dat uit je mond komt. Toch kan ook Chanchah er niets aan doen, dat zij een kind met zo' n weetgierige geest is. Maar ik, je arme Chanchah, zal van nu af aan mijn hart in bedwang houden en zal zijn als een bloem op het veld, die zich door het licht en de warmte van de zon van Lama ontvouwt en, gevoed door de dauwdruppels van de ochtendliefde van Lama, tenslotte ook haar bloembodem met het rijke zaad van het leven vult.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Chanchah wordt hier heel verlegen en slaat de ogen neer. Haar hart echter ontvlamt steeds meer in liefde tot Mij, wat ze maar al te hevig voelt. Daarom komt ze, de anders maar al te spraaklustige, deze keer niet met een antwoord tevoorschijn. Na een poosje vraag Ik haar nogmaals of ze Me zulks niet kan meedelen. Dan zegt ze, als iemand met een zeer beklemd gemoed:
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Toen zei mijn zeer wijze moeder: 'Luister, mijn geliefde dochter: plant in de tuin twee dezelfde bloemen, één aan de oostkant - deze wijd je aan de Lama en de andere aan de westkant, en deze wijd je aan de mensen. Verzorg beide gelijk en zie hoe ze groeien en zich zullen ontplooien. Zal de avondbloem beter gedijen dan de morgenbloem, dan zal dat een teken zijn, dat je meer van de wereld houdt dan van de heilige Lama. Zul je echter bij beide bloemen het tegendeel bemerken, dan is jouw liefde tot de Lama sterker dan die tot de mensen.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik deed meteen, wat mijn wijze moeder mij aanraadde. Omdat ik echter bang was dat de bloem van Lama iets achter zou kunnen blijven bij die van de mensen, verzorgde ik haar heimelijk dubbel zo goed als die van de mensen. Maar zie, ondanks mijn grote ijver bij het verzorgen van de bloem van de Lama, bleef deze toch achter in ontwikkeling.
Hoofdstuk 109: De kernvraag van de Chinese en de zeer kritische tegenvraag van de Heer - De geschiedenis van de ochtend - en de avondbloem - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Als de tafel klaar is, gaan alle helpers weer terug naar hun zachte rustplaatsen. Martinus en Borem, begeleid door één van de dames van het H. Hart - en wel degene, die zich het eerst als kikker in haar innerlijk in zee stortte - komen echter weer naar Mij toe en laten Mij weten, dat nu alles klaar is.
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En IK zeg: 'Het is allemaal goed. Ga nu ook naar buiten naar de omheining van de tuin en kijk of er nog iemand is, die nog aan deze maaltijd kan deelnemen. Gella (dame van het H. Hart) blijft echter intussen hier bij Mij en luistert naar wat Ik nu Mijn liefste Chanchah voor mooie dingen zal zeggen. Zo moge het gebeuren, Mijn broeders!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Deze derde soort van beweging wordt alleen in uiterste noodgevallen gebruikt. Daarom zullen wij er hier ook geen gebruik van maken, wel echter van de beweging van de tweede soort, waarmee wij hier wel kunnen volstaan. Het middel om tot deze beweging te komen is onze vaste wil. Daarom mogen wij alleen maar willen in naam van de Heer en dan zullen wij meteen helemaal vrij zweven in deze hemelse lucht. Waar we heen willen gaan, daar zullen we ook met de snelheid van de wind komen. - Wil dus nu en het zal gebeuren!'
Hoofdstuk 110: Voorbereidingen voor een hemels feest - Martinus' eerste reis met het hemelse vervoer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Jij gaf Mij een beeld van de verzorging van jouw morgen - en avondbloem en dat was heel lieflijk. Ik geef je daarvoor echter een ander morgen - en avondbeeld en dat bestaat hieruit:
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Lama vroeg toen echter Zijn liefde en deze nam het op voor de mislukten; Hij werd Zelf mens om voor de mensen een goed voorbeeld te zijn.
Hoofdstuk 111: Gelijkenis van de Heer: twee menselijke planten in de tuin van Gods liefde - De menswording van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] MARTINUS zegt: 'O Heer, dat zijn fraaie gasten; hier kunt U wel een heel bijzonder plezier aan beleven. Deze zullen een schril contrast vormen met de mensen van dit huis. Er was helaas niets anders te vinden, daarom hebben we meegenomen wat we aantroffen. Ik moet echter openlijk bekennen: als dat niet de Satan in levende lijve samen met zijn fraaie aanhang is, dan mag U mij voor alles uitmaken, wat U maar wilt!'
Hoofdstuk 112: Satan als monster in de zaal - Het versterkende maal – Gella herkent de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus