Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 65 van 184

...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...
[18] Cyrenius zei vol verbazing: 'O eindeloos grote fantasie van de ene ware God! Wat een oneindig grote volheid van belichaamde gedachten van God! Wat een oneindige verscheidenheid! Wat een kolossen van zeemonsters komen telkens weer hier naar toe, aangetrokken door een onzichtbare scheppende kracht! Ruim een uur duurt deze wonderbaarlijke processie al, en nog is bij lange na het einde niet in zicht! Niet eens een duizendste deel kennen we bij naam en U, o Heer, roept ze in Uw wil naar Uw wijsheid zeker bij hun naam en alle dieren volgen Uw almachtige roep! O, allen die hier zijn moeten goed kijken, want jullie zien nu wat het oog van een sterfelijk mens nog nooit heeft gezien!'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden uit Mijn mond hadden vernomen, waren ze verbaasd over Mijn wijsheid en Cyrenius zelf zei: 'Ja, ja, dat zijn geen woorden zoals mensen ze spreken, maar die woorden zijn waarachtig van God; want uit ieder woord komt als het licht uit de zon de stralende waarheid, waar zelfs het meest scherpzinnige menselijk verstand niets tegen in kan brengen.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Maar zou God door Zijn almacht, vanuit Zijn wijsheid de wil van de mens leiden, dan zou de mens niets hoger staan dan een dier; hij zou er zelfs nog enigszins onder staan, omdat zelfs aan het dier al een kleine vrijheid van wil is verleend in zoverre het, zoals de ervaring jullie leert, ook een verstand en een geheugen heeft, honger, dorst en pijn voelt en daarom ook, al is het nog zo vaag, iets kan denken, kan oordelen en door zijn geluid, gezichtsuitdrukking en bewegingen te kennen kan geven wat het nodig heeft en wil hebben.
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ikzelf vertelde de gasten het een en ander uit Mijn jeugd, waar alle aanwezigen in hoge mate van genoten. De aanwezige bekeerde Farizeeën en schriftgeleerden bevestigden het allemaal; een van hen vertelde zelfs in het kort van de gebeurtenis, dat Ik op twaalfjarige leeftijd alle hogepriesters, Oudsten, schriftgeleerden en Farizeeën in de tempel met Mijn wijsheid tot opperste verbazing had gebracht en hij voegde er nog de opmerking aan toe, dat men reeds in die tijd gedurende enkele jaren zelfs in de tempel stellig de mening was toegedaan, dat Ik mogelijkerwijs toch de beloofde Messias was. Maar daarna had men van Mij niets meer gehoord en meende dat Ik als een geestelijk te vroeg gewekte knaap ofwel gestorven was, of dat de Essenen Mij hadden leren kennen en in hun scholen hadden opgenomen, natuurlijk met toestemming van Mijn aardse ouders. En zo was deze aangelegenheid bij de tempel toen langzaamaan ingeslapen en pas nu, de laatste tijd, weer wakker geroepen.
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Ik zegje: wanneer er zo'n dienst wordt gehouden ter ere van God en God daar in Zijn allerhoogste wijsheid vreugde aan zou beleven, zou Hij geen God zijn, maar evenals de dienstdoende priester een blind dom mens vol hoogmoed en vol heerszucht. Hoe kan iemand de ware God daartoe instaat achten, die door Zijn eeuwige liefde, wijsheid en macht toch alles uit Zichzelf geschapen heeft en door Zijn eeuwige goedheid en erbarming ook alles eeuwig doet voortbestaan? Waar is in Gods hele oneindigheid een wezen, dat zich met succes tegen God zou kunnen verzetten en het tegen Hem zou kunnen opnemen? Alles wat de eindeloze scheppingsruimte bevat, is immers Gods gedachte en wil! Als God deze aarde niet meer zou willen laten bestaan, wanneer ze met Hem zou willen strijden, hoeft Hij immers maar te willen dat ze niet meer bestaat, en ze is er niet meer! En daarom heeft God van de mensen, die Hij tot Zijn ware kinderen wil maken en opvoeden, geen andere verering nodig dan dat ze Hem als een ware, heilige Vader boven alles liefhebben en altijd graag doen wat Hij hun als Zijn wil te kennen geeft.
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Daaraan kun je al zien dat het met de juiste ontwikkeling van een mens heel anders gaat, dan met het plotseling doen bedaren van een storm op zee. Wanneer de mensen ook op die manier behandeld zouden moeten worden, zou het wel dwaas van Mij zijn om nu met jullie vanuit Mijn wijsheid te spreken en jullie volgens de waarheid te onderwijzen; dan zou Ik jullie namelijk ook wel meteen de lichtste gedachten in jullie ziel kunnen leggen en dan jullie wil met Mijn macht kunnen dwingen om niet anders te willen en te handelen dan alleen zo, als Ik het Zelf wil. Maar zou iemand er iets aan hebben, als Ik hem tot een pure machine van Mijn almachtige wil zou maken?
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Nu zei de hoge raadsheer weer: 'Maar waarom zou het dan met name voor de hogepriesters schadelijk zijn, wanneer ze door de almacht en de wijsheid van jouw God gedwongen zouden worden, althans voor enkele jaren, de afgoderij te laten vallen en het volk de waarheid te onderwijzen? Mochten ze dan, als Gods almacht hen weer vrijlaat, opnieuw tot de oude afgoderij terug willen keren, dan zou het verlichte volk hen zeker zodanig terechtwijzen, dat ze zich nooit meer met die oude afgoderij zouden inlaten! Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Zie, zo veel liefde heeft de goddelijke wijsheid voor de mensen, die ze ooit als haar kinderen in deze wereld heeft geplaatst ter beproeving van de volstrekt vrije wil, die hun werd gegeven. Begrijp dat daarom goed en stel verder geen zinloze vragen aan Mij; want God heeft uit Zichzelf voor eeuwig een orde bepaald en daar zal het ook eeuwig bij blijven! En laten we nu over iets anders praten, als jullie dat willen!
Hoofdstuk 215: De opvoeding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Allen waren tevreden met deze les en loofden Mijn wijsheid.
Hoofdstuk 220: Over geloven en zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Streef er daarom naar dat jullie ziel één wordt met jullie geest, - die zal jullie dan vanzelf in alle wijsheid binnenleiden; maar zonder de geest zullen jullie steeds schommelen tussen licht en duisternis en tussen leven en dood en tussen vrijheid en gericht!
Hoofdstuk 221: Adam en Eva, de eerste mensen van de aarde De pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] God zal de eenwording van de ziel met de geest uit Hem natuurlijk niet met Zijn almacht afdwingen, maar Hij zal het hart van de mens steeds meer verlichten en het vervullen van ware wijsheid uit de hemelen en daardoor zal de mens geestelijk groeien en krachtiger worden en zal alle hindernissen die, ter grotere beproeving van hem nog op zijn pad kunnen komen, steeds gemakkelijker en met meer vertrouwen overwinnen.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Daarop zei Rafaël 'Goed dan! Jullie kunnen weer vertrekken, en er zal jullie geen kwaad overkomen; maar wee diegene van jullie, die zijn hier aan mij gegeven woord zal breken! Want denk eraan, dat Gods macht, wijsheid, alwetendheid en ernst oneindig zijn en de zwakke sterfelijke mens tegen God en Zijn wegen eeuwig niets kan en zal uitrichten!
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Daar waren allen het mee eens, en een oudste, die zoveel als een overste was en zeer erváren in allerlei wereldse wijsheid, zei, toen de wijn zijn tong had losgemaakt: 'Waar het de mens goed gaat, daar moet hij ook blijven, en zo blijven wij ook tot de ochtend hier, en ik zou graag met jullie, mijn beste ambtgenoten, een paar openhartige woorden spreken! Want in de tempel gaat dat niet; maar hier, waar we helemaal ongestoord bij elkaar zitten en door niemand afgeluisterd worden die ons zou kunnen schaden, kan men ook wel een openhartig woord spreken!
Hoofdstuk 3: De geloofsopvattingen van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Een andere schriftgeleerde zei: 'Ik kan je geen ongelijk geven en deel in veel opzichten .jouw mening; maar als een volledig uitgemaakte waarheld kan Ik Je mening toch eigenlijk niet aannemen! Want ik kan niet geloven, dat God als de meest wijze Schepper van hemel en aarde, die toch de zon, de maan, de sterren en deze aarde voortdurend in stand houdt, ons als volmaakte werken van Zijn wijsheid en macht alleen geschapen heeft om te dienen als Zijn vergankelijke speelpoppen!
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Uit deze diepgaande beschouwingen blijkt wel, dat Gods wijsheid de mensen voor een ander, hoger en vrijer leven heeft geschapen en niet voor een in alles zeer beperkte wereld, die weliswaar goed genoeg is om de mens tot een eerste ontwikkelingstrap te dienen, maar nooit bestemd kan zijn om hem een zalig eeuwig bestaan te geven.
Hoofdstuk 4: Een schriftgeleerde verwijst naar Gods orde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...