Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 65 van 263

...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...
[7] IK zeg: "Heel goed geoordeeld; daarom zullen wij hen hierna ook aan de tand voelen en zien, in hoeverre ze voor iets hogers toegankelijk zijn! Maar Ik zal hier niet als leraar optreden, dat zullen jullie doen als gezondenen en zelf leerlingen van de Wijze uit Nazareth. Pas als ze naar jullie geluisterd en het woord over de komst van Gods rijk op aarde aangenomen zullen hebben, kunnen jullie hen op Mij wijzen en zeggen, dat Ik Degene ben, over wie jullie gepredikt hebben.
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ze beschouwen zichzelf als wereldwijzen en steken tot over hun oren in het zogenoemde stoïcisme, dat het moeilijkst is te bestrijden. Daarom heb Ik jullie hier speciaal naar toe gebracht, om jullie een gelegenheid te verschaffen nu ook met dergelijke mensen te leren werken, omdat jullie bij de oude Marcus zeer veel aan ware, innerlijke wijsheid hebben gewonnen.
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Met mensen zoals deze hier hebben we nog helemaal niet te maken gehad! Daarom moeten jullie hier zeer beheerst te werk gaan! Weinig woorden, -maar ieder woord dat hun gezegd wordt moet een kern bevatten! Het beste aan hen is, dat ze bij al hun stoïcisme heel nieuwsgierige vogels zijn en alleen aan de kennis die iemand heeft waarde hechten. maar daar komt onze gastheer al met zijn familie en brengt een mand met vis en brood. Daarom zullen wij het middagmaal hier in de schaduw van deze boom tot ons nemen"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In het begin heb je je alleen voor het materiële levensheil geofferd. Maar het wilde je met lukken, zoals het wel vaker loopt in de wereld; want zo'n bijzonder goede magiër was je niet, en daarvoor bezat je ook veel te weinig van die innerlijke wereldse sluwheid die nodig is om de wereld van de opgang tot aan de ondergang werkelijk te overdonderen. Jij kon dus het aardse levensgeluk, waarvan je vroeger zo vaak gedroomd had, niet bereiken met behulp van je kunst, die zoals reeds gezegd nu niet zo heel bijzonder was, ondanks je verre reizen. En ik zal je de heel eenvoudige reden daarvan ook nog vertellén, opdat je ziet, hoe men door een vast geloof ook het meest innerlijke en verborgene van een mens naar buiten kan brengen.
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als je een waarachtig wijs man bent, som dan nu voor mij maar eens op wat ik sinds mijnjeugd gedaan heb, wat ik heb geleerd, wat ik was en wat ik nu eigenlijk ben! Ik heb jou echter heel kort verteld, en blijkbaar klopte ieder woord, hoe het je ongeveer vanaf je geboorte in de wereld is vergaan, en als de tijd het toe zou laten, had ikje ook haarfijn je hele leven kunnen beschrijven! Oordeel jij nu zelf, wie van ons beiden wijzer is, ik met mijn rotsvaste geloof, of jij met je volle ongeloof!'
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Nu keek AZIONA de gemoedelijke Johannes verbaasd aan en zei: 'Luister, mijn overigens zeer gewaardeerde vriend! Hetgeen ik nu uit jouw mond heb vernomen, is meer dan mijn gevulde voorraadkamer en veel meer dan de van puur water gemaakte wijn; want wat je mij hebt gezegd is woordelijk van A tot Z waar! Je hebt mij tevoren nooit gezien en nooit gesproken en kent de levensomstandigheden van mij en mijn hele gezelschap zo precies, alsof je dat allemaal zelf met ons hebt meegemaakt! Dat is veel -en iets dat me zeer tot nadenken begint te stemmen. Dat jouw collega die als eerste het woord voerde, mijn naam wist, viel me helemaal niet op, omdat heel Caesarea die kent en omdat men jullie van daaruit de weg hier naar toe gewezen kan hebben; maar mijn levenservaringen zijn door niemand van ons aan wie dan ook bekend gemaakt, en daarom ben jij ze ook van niemand te weten kunnen komen, -en je bent van iedere kleinigheid op de hoogte, ja zelfs van de gedachten die ik toen gehad heb, de besluiten die ik genomen heb, en de plannen die ik innerlijk koesterde en vaak niet eens aan iemand van mijn gezelschap heb meegedeeld! Vriend, dat is iets, wat op geen enkele natuurlijke manier te verklaren is!
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] AZIONA zegt: 'ik ben van mening dat hier geen uiterlijk zichtbaar licht nodig is, omdat deze lieve vrienden zo overvol zijn met het onbegrijpelijke innerlijke licht van de levenswijsheid! En ik zou bijna denken, vriend Hiram, dat jij in je werkelijk bijzondere droom alleen het geestelijk lichtschijnsel van deze mannen hebt gezien. Maar daarover zullen deze aardige mannen en onbekende vrienden jou zelf de juiste opheldering geven!"
Hoofdstuk 179: De droom van Hiram - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] JOHANNES zegt: 'Je wilde eigenlijk zeggen dat geduld bij jou geen sterke, maar eigenlijk slechts een zeer zwakke kant* (* Hier staat in het Duits: 'Seite', dat hetzelfde uitgesproken wordt als het woord 'Saite', dat 'snaar' betekent.) is, die snel en gemakkelijk stuk gaat, - niet waar, mijn vriend Aziona?"
Hoofdstuk 180: Wat de ziel tijdens een droom ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] HIRAM zegt: 'Beste vriend, je moet me niet kwalijk nemen dat ik gewoonlijk praat zoals ik denk! Kijk, dat jij op jouw manier een grote wijze en een meester van het woord bent, heb ik bij je eerste woorden al ontdekt! Met jouw redenaarstalent is het niet moeilijk om van een beer een wolf te maken, zoals bij ons het spreekwoord zegt.
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar toch moet je innerlijke geest reeds lang van tevoren bestaan hebben, opdat hij als een onzichtbare getuige bij al mijn handelingen, die hem misschien om voor mij onbekende redenen nader aangaan, aanwezig kon zijn. Alleen op die manier kan ik mij jouw volledige kennis en volledige inzicht in al mijn levensomstandigheden een beetje voorstellen! Weliswaar was je van de levensomstandigheden van Aziona even goed op de hoogte als van de mijne. Maar dat maakt nu niet bepaald veel verschil; want jij, als een nog zuivere oergeest, hebt je alziende geestelijke ogen zeker zowel op hem als ook op mij gericht! Een pre-existentie van je innerlijke geest valt zodoende niet gemakkelijk meer te ontkennen, en ook niet het gelijktijdig bestaan ervan met je lichaam; maar hoe ziet het er nu uit met het voortbestaan van die geest na het lichamelijk leven? Dat lijkt tot nu toe nog geheel vergrendeld te zijn!"
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Komt iets je nog vreemd voor of is het moeilijk te begrijpen, dan kun je nu gemakkelijk hierover een nieuwe vraag aan mij stellen. Daarom ben jij nu weer aan het woord of ook je vriend Aziona. Denk en spreek, en ik zal jullie dan wel weer een juist antwoord geven!"
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen sloegen ze BEIDEN van verwondering hun handen in elkaar en zeiden: 'Neen, dat kan alleen een God mogelijk zijn! Wij hebben al wel eens door magiërs vuur zien maken door middel van handen wrijven, maar enkel door het woord nog nooit! Het kan natuurlijk dat je een of ander geheim poeder hebt waarmee je met echt magische snelheid het hout hebt bestrooid, wat noch door mij noch door iemand anders is opgemerkt, en het poeder moet dan, met het hout in aanraking gekomen, onmiddellijk zijn gaan branden; hebben de oude Egyptenaren zo'n poeder niet gehad? Anders is dit een zuiver, hoogst onbegrijpelijk wonder'
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Deze keer was het Jacobus die hem een wenk gaf en hem aan Mijn eerdere vermaning herinnerde. Toen werd hij stil en zei geen woord meer.
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Ik zei nu tegen iedereen: 'Laat hiervan nooit één woord over iemands lippen naar buiten komen; want dat zou hem uiterst slecht bekomen! De beide vissers zullen pas morgen hun opdracht krijgen en zullen op deze wereld geen verraad meer plegen"
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar zodra de ziel voldoende ontwikkeld is in het lichaam, dat wil zeggen zowel wat vorm betreft alsook naar het vrije inzicht, liefhebben, willen en handelen, hoe dat er ook uitziet, dan zijn er twee gevallen mogelijk: óf de ziel is ook helemaal rijp voor haar goddelijke geest, dat wil zeggen, dat ze reeds helemaal geestelijk is; óf de ziel is op zichzelf wel reeds als een geestelijk wezen ontwikkeld en zogezegd consistent, maar het innerlijke, geestelijke element is nog zeer twijfelachtig, en vertoont ten gevolge van haar grote en noodzakelijk geheel vrije zelfbeschikking veel meer neiging om weer geheel in de materie over te gaan, dan om vrij uit te vliegen naar haar geestelijk element; in beide gevallen wordt ze van haar lichaam ontdaan.
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...