Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 65 van 91

...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...
[6] Als de mensen in de laagte net zo waren als de weliswaar nog maar weinige van Mijn waarachtige kinderen op de hoogte, dan zouden zij geen zichtbare tempel nodig hebben! Maar zij zijn zo grof als de uiterlijke materie waarvan deze tempel is gemaakt; daarom moeten zij ook een grofzinnelijk teken hebben en moeten zich stoten aan deze uiterlijke, harde materie opdat hun eigen stoffelijke daaraan te pletter slaat. Pas dan kan hun innerlijk vrij worden en kunnen zij uit deze grove, uiterlijke, dode tempel hun innerlijke, levende tempel binnengaan als zij dat ernstig willen!
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Wie echter slechts uit een zekere gewoonte deze tempel zal betreden om zijn dwaze geweten te sussen, die doet er beter aan buiten te blijven. Want wie zich niet aan deze tempel stoot en zijn materie niet te pletter laat slaan, die zal daarbinnen geen leven van de geest en diens wijsheid vinden, maar wel het gericht van zijn geest in de materie en hierdoor de dood.
Hoofdstuk 169: De woorden van de Heer tot Ohlad op de tempelberg. Het doel van de uiterlijke tempel. De Heer verdween voor hun ogen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Vele mannen zwoeren geen vrouw aan te raken; want zij zeiden in hun soms niet geringe verbittering: 'Waarom nog langer mensen verwekken? Staat niet ieder mens het lot van Adam en Eva te wachten, dus de dood en het vergaan van het vlees, dan is het toch beter niet in zo'n ellendig bestaan te worden geroepen! En als God toch ellendige mensen op deze gespleten wereld wil hebben, dan kan Hij ze opnieuw uit stenen en leem scheppen; maar wij, die weten wat na dit ellendige leven volgt, zullen ons niet meer laten gebruiken om ongelukkige wezens van onze soort in het leven te roepen!'
Hoofdstuk 117: De ascese onder de kinderen van de hoogte. De dood van Seth en de geboorte van Noach. Henochs en Lamechs gesprek over de lichamelijke dood van de mensen. Henochs rouw en wegneming door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Waarlijk, jullie hebben Me grote moeite bezorgd! Jullie steeds toenemende zonden hebben Mijn geduld en lankmoedigheid buitengewoon op de proef gesteld! Het scheelde niet veel meer of de anders zo machtige draad van Mijn geduld was in het midden gebroken omdat de grote en zware last van jullie zonden die te veel hadden uitgerekt, dunner gemaakt en daardoor verzwakt! Maar Mijn liefde spon meteen een nieuwe draad; hiermee verbond Ik Mij nu weer opnieuw met jullie en heb voor jullie een nieuwe koning gewekt en gezalfd, die jullie zal leiden op Mijn wegen die altijd recht en effen zijn.
Hoofdstuk 168: De woorden van de heilige Vader tot Zijn verzamelde kinderen. De liefde en het geduld van de Heer met de mensen. Over de verhouding van het volk tot de koning. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] De Heer Zelf heeft voor ons de weg gebaand door de verschrikkelijke vuurstorm; nu is het echter aan ons de gelegenheid aan te grijpen en deze wijs te benutten tot eer en lof van Degene die ons zo'n grote genade bewees doordat Hij het eeuwige licht van het leven dat in ons geheel was gedoofd, weer opnieuw heeft ontstoken.
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Wij kregen ons verdiende loon en zijn blij dat God ons zo genadig heeft gestraft, en dat wij ons bewust zijn van deze bezoeking; maar jij bent helemaal zowel van ons alsook van God afvallig geworden en zult nooit meer opnieuw de verbinding met Hem vinden!
Hoofdstuk 240: Gurat onderzoekt de nieuwe priesterlijke instellingen. Koning Gurats ontmoeting met de priesters. De koppige, maar goede en waarschuwende woorden van de voormalige opperpriesters. De verbanning van de opperpriesters. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] En Drohuit antwoordde: 'Geliefde vrouwen, slecht, meer dan slecht voor ons allemaal! Want Agla verbrak de huwelijksband tussen haar en onze genadige koning en gaf, alsof zij zonder man was, haar hart en haar hand opnieuw aan Fungar-Hellan! En deze feitelijke muiter ten aanzien van de geheiligde rechten van de koning heeft daardoor zijn lang gekoesterde wens vervuld. Moge dit heden door hem verworven gewin hem net zulke vruchten brengen als het onze goede koning heeft gebracht! Dat is het enige wat ik hem toewens!
Hoofdstuk 270: Drohuits en Gurats verslag aan hun concubines. De verijdelde vlucht. Drohuits en Gurats succesvolle toevlucht tot list en huichelarij. De verzoening. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Pas na de explosie ging men opnieuw op onderzoek uit, maar vond niets bijzonder belangrijks onder het puin van de berg. Enige goudklompen en verschillende uiteengereten mensen was dan ook alles wat men kon vinden.
Hoofdstuk 314: De ontmaskerde boetelingen. De raad van Mahal aan de vertoornde Fungar-Hellan. Het opblazen van de grot. De bekentenis van de boetelingen en hun begenadiging. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En laat de door God onvolkomen geschapen materie een complete voltooiing van een werk niet toe, dan moet het toch in mijn gedachte en mijn wil volmaakt zijn; maar wat er ten gevolge van de door God onvolkomen geschapen materie aan mijn uitgevoerde werken onvolkomen zal blijken te zijn, moet de Schepper als schuld op Zich nemen!'
Hoofdstuk 337: Noach opent Mahals ogen over zijn eigenlijke fout. De hoge dunk van eigen rechtvaardigheid als voornaamste wortel van hoogmoed. Mahals uitdaging aan God. De Heer verschijnt. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Hierop zweeg Mahal opnieuw en wist niet wat hij verder moest zeggen.
Hoofdstuk 339: De uitnodiging van de Heer aan Mahal. Mahals dwaze tegenvragen en de wijze en zachtmoedige antwoorden van de Heer over dood en onsterfelijkheid. Mahals vraag naar de oorsprong van Satan en zijn fundamentele boosheid en het duidelijke antwoord van de heilige Vader. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] De zon brengt met haar licht immers ook de hele aarde tot leven, want uit haar gaan de levensgeesten over in de organische schepping van deze aarde en wekken alle dode geesten tot leven in een vrije werkzaamheid in hun organen, en jij ziet dan spoedig de aardbodem groen worden en opbloeien in allerlei lieflijke vormen, die het werk zijn van de opnieuw tot leven gewekte geesten in de organen van deze aarde!
Hoofdstuk 341: Mahal bespreekt met Waltar de reden van de onzichtbaarheid van de Heer. Mahals inzicht in zichzelf en zijn berouw. De vergevende woorden van de Heer uit de lichte wolk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Zie, het gaat nu om de laatste buitengewone poging de mensen van de aarde te redden! Lukt die niet, dan zal de Heer toelaten dat de boze mensen in hun dwaze bemoeienissen hun eigen gericht en ondergang zullen vinden; en dat moet dan voor hun weer in de materie gebonden geesten op zijn minst een leerzame les zijn, dat de schepselen aan wie God de hoge vrijheid van het leven heeft gegeven, niet meer zo dwaas en lichtzinnig vernietigend in Gods grote orde moeten ingrijpen!
Hoofdstuk 342: Waltars woorden over Gods laatste poging om door Zijn engelen de mensen voor de zondvloed te waarschuwen en te redden. Mahals zending en de aftocht van de engelen naar de laagte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar als je jezelf door een innerlijke woede wilt uitsluiten, denk je dan dat de Heer je er bij je haren in zal slepen?! O, verander je dwaasheid en stel het geduld van de Heer niet steeds opnieuw op de proef, dan zul je hier in de ark ook spoedig een cel voor jezelf vinden!'
Hoofdstuk 349: Noachs vermanende woorden aan de morrende Mahal. De bouw van de kleine ark voor Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Hierop ontbrandde Mahal en hij zei vanuit de opnieuw aangewakkerde gloed van zijn hart: 'O meer dan heilige Vader vol allerhoogste liefde! Hoe eindeloos goed moet U in Uw wezen zijn dat U met mij, een nietige zondaar, zo allerliefdevolst kunt omgaan alsof U verder geen ander wezen in de hele oneindigheid meer had!
Hoofdstuk 356: De heilzame woorden van de Heer tot de verkleumde en door angst bevangen Mahal. Mahals genezing in de nieuw ontstoken liefde tot de heilige Vader. Mahals verlossing en verheerlijking als engel van het licht. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Na nogmaals zeven dagen liet Noach weer een duif uitvliegen, maar die kwam niet meer terug omdat zij reeds voedsel op de droge en opnieuw begroeide aardbodem vond.
Hoofdstuk 360: Duur en het verloop van de vloed. De ark op de berg Ararat. De duif met het olijfblad. De opening van het dak van de ark op nieuwjaarsdag. Noachs vertrek uit de ark. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...