Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 65 van 1037

...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...
[1] JAÏRUS zegt: "Heer, spreek, ik zal naar U luisteren, en doen wat U zegt!"
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] JAÏRUS zegt: "Ik heb er niets over gehoord dat hij eventueel weer in vrijheid gesteld zou zijn! Maar ik zal mij door de bode, die ik morgen voor die bepaalde zaak naar Jeruzalem zal sturen, daarover heel grondig laten informeren, als U dat prettig vindt, o Heer!"
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Dan komen de twee engelen heel eerbiedig naar Mij toe en vragen Mij of zij die paar dagen nog zichtbaar hier in Mijn nabijheid zouden mogen blijven, want het was voor hen de hoogste zaligheid die ze ooit hadden beleefd.
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JAÏRUS zegt: "Heer, hiermee voorkwam U mijn geheimste wens! Het is niet nu pas, maar allang mijn wens geweest om mijn nare ambt neer te leggen; maar nu alles zich zo wonderbaarlijk ten gunste van mijn bestaan ontwikkeld heeft, zal ik morgen al een bode met een ontslagaanvrage naar Jeruzalem sturen, met het verzoek dit ambt aan een ander te verlenen! Liefhebbers voor dit soort ambten zijn er in Jeruzalem steeds genoeg. Zij moeten voor de verlening van zo'n ambt tienvoudig belasting betalen aan de tempel, en daarom zal dit verzoek de heren in de tempel zeker heel welkom zijn. Zij stellen zelfs degenen, die het een of andere hoge ambt bezitten, voor, om daarvan af te zien. Zodoende krijgt een nieuwe liefhebber dan de gelegenheid om de tempel nog een paar honderd ponden zilver en goud rijker te maken! Met de ambten wordt nu in Jeruzalem een heel winstgevende handel gedreven!"
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Oh, Ik weet heel goed hoe het in Jeruzalem toegaat! Daar kijkt men alleen naar het gewicht van het zilver en het goud en de parels en edelstenen, maar nooit naar de menselijke geest. Als jij als een grotere profeet dan Mozes en Elia in de tempel zou komen en als zodanig zou gaan prediken, dan zou men je maar al te gauw de vervloekte stenen laten zien waarmee de meesten van de profeten gestenigd zijn; maar als je met tienduizend pond goud zou komen, dan zou men je de grootste eer bewijzen! Laat maar eens twee vette ossen de tempel indrijven, en je kunt ervan verzekerd zijn dat zij die veel liever hebben dan Mozes en Elia. -Maar houden we daar over op! De tijd is niet meer veraf, dat de tempeldienaars en geheel Jeruzalem hun verdiende loon zullen krijgen; want erg lang zal men deze gruwelen niet meer aanzien. - Nu over iets anders!
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] IK zeg: " Ja, ja, dat weet Ik, daarom mag je ook volgens je wens hier blijven, want de minste van deze mensen die hier bij Mij zijn, is meer dan talloze midden -, bij en planetaire zonnen! Maar de zonnen zijn terwille van de mensen gemaakt en moeten daarom ook steeds zeer zorgvuldig verzorgd worden!" - De engelen buigen heel gelukzalig en gaan weer naar Mijn leerlingen, waarmee zij verder praten en die zij over heel veel wereldse zaken zeer belangrijke inlichtingen geven.
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na het avondeten, dat ruim een uur duurde, vroeg CORNELIUS aan Cyrenius: "Verheven broeder, wat vind u ervan?! Zullen wij vandaag nog hier blijven of zullen wij soms -in verband met eventueel belangrijke zaken die op ons liggen te wachten -weggaan? Ik ben geheel uw dienaar en voeg mij naar uw woord."
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] CORNELIUS zegt: "Verheven broeder! Dit besluit voldoet mij bijzonder, en ik verlang er nog helemaal niet naar om deze plaats te verlaten! Ik stelde deze vraag alleen maar in verband met de politieke staatsrechtelijke orde. Maar in een bepaald opzicht zou het misschien toch goed zijn om onze mensen van de wacht, die wij bij ons hebben, vannacht heimelijk in de stad te laten spioneren om te ontdekken wat de mensen van onze aanwezigheid denken en wat ze er onder elkaar over zeggen!?"
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg tegen Cyrenius:"Houd maar op, want voorlopig weet Ik zo al van alpha tot omega wat er nu in de stad voor en tegen ons gezegd wordt. Over het geheel genomen is het zeker niet gevaarlijk, want dit volk is voor bepaalde boosaardigheden veel te blind en te dom. Houd er dus maar over op! Vanuit Nazareth zal nooit een opstand beginnen, daar kunnen jullie van verzekerd zijn. Overigens is Mijn vriend Borus steeds de betrouwbaarste geheime politie; hem ontgaat letterlijk niets, -hetgeen in de niet zo grote stad niet zo moeilijk is. Bovendien zou Ik Mijn engelen kunnen opdragen om te spioneren, en dan zouden jullie in één ogenblik meer kunnen ontdekken dan wanneer jullie tien jaar lang 4e pienterste spionnen zouden gebruiken. Maar zoals gezegd, hier is zowel het ene als het andere niet nodig, -en daarom gaan wij helemaal onbezorgd slapen. Alleen Jaïrus zal nog een bode naar Jeruzalem sturen en hem het bericht moeten meegeven van de ambtsafstand. Morgen zullen wij geheel andere zaken te behandelen krijgen."
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] JAÏRUS zegt heel treurig, omdat hij het gezelschap nu moet verlaten: 'Heer zou het dan niet mogelijk zijn om de oorkonde hier uit te vaardigen, en deze hiervandaan met een bode naar Jeruzalem te zenden? Het huis in Kapérnaum is toch al geheel mijn eigendom, met alles wat erin is landerijen, akkers en weiden mochten wij priesters niet bezitten, en dus bevindt zich mijn gehele bezit in mijn huis, dat U welbekend is. Voorlopig heb ik dus in Kapérnaum niets te doen en waarschijnlijk zal ik hierna , daar ook niets meer te doen krijgen; mijn huis met alles wat daarin is geef ik hierbij aan mijn brave schoonzoon. Met een machtiging van mij zal hij erheen gaan en alles met hulp van het staatsgerecht geheel in bezit nemen -als een rechtmatige erfgenaam na mijn dood, en ik en mijn vrouw zijn daarbij echt niet nodig. Wat de vrienden in Kapérnaum betreft, die zijn hier; die zich nog in Kapérnaum bevinden en menen dat ze mijn vrienden zijn, zijn echt geen afscheidsbezoek waard: Het zijn vrienden in je gezicht, maar in hun hart heeft deze vriendschap geen gewicht!
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Nu blijf jij dan ook maar, en Ik zal in jouw plaats een van Mijn twee hier aanwezige boden naar Jeruzalem sturen; die zal met zo'n boodschap eerder klaar zijn dan wanneer jij zo'n bode naar Jeruzalem zou zenden. Maar vandaag niet meer, maar morgen op de sabbat!"
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] JAÏRUS zegt: "Maar ik ga niet naar binnen, want mij kent iedere knaap; als ik in de synagoge ben, moet ik vooraan bij de raad van oudsten plaats nemen, en dan zouden jullie daardoor verraden zijn!"
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De geschiedenis en de persoonlijke ervaring leren ons zonneklaar dat er aan de gehele Mozaïsche leer en aan alle profeten niet meer echte betekenis zit dan aan een holle loze noot, - en toch blijven wij als verhongerd daaraan vasthouden, als aan iets zekers. En van pure, van oudsher ingewortelde, domheid gaan we nog geen stap opzij, ook al loopt het water ons bij al onze lichaamsopeningen naar binnen zoals de Jordaan in de Dode Zee!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Wij weten dat de Perzen de beste en fijnste sjaals en andere kledingstoffen maken en daaraan ook volgens hun geheime kunst de houdbaarste kleur geven, waardoor hun produkten ook veel waarde hebben. Als je echter heden ten dage naar de markt van Jeruzalem, Sichar of zelfs Damascus gaat, moet je veel vakkennis hebben om niet voor het vele geld, waarvoor men gewoonlijk Perzische stoffen koopt, pure namaak uit onze landen, en dus valse en slechte stoffen te kopen! -Maar wat blijkt hieruit?
Hoofdstuk 52: De verdwenen vuurzuil boven de ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Wij gaan dan ook aan de ochtendmaaltijd en Ik zend na de maaltijd de bode voor de bewuste aangelegenheid naar Jeruzalem. Jaïrus wacht in grote spanning op de terugkeer van de bode, die natuurlijk slechts zolang wegblijft als hij nodig heeft om op zuiver menselijke wijze met de tempelpriesters te onderhandelen. Daar de onderhandeling echter toch ongeveer twee uur had geduurd, kwam de bode ook pas na twee uur , tot grote vreugde van Jaïrus terug, en bracht Jaïrus behalve het bericht over het verheugde accepteren van zijn akte van afstand als overste, ook een lof en dankcertificaat voor zijn getrouw vervulde ambt. Tevens werd hem de naam van zijn opvolger meegedeeld met daarbij het verzoek deze in geval van nood met raad en daad terzijde te staan, als hij dat nodig zou hebben.
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78  ...