Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 641 van 1490

...  629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654  ...
[6] Ook jullie moeten daarom bij de overigens goedmoedige inwoners van deze stad en omgeving het oude net zo lang laten bestaan, totdat zijzelf door het licht dat jullie uit Mij hebben zover verlicht raken dat ze zelf inzien dat hun afgodsbeelden niets voorstellen, en dan zullen degenen die verlicht zijn zelf aan het werk gaan om de oude bedriegerijen te vernietigen.Want voorlopig is het voldoende dat de afgoden in het gemoed van de mensen verwoest en vernietigd worden; als dat tot stand gebracht is, volgt de rest vanzelf wel.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Als Ik nu in één ogenblik door de macht van Mijn woord en wil al jullie afgodsbeelden zou vernietigen, zou dat nog deze zelfde dag onvermijdelijk een volksoproer teweegbrengen, dat jullie moeilijk zouden kunnen bezweren, ook al zouden jullie overal in de hele stad nog zo luid en scherp over de grote toorn van de beledigde goden gaan preken; want het volk zou tenslotte heel kwaad gaan vragen waarmee het, terwijl het voortdurend dezelfde offerbereidheid en deugdzaamheid toont, zozeer tegen de goden gezondigd heeft dat dezen zelfs hun beelden, die het volk steeds hoog in ere hield, hebben weggenomen, dat dezen zelfs hun beelden, die het volk steeds hoog in ere hield, hebben weggenomen.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Mijn rijk, dat Ik nu op deze aarde vestig, is een rijk van vrede. en niet een rijk van tweedracht, vervolging en oorlog; en zo moeten jullie het ook in vrede onder de mensen verbreiden en je daarbij niet van een zwaard bedienen!
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Als Mijn leer echter eenmaal met het zwaard onder de volkeren verbreid zal gaan worden, zal het er weldra heel ellendig uitzien op deze aarde. Het bloed zal in stromen vloeien, en alle zeeën zullen op treurige wijze gekleurd worden. Wees daarom allemaal vreedzame arbeiders in Mijn naam, en vermijd alle getwist en geruzie! Werk alleen door Mijn liefde in jullie harten; want in de liefde ligt de grootste kracht en macht verborgen!
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[15] Bedenk dat jullie heidendom weliswaar een oude, vermolmde en levenloze boom is -maar hij heeft toch nog wel zoveel stevige houten gedeelten en bijna versteende wortels, dat hij zich niet direct met één bijlslag laat vellen; maar mettertijd, met de juiste wijsheid, geduld en volharding zal hij onder de vele slagen met de bijl toch moeten wijken. De scherpe bijl, die Ik jullie nu geef, heet wijsheid; voor deze bijl zal uiteindelijk zelfs het meest duistere en harde verzet moeten wijken.
Hoofdstuk 106: Over het uitroeien van het heidendom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen de priesters deze aanwijzing van Mij ontvingen werden ze heel blij, bedankten Mij daarvoor, stonden op van hun tafel behalve een van hen, die een soort opperpriester was; ze gingen naar hun kamer die zich, zoals reeds meegedeeld, op dat moment ook in het huis van de waard bevond, dat groot Was en stevig gebouwd, en ze overlegden onder elkaar hoe ze deze zaak zouden aanpakken, om hem zo rustig en goed mogelijk te laten verlopen.
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Als jullie dat allemaal goed hebben begrepen, handel er dan vooral zelf naar en leer ook jullie medemensen ernaar te handelen; want daardoor zullen jullie Mijn rijk, dat niet van deze wereld is, het meest verbreiden onder de mensen, waarvoor jullie later een groot loon in Mijn rijk ten deel zal vallen want wat Ik jullie beloof, is en blijft eeuwige waarheid!'
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Maar zolang wij onze onverbiddelijke wetten hebben, kan deze wens van mij slechts een vrome wens blijven; want als ikzelf aan een misdaad schuldig gemaakt zou kunnen worden, zou het mij toch ook liever zijn als men met mij overeenkomstig mijn vrome,wens te werk zou gaan dan dat men mij zonder enige liefde en toegevendheid zou verdoemen.
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] De heuvel, waar we ons 's ochtends hadden bevonden, lag aan de oostkant van de stad; het gedeelte waar we nu na het ochtendmaal heengingen lag aan de westkant buiten de stad, en was een nog hogere heuvel. Deze heuvel was voorheen ook helemaal kaal; maar 's ochtends werd ook deze met vette aarde bedekt en rijkelijk voorzien van allerlei gras en welriekende kruiden.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Toen we bij deze heuvel kwamen verwonderden allen zich en de waard en de Romeinse priester zeiden: ' Zie nu toch eens hoe ver de goddelijke kracht en macht in al zijn volheid reikt! Dat het oosten van de stad door Uw machtwoord, o Heer, groen werd, dat hebben wij vanmorgen gezien; maar . dat U, o Heer, ook ons nog ruwere en kalere westen met Uw macht hebt bedacht, daarvoor zij U nu nogmaals onze dank gebracht!
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Dit gedeelte buiten onze stad, van waaruit men een mooi en wijds uitzicht naar het westen en zuiden heeft, werd door ons burgers van deze stad vanwege de zeer onverkwikkelijke kaalheid ervan maar heel zelden bezocht, en in de zomer, die hier heel heet is, al helemaal nooit; want het zwarte gesteente werd door de stralen van de zon steeds zo erg verhit, dat men er absoluut niet op kon lopen.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Nu is door Uw overgrote goedheid en genade, o Heer, ook dit dorre en woeste gedeelte buiten onze stad, die overigens zeer aanzienlijk is, in vruchtbaar land veranderd, en onze kudden, die nu erg klein zijn en die wij alleen in de lager gelegen dalen in stand konden houden, zullen hier in deze hoger gelegen streken ruim voldoende voer kunnen vinden en zich ook weldra aanzienlijk kunnen vermeerderen, waardoor wij in staat zullen zijn de armen en ook de vreemdelingen meer weldaden te bewijzen dan tot nu toe mogelijk was.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] 0 Heer en Meester van eeuwigheid zonder begin of einde! Nu is de hele wijde omgeving van deze stad door Uw genade in een waar Elysium* (* Het zijn Romeinen die dit zeggen, en voor hen betekent 'Elysium' het gezegende oord van eeuwige gelukzaligheid, ons 'paradijs'.) veranderd, en het aanschouwen ervan schenkt ons grote vreugde; maar één ding willen wij U nog voor deze streek vragen.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Kijk, deze hele streek is erg arm aan water en heeft maar heel weinig goede waterbronnen! Maar voor U is alles mogelijk! Zou U deze streek niet ook van verschillende goede, zuivere waterbronnen willen voorzien?'
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Ik zei: 'Ook dat zullen jullie op de juiste tijd ontvangen; alleen zal Ik nu op deze heuvel voor jou, onze waard, omdat hij tot jouw bezit behoort, een zeer rijke waterbron laten ontstaan, die deze hele stad voldoende van water zal kunnen voorzien. Wat deze hele wijde omgeving echter betreft, daar zullen in de winter, die niet lang op zich zal laten wachten, vanzelf bronnen ontstaan die deze streek van water voorzien.
Hoofdstuk 108: De belofte en vermaning van de Heer (2.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  629 - 630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654  ...