Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 642 van 728

...  630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655  ...
[19] Als je echter ook maar enige achting hebt voor God, respecteer dan alles, wat uit Hem is en niet alleen jouw gezalfde hoofd, waaraan meer gelegen schijnt te liggen dan aan de Heer. Of heb je met je gezalfde hoofd die oneindige oerdiepten van de godheid zo goed doorgrond, dat je mij nu met eeuwige wijsheid tegemoet zou kunnen treden en zeggen: 'Waarom ben je zo, zoals je niet moet zijn?'
Hoofdstuk 116: Een scène met Satan tot lering voor de kinderen Gods - Martinus' woordenstrijd met Satan - Martinus in het nauw - Raad van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Kun jij me bewijzen, dat ik niet zo ben als ik moet zijn, om voor jou eeuwig ondoorgrondelijke scheppingsredenen, opdat jij dat beetje kunt zijn wat je bent? Of bestaat er soms een pottenbakker die zonder draaischijf een pot maakt? Wat echter de draaischijf voor een pottenbakker is, dat is de hele wereld voor de Schepper. Ik echter ben de materie van de hele wereld, derhalve ook de basis. Ik ben dus de gevestigde tegenstelling, waardoor alles wat afzonderlijk ontstaat en bestaat gebonden moet worden om zich als zodanig in de oneindigheid te kunnen manifesteren!
Hoofdstuk 116: Een scène met Satan tot lering voor de kinderen Gods - Martinus' woordenstrijd met Satan - Martinus in het nauw - Raad van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Om het met zulke wezens, zoals dat daar, op te nemen, komt veel meer kijken dan we nu in staat zijn om te begrijpen. Met dit wezen kan zelfs geen engel het alleen opnemen, doch uitsluitend met de bondige hulp van de Heer. Want deze oerdraak staan immers duizend en meer dan duizend van de geniepigste en fijnste drogmiddelen uit hem zelf ten dienste, waardoor hij alle hemelen in verrukking zou kunnen brengen, als hem dat door de Heer zou worden toegestaan. Als echter alle hemelburgers zonder de tussenkomst van de Heer totaal niet veilig voor hem zouden zijn, wat zouden wij tweeën dan als nauwelijks nog nieuwelingen van dit rijk tegen hem uitrichten!
Hoofdstuk 118: Borem richt Martinus op en licht hem beter in - De Heer vermaant Martinus - Bezit en bezitter zijn in de hemel niet te scheiden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Elke echte hemelburger moet tenslotte onvoorwaardelijk uit zichzelf volkomen vrij zijn en mag niet vallen, ook al moet hij een tijdje nog zo'n glibberig pad betreden. Hoe zou het echter jou vergaan, als Ik je helemaal vrij zou laten? Zou je je evenwicht wel bewaren en niet vallen, als je ergens alleen op een glibberig pad moest wandelen?'
Hoofdstuk 118: Borem richt Martinus op en licht hem beter in - De Heer vermaant Martinus - Bezit en bezitter zijn in de hemel niet te scheiden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] IK zeg: 'Wees maar rustig en houd je in je hart aan Mij vast, dan zal alles goed gaan. Maar dit bezit kan Ik je niet afnemen en aan Borem geven. Want een dergelijk bezit van je afnemen, zou betekenen dat Ik jouw leven van je afneem en het aan een ander geef. Want hier kan niemand iets anders bezitten dan alleen dat, wat uit hemzelf voortkomt. Een dergelijk levend bezit moet echter blijven als de bezitter zelf, omdat hier bezitter en bezit onlosmakelijk zijn verbonden.
Hoofdstuk 118: Borem richt Martinus op en licht hem beter in - De Heer vermaant Martinus - Bezit en bezitter zijn in de hemel niet te scheiden - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] SATAN zegt: 'Heer, ik ken U, ken Uw macht en mijn ontzettende onmacht naast Uw oneindige, eeuwige macht. Maar juist daarom, omdat ik dat alles maar al te zeer tot in de grond der zaak inzie en mijn onmacht door en door voel, zie Ik het ook als een triomf van mijn trots, dat ik U kan trotseren, ja dat ik U eeuwig kan weerstaan! En ik zie ook in, dat al Uw macht geen middel overblijft om mijn houding te buigen, mijn wil te overwinnen - dan mij volledig te vernietigen, wat U echter nimmer als een overwinning op mij kunt beschouwen. Want een geestelijke levensoverwinning berust nooit op de mogelijke totale vernietiging van het veel zwakkere tegendeel, maar in de wijze overtuiging dat een noodzakelijke voorwaarde hiervoor de meest volledige vrijheid van beide partijen is.
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Deze overtuiging is echter steeds gebaseerd op het vrij willekeurig aannemen van het tegendeel. Maar dit tegendeel ben ik, degene die nooit wil inzien wat U, hoe rechtmatig ook, wilt. En al zie ik het ook in, dan wil ik het toch niet doen, om U te laten zien, dat er buiten Uw wil nog een andere wil is, die ondanks al Uw almacht eeuwig niet zal buigen, zolang U mij laat bestaan!
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Ik ben echter geen harde ertsgieter, maar een Meester vol liefde, zodat ik zelfs Mijn smeltkroezen na lange tijd uit het vuur wil halen, als ze dat wensen en ze in de orde van Mijn vrije werken willen overgaan. Willen ze dat echter niet en geeft het hun meer vreugde om Mijn eeuwige smeltkroes te blijven, dan is het Mij ook goed, want dan hoef Ik geen nieuwe te scheppen. Blijven ze echter smeltkroes, dan zijn ze zoals ze moeten zijn en onmogelijk zoals ze willen zijn. Want een werktuig kan niet anders zijn, dan zoals Ik het vorm geef en wil hebben.
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Wil je echter je lot verbeteren, dan zal Ik in jouw plaats een ander werktuig zetten, dat Mij op dezelfde wijze dienstbaar is als jij het was! Zeg nu wat je wilt! Mij is het helemaal om het even of je blijft wie en wat je bent, of dat Ik, zoals gezegd, op jouw plaats een ander werktuig neerzet.'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] ZIJN TALRIJKE AANHANG roept echter: 'O Heer, als dat zo is, o, verlos ons dan uit onze oude kwelling en zet op onze plaats nieuwe, bruikbare werktuigen! Want wij hebben genoeg ellende meegemaakt en zijn door het vuur al bijna vergaan. Heb medelijden met ons en vorm ons om, O Heer, naar Uw goedheid, naar Uw liefde!'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Een Michaël zijn is geen kunst, een Gabriël zijn niet moeilijk, een Uriël zijn is gemakkelijk, een serafijn, een cherubijn een hemels spelletje. Maar een Lucifer zijn, een eerste, grootste geest na U, wel wetend, welke eindeloze zaligheid Uw oneindige liefde biedt en. daarnaast ook, welk een steeds groter wordende kwelling Uw toorn en gericht! Daarbij echter toch alle zaligheid evenals alle kwelling verachtend, U uit de eigen, welbewuste onmacht onwankelbare, eeuwige weerstand bieden, zonder het minste uitzicht te hebben daarbij ooit iets te winnen, maar altijd slechts eindeloos te verliezen. Zie, deze onmachtige wilssterkte van een schepsel is oneindig veel groter dan alle grootheid van Uw goddelijkheid! En dit bewustzijn maakt mij in mijn grootste kwelling zaliger, dan U en al Uw geesten en engelen ooit waren! Vraag mij daarom nooit meer, hoelang ik U nog zal weerstaan. Mijn antwoord zal steeds hetzelfde zijn: eeuwig, eeuwig, eeuwig! God zal mij nimmer buigen!'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Een ertsgieter vervaardigt uit een vuurvaste massa zijn grote smeltkroezen. Deze komen in een geweldig vuur en daarin wordt dan de harde erts gesmolten. En als het dan genoeg is verhit, dan is het vloeibaar net als water. En de werkmeester giet het in verschillende, bruikbare vormen. Als het erts in vormen gegoten is, dan worden deze afgekoeld en geven geen hitte meer af. De smeltkroes blijft echter in het vuur, opdat er ander erts in gesmolten kan worden. Hij wordt niet eerder afgekoeld, dan nadat hij onbruikbaar is geworden, waarna hij dan ook voor altijd wordt weggegooid als niet meer bruikbare, uitgebrande materie.
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Daarom is jouw vermeende trots, waarin je vreugde schept, ook niets anders dan een hersenschim die voortkomt uit je grote blindheid. Want net zo min als een pot tegen de pottenbakker kan zeggen: 'Ik ben zoals ik wil zijn, terwijl toch de pottenbakker hem draait en vorm geeft zoals hij dat zelf wil, - net zo min kun jij tegen Mij zeggen, dat jij bent zoals jij wilt zijn, terwijl je toch alleen maar moet zijn hoe en wat je bent, zoals Ik het wil! Alleen geef Ik, als de eeuwige liefde Zelf, jou behalve je door Mij opgelegde toestand ook zoveel levende vrijheid, waardoor jij je toestand van kwelling kunt voelen, begrijpen en veranderen, als jij het wilt. Wil je het echter niet, blijf dan hoe en wat je bent - maar niet omdat jij het zo wilt, maar omdat Ik het zo wil!
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] ZIJN AANHANG schreeuwt: 'Dwaas, wat kan jij nu willen, wat God niet zou willen? Is jouw mogelijke vrije wil niet Gods wil? Wil maar wat je wilt, toch kun je niets uit jezelf willen, doch alleen maar uit Gods wil in je, die alleen altijd en eeuwig je onoverwinnelijke rechter zal blijven! Doe jij maar, waartoe je bent veroordeeld; God heeft zich echter over ons ontfermd en Hij laat ons nooit meer los. Daarom kiezen wij nu ook voor ons betere lot.'
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Bij deze woorden stoot Satan een enorm gebrul uit en haast zich door de deur naar buiten. Zijn aanhang gooit echter het drakenpantser van zich af en er staan hier nu duizend zeer ellendig uitziende zielen, helemaal naakt, die smeken om genezing en verzachting van hun grote smart.
Hoofdstuk 119: Het tweegesprek van de Heer met Satan - Satans kwaadwillige trots - De gelijkenis van de ertsgieter - De geredde aanhang van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  630 - 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655  ...