17481 resultaten - Pagina 643 van 1166
... 631 - 632 - 633 - 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 ...
[11] Kenan alleen was zo gelukkig, voorzover het mij nu bekend is, om een klein zonnestofje enigszins ontleed in zijn geest te aanschouwen en onze aartsvader Adam heeft ons eveneens slechts een weinig fijngewreven zonnestof getoond - waarbij je mijn zogenaamde donderpreek buiten beschouwing moet laten - en dat verwondert ons reeds in zo hoge en onbegrijpelijke mate! Maar hoe is het dan mogelijk dat wij in staat zijn werelden en zonnen aan onze zwakke ogen voorbij te zien trekken en toch nog in leven te blijven?! Wie heeft ooit het wonder in een grashalm gezien, die zich bescheiden onder onze voetstap buigt?! Welke grootheid en verhevenheid van God ligt daarin besloten en toch trappen wij met onze onwaardige voeten daarop en blijven in leven!Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] (N.B. Vele en veel grotere dingen zijn nu ook al aan jullie gegeven; maar er is nog niemand echt in zijn hart naar Mij toegekomen om Mij te loven en in ware liefde te prijzen en om zich bovenmatig te verheugen over die grote nu zo rijkelijk neerstromende genade. En niemand hunkert heimelijk naar de inwijding van de knecht die een werktuig van Mijn genade moet zijn voor nauwelijks meer loon dan Mij in ware liefde te dienen, zoals ieder van jullie zou moeten doen. Ik heb ten aanschouwe van de wereld voor jullie er slechts één tot dwaas gewekt, opdat jullie tot grote eer verheven zouden mogen worden voor de engelen en deze ene is Mijn zwakke, arme knecht (J.Lorber). Hij is een dwaas, die vroegtijdig van het platteland naar je toe is gekomen en hij verkeerde lange tijd onder jullie en niemand werd gewaar dat hij voor de wereld een dwaas is. Maar de dwaas zocht Mij en Ik heb Me door hem laten vinden en heb hem voor jullie ogen opgewekt, opdat hij een lastdier voor je zou worden en jullie een nieuw brood uit de hemelen zou brengen. Het is een waarachtig brood, omdat het liefde geeft en liefde eist. Maar als het lastdier zich op Sion op een drassige weg bevindt, ga dan naar hem toe en neem gretig het brood uit zijn korf; maar jullie bekommeren je weinig om zijn voeten, terwijl deze voor het merendeel ter wille van jullie tot aan de enkels in de taaie leem vastzitten! Ik zeg je echter, indien het brood en het water van het leven je goed smaakt, laat het goedmoedige lastdier dan niet in de steek! Laat degene die er toe in staat is, zijn voeten uit de drek bevrijden zonder dat de wereld het merkt; want anders zullen in de loop van de tijd, als hij bij je zal blijven, zijn voeten uit angst zo zwak worden dat hij nauwelijks in staat is het brood voor je te dragen, tenzij Ikzelf hem daarvan bevrijden zal, maar dan zal Ik hem ook leiden waarheen Ik wil. Ik zal hem dan echter nooit bij jullie laten; want Ik heb weliswaar nog veel kinderen, maar daar zijn er weinige onder die zich als dwaas zouden laten gebruiken. Want het is beter en gemakkelijker van het brood te eten wanneer het reeds toebereid is; maar het is moeilijker om zich uit liefde tegen een gering loon als lastdier voor de ploeg te laten spannen. Bedenk dat wel en loof en prijs Mij door gehoorzaam te zijn! Wie van jullie daar iets aan doet, zal nooit een stuiver verliezen en het zal hem te gelegener tijd tijdelijk en eeuwig vergoed worden; Maar de knecht zal aan degene die het zou willen doen, zeggen waarin zijn voeten vastzitten. Amen.)
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Kinderen, ik heb honger en dorst; als jullie je verzadigd hebben, gedenk dan ook je oude vader en moeder met een kleine versterking en geef ook mij wat te eten en te drinken, en zorg voortaan voor ons! En wat jullie voor ons, je ouders, doen, doe dat uit liefde, opdat de door jullie aangereikte hap niet hard en bitter zijn zal, maar je oud en zwak geworden ouders goed zal smaken; want jullie zullen deze kleine last niet lang meer hoeven te dragen, omdat ik, je zwakke vader, je altijd zegenend, zeker niet lang meer te midden van je in deze woning zal wonen, maar deze voor eeuwig zal verlaten en een andere woning betrekken, dezelfde waarin Abel getrokken is. Zorg daarom met vreugde voor mij, je oude, zwakke vader en eveneens voor je moeder, zolang wij nog in jullie midden verkeren; want na enkele jaren, die spoedig verstreken zullen zijn, zullen jullie treurend hem zoeken, die je nu in zijn onbeholpen zwakte om spijs en drank vraagt, - maar zijn woning zal nooit ergens op de wijde wereld te vinden zijn. Nu, lieve kinderen, ga in de naam van God, begeleid door mijn zegen en versterk de inwendige mens; maar vergeet je oude, zwakke, hongerige vader en eveneens oude, zwakke moeder niet! Amen."
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] 0 vader en moeder, jullie weten immers toch van vroeger hoe zeer ik mij altijd verheugd heb als je in de dagen toen je nog krachtig was, iets van mij wilden aannemen; maar hoeveel groter is mijn vreugde nu jullie onze verzorging nodig hebben, zodat de genadige gelegenheid zich toch nog aan mij voordoet om met de allergrootste liefde ook maar het allergeringste deel van mijn overgrote schuld te delgen en, o vader en moeder, aan jullie het kleinste deel van je grote weldaden af te doen! O vader en moeder, neem het genadig op en verblijf zegenend onder ons tot aan het einde der tijden!
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] En jullie, Enos en Kenan, rep je naar mijn woning en haal meteen de beste spijzen en verse dranken en zeg tegen mijn vrouw Jeha, jullie moeder, dat haar vader Adam en haar moeder Eva daarnaar talen en breng haar hier, opdat ook zij beloven zal wat ik in het aangezicht van God zojuist heilig gezworen heb! Ga nu en kom meteen terug! Amen, amen, amen.
Hoofdstuk 44: De verklaring van Adam over zijn zwakte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Toen Adam dat gehoord had, was hij tot tranen geroerd en zei: "O kinderen, mogen jullie in het doen van het goede nooit beperkt worden! Doe altijd dat waar je baat bij hebt; maar doe, wat je ook doet, niet tot mijn eer, maar altijd ter ere van God, en vergeet je vader niet in zijn grote nood en gedenk altijd de zwakte van je moeder!
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En jij, lieve Henoch, daar je door God middels mijn liefste Abel tot redenaar en prediker van de liefde gezegend bent, wees daarom ook in je hele nakomelingschap door mij gezegend en moge eens voor alle volkeren der aarde uit jouw lijn een groot Prediker opstaan, die met de woorden van het eeuwige leven aan de mensen het rijk van God zal verkondigen! Amen. - En spreek nu met je gezegende mond! Amen."
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Zie, lieve Henoch, het is, zoals voor ieder van jullie, mijn plicht ten aanhoren van iedereen de eigen fouten te bekennen en mij voor God en de aarde te vernederen; maar wee degenen die de naam van zijn broeder zou kleineren en hem zijn eer zou ontnemen, die God Zelf hem gegeven heeft! Zo'n eer is dus van God uit ieders eigendom en niemand heeft het recht zo' n geheiligd eigendom van een ander met woord of daad aan te tasten; maar iedereen heeft het recht zich voor God en de aarde te verdeemoedigen, dat wil zeggen voor zijn volwassen broeders, - maar niet voor hen die nog niet mondig zijn, opdat deze niet hoogmoedig of op een andere manier onaangenaam getroffen zullen worden.
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En zie, toen Adam de grote bereidwilligheid en de grote liefde van zijn kinderen zag, sloeg hij nog voor hij een hap had genomen zijn ogen op naar de hemel en zei: "O, grote, goede, boven alles heilige Vader, hoe groot toch moet Uw liefde voor ons zwakke, ongehoorzame mensen zijn als reeds de kleinste vonk van Uw oneindige liefde mij, oude en zwakke eerste mens op aarde, zo mild en heerlijk uit mijn nakomelingen en Uw kinderen tegemoet straalt! O Vader, zie vanaf Uw heilige hoogte met genade neer op Uw zwakke, gevallen zoon, wiens val al zijn nakomelingen meegesleept heeft en zegen in Uw mildheid ook de lieve gave van mijn nakomelingen en Uw lieve kinderen, zodat deze mij en mijn trouwe vrouw sterken mogen in ons voortdurend berouw over onze ongehoorzaamheid tegenover U, o Gij meest heilige, goede, liefdevolle Vader! Zegen echter ook deze lieve kinderen van U en laat het in Uw genade gebeuren, dat Uw heilige naam te allen tijde geprezen, geloofd en verheerlijkt zal mogen worden! Amen."
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Toen Adam die woorden had uitgesproken, nam hij de aangeboden spijzen en at en dronk, samen met Eva, welgemoed en vol dankbaarheid tegenover Mij en vervuld van vriendelijkheid tegenover zijn kinderen. Maar de kinderen dankten Mij in stilte in hun hart voor de grote genade dat Ik hen waardig bevonden heb, opdat zij nu met grote vreugde voor hun ouders mochten zorgen. - Zie, dat waren in Mijn ogen echt lieve kinderen, waarvan er tegenwoordig op de geheel verdorven aarde nog maar weinig zijn; 0, dat waren nog eens kinderen naar Mijn hart! Waren er toch maar veel meer van zulke kinderen, 0, dan was Ik niet zo'n onzichtbare Vader voor hen als Ik nu helaas voor zo heel velen moet zijn, opdat zij in hun verstokte verblinding niet geheel te gronde gaan!
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En toen Adam en Eva in het bijzijn van hun uit liefde nog steeds wenende kinderen zich hadden verzadigd, stond Adam op en dankte Mij met een hart vol ontroering en wendde zich, nadat hij zijn dankzegging beëindigd had, tot zijn kinderen en zei met een buitengewoon vriendelijke stem, die trilde van ontroering: "Gods zegen en mijn zegen moge altijd met jullie en je nakomelingen zijn. En zolang als de aarde aarde blijft, zal tot aan het einde van alle tijden jullie nu zo plechtig gezegende geslachtslijn voortbestaan; en aan hun die ooit rechtstreeks van jullie af zullen stammen, zal mijn oervaderlijke zegen uit God als onze meest heilige Vader in hun doen en laten goed zichtbaar zijn; en eens zal mijn zegen over jullie allen zichtbaar worden als een nieuwe opgaande zon van liefde en genade uit God, de Vader, over alle volkeren der aarde, die dan de grote heerlijkheid van Gods onmetelijke liefde en zachtmoedigheid zullen zien neerdalen als een leven van al het leven! Amen. - En ga nu, lieve kinderen en versterk je en laaf je onder Gods en mijn zegen! Amen."
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Seth stond op en zei: "O, lieve vader en lieflijke moeder! Het zou ongepast zijn dat, al zouden jullie ook maar een halve dag honger hebben geleden, wij uit grote liefde voor jullie niet ook het onverdiende ongemak met jullie zouden delen, want daaraan zijn wij schuldig, omdat wij pas zo laat naar jullie toegekomen zijn; laat ons daarom uit grote liefde voor jullie en door jullie en met jullie tot God, vandaag geen spijzen meer tot ons nemen, opdat wij in staat zijn God des te zuiverder en waardiger te loven en te prijzen in onze zeer gelukkige nuchterheid! O vader, neem ons kleine, terechte offer in genade aan; en veroorloof dan jouw nakomeling Henoch om voor jou en ons over de liefde van God te spreken, opdat zijn mond ook door jouw zegen geheiligd zal mogen worden, zoals die in onze aanwezigheid door God geheiligd werd door je overleden zoon Abel! O vader, voldoe genadig aan mijn vrome wens! Amen."
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Laat dit voor jullie allen een goede leer zijn en voor mij een grote geruststelling, waardoor ik nu pas zelf goed in staat zal zijn Gods woord uit Henochs gezegende mond goed in mij op te nemen! Want het is wat anders als de ene broeder tot de andere spreekt over de aarde, de maan, de zon en alle sterren - want dat zijn wereldse zaken die allemaal omwille van mij en jullie werden geschapen, dan wanneer een broeder tegen de ander woorden vanuit God spreekt over zaken die God aangaan; die kan en zal niemand eerder aanhoren, dan dat hij zich vernederd heeft voor de alles richtende heiligheid van God.
Hoofdstuk 45: Adam zegent zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zie, toen vader Adam zijn rede had beëindigd, stond Henoch vol eerbied op en begon tot de vaderen te spreken. Maar voor hij werkelijk begon, keerde hij zijn liefhebbende hart in stilte tot Mij en bad Mij om de genade dat het hem nu vergund zou mogen worden te spreken over Mijn liefde en de heiligheid van Mijn naam, onuitsprekelijk voor ieders tong, omdat die zo heilig is.
Hoofdstuk 46: Over het komen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar de vrouw, die zich bijna blind heeft gehuild, herkent pas geleidelijk de grote barmhartigheid van haar echtgenoot, staat tenslotte op en kijkt overgelukkig en verbaasd naar het gelaat van haar man. De man vermaant haar dan en zegt: 'Vrouw, je bent verbaasd dat ik mijn woord heb gebroken, maar zie, mijn liefde heeft mij mijn woord doen breken en mijn gestrengheid ontfermde zich over je, omdat je deze zo gematigd hebt door jouw berouw, en zo ben ik vóór de gestelde tijd tot je gekomen om je weer in mijn hart op te nemen!'
Hoofdstuk 46: Over het komen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)