Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 646 van 1490

...  634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659  ...
[1] Ik stelde de waard echter gerust en zei: 'Wees daar maar niet bang voor! Jouw drie zonen zullen via Bethsaïda binnen een uur hier aankomen met een rijke lading; want ze hebben deze keer zoveel vis gevangen, dat zij en hun drie lastdieren die maar ternauwernood kunnen vervoeren. Maar in Bethsaïda hebben ze bij een bekende twee lastdieren geleend, en nu gaat het vervoer van de vele goede vissen wel sneller.'
Hoofdstuk 122: De Heer onthult de waard de oorzaak van het uitblijven van zijn zonen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Kijk, ik en ook mijn weinige buren zijn pas ongeveer dertig jaar geleden hierheen gekomen en hebben ons met toestemming van de Romeinse rechtbank hier gevestigd, omdat hier in deze oude plaats helemaal geen mensen woonden en er derhalve in de wijde omtrek geen eigenaren waren.
Hoofdstuk 122: De Heer onthult de waard de oorzaak van het uitblijven van zijn zonen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ongeveer vijftig tot zestig jaar geleden moeten hier nog enkele sterk verarmde Joden hebben gewoond; maar omdat ze behalve wat wortels niets uit de harde bodem konden halen, verlieten ze deze plaats en moeten zich nu ergens aan het Meer van Galilea gevestigd hebben. Wat er verder met hen gebeurd is, zal de God van de Joden waarschijnlijk wel het beste weten.
Hoofdstuk 122: De Heer onthult de waard de oorzaak van het uitblijven van zijn zonen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Wij waren en zijn nog Grieken en kwamen uit Tyrus, waar wij visserij bedreven en daarbij een klein vermogen hadden verworven. We zouden ons ook graag in een betere omgeving gevestigd hebben; maar daarvoor was ons vermogen te klein. Met onze vlijt hebben we deze bodem voor een deel toch zo goed bewerkt dat ze ons voedt, zij het ook slechts karig.
Hoofdstuk 122: De Heer onthult de waard de oorzaak van het uitblijven van zijn zonen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Deze Jood vertelde ons, dat deze nu zo verdorde landstreek vroeger tot de meest gezegende behoorde. Maar toen de Joden geleidelijk aan steeds meer afvallig werden van hun oude en enig ware God en Hem begonnen te vergeten, trok Hij ook Zijn zegeningen van deze bodem terug, liet grote onweersstormen komen waardoor de vette aarde van deze bergachtige gebieden weggespoeld werd, en wat nog enigszins verschoond bleef van de stormen, werd door herhaaldelijke en langdurige oorlogen verwoest. En zo werd deze vroeger zo rijk gezegende streek een echte woestijn en zou dat ook blijven, zolang de mensen zich niet opnieuw helemaal tot God zouden bekeren.
Hoofdstuk 122: De Heer onthult de waard de oorzaak van het uitblijven van zijn zonen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Ik moet er ook nog aan toevoegen dat deze streek slechts hoogst zelden door buitengewoon hevig onweer bezocht wordt; en als het af en toe losbarst, met name op de hoogvlakten, dan merken wij er in ons dorp minder van dan helemaal boven op de hoogvlakten, omdat dit dorp in een lager gedeelte van ons hoogland ligt, zoals jullie zien.
Hoofdstuk 123: Het geloof en het vertrouwen van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Van het hele dorp bezat alleen de waard een bron en een kleine vijver, die vroeger moeizaam in de steen grond was uitgehakt; deze ontving zijn water van de bron en diende om de kleine kudden van dit dorp te drenken.
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Maar deze keer was dat werk niet nodig, omdat er niet één vis dood was terwijl de reis toch de hele dag had geduurd, en de vissen niet in draagvaatjes: maar in zakken naar huis gebracht moesten worden.
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik ben dus de Heer en Meester Zelf en geen dienaar; maar toch ben Ik nu in deze wereld om alle mensen die een goede gezindheid en wil hebben, met Mijn liefde, wijsheid en macht te dienen en hun het eeuwige leven te geven. Want waarlijk Ik zeg jullie: allen die in Mij geloven en geheel en al volgens Mijn leer leven en handelen, zullen de dood niet zien, voelen of smaken, maar na het afvallen van hun lichaam zullen ze in één ogenblik veranderd worden en bij Mij in het paradijs zijn, en aan hun zaligheid zal nooit meer een einde komen.
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Jullie zullen al dat oude slijk in jezelf wel kwijtraken, als Ik weldra niet meer lichamelijk in jullie midden zal zijn. Jullie zijn te zeer gewend geraakt aan Mijn persoon en kennen Mij, en Ik ben voor jullie geen buitengewone verschijning meer; maar wanneer Ik niet meer in deze zichtbare en tastbare persoonlijkheid van Mij onder jullie zal zijn, zullen jullie heel verdrietig worden en dan pas volkomener beginnen in te zien wie Ik was, ben en eeuwig zal zijn.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De waard zei:'De oude in Bethsaïda heeft mij daar veel over voorgelezen uit de profeten en waar nodig ook toegelicht; maar ik denk dat de Messias, die niets minder dan God de Heer Zelf zal zijn, waarschijnlijk niet naar de Joden toe zal komen, zoals die nu met name in Jeruzalem en ook in veel andere plaatsen te vinden zijn en wier hart niet meer aan God, maar enkel aan de schatten en goederen van deze wereld hangt. En al zou Hij komen, dan zouden ze Hem toch niet herkennen; want Hij zal vast niet met wereldse pracht en praal komen, maar in alle deemoed, liefde en geduld, de leefwijze die Hij van alle mensen op deze wereld verlangt -en dan zullen de zeer hoogmoedige Joden en met name de voorname priesters, die overlopen van goud en edelstenen, Hem vast niet als de ware Messias accepteren.
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Deze woorden van Mij stemden Mijn leerlingen diepzinnig en nadenkend; maar geen van hen durfde Mij verder nog iets te vragen.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De waard, die al helemaal geestdriftig was geworden van de goede wijn, zei echter tegen Mij: 'O Heer en Meester, ik weet heel goed dat U met deze meer dan heilige persoonlijkheid van U niet tot het einde van ons leven bij ons zult blijven, zoals U nu ook niet met Uw persoon onze voorraadschuren rijkelijk met graan en onze provisiekamers met brood, meel en andere vruchten hebt gevuld en evenzo het water in wijn hebt veranderd, maar enkel door de macht van Uw goddelijke wil! En aangezien nog veel zonden aan ons kleven, zouden wij ons dan ook veel te onwaardig voelen om Uw persoon steeds in ons midden te hebben; maar verlaat ons niet met Uw genade, Uw liefde en Uw zegeningen, o Heer en Meester!
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] We hebben vertrouwen in Hem opgevat, hielden Zijn geboden zo goed wij konden, en kijk, we werden ons er al gauw van bewust dat de God van de Joden merkbaar aan ons begon te denken! Hij gaf ons het idee om ons vissersbedrijf te verlaten en ons hier in deze eenzaamheid te vestigen.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar het gaat hier om nog iets anders, en dat is, dat ook alle andere mensen op die manier in deze leer onderwezen moeten worden, om naar de geest daarvan te kunnen denken, willen, handelen en leven; want als een mens niets van een leer weet, kan hij die ook niet tot richtsnoer voor zijn denken, willen, handelen en leven maken.
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659  ...