10915 resultaten - Pagina 646 van 728
... 634 - 635 - 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 ...
[3] Maar herinnert hij zich zijn vroegere ellende niet en is hij niet vol zorg voor zijn ongelukkige broeders, omdat hij alleen het bijna onbereikbare geluk had een kind van God te worden, dan is hij met zijn leven bedrogen. Want zonder herinnering kan hij onmogelijk zeggen, dat hij zich zo'n gelukzaligheid heeft verworven. Kent hij echter diegenen niet meer, die naast hem ongelukkig zijn geworden, dan is bij ons een kind in de moederschoot immers al wijzer en verlichter dan zo'n miserabel kind van God, dat van zijn kindschap Gods, afgezien van een vage zaligheid, beslist niets meer heeft dan alleen maar een lege naam zonder betekenis!Hoofdstuk 147: Kritiek van de drie schoonheden over het kindschap Gods op de aarde vol ontberingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Deze bestaan echter in de juiste inschikkelijkheid ten opzichte van zwakkeren. Want daar waar de sterke ten opzichte van de zwakke sterk wil zijn en hem wil overwinnen, daar gaat alle orde van de wijsheid verloren. Want elke kracht moet de overwinning vinden in haar helder bewustzijn en nooit in de smadelijke onderwerping van diegene, die van verre al als de zwakke re herkenbaar is.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Wie sterk is moet zijn kracht niet verbergen, maar laat haar ook niet voelen tegenover de zwakken. Wie echter zwak is, die moet niet de schijn wekken dat hij sterk zou zijn, doch zwak. Zo wordt dan de kracht van de sterke en de zwakte van de zwakke één kracht in de sterke!
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Opdat jij, Martinus, echter ziet dat onze wijsheid toch wel een beetje verder reikt en wij jou en jullie allen beter kennen dan jij denkt, zul je in de woning van onze ouderen een schouwspel aantreffen, waarin je je vanaf het allereerste begin tot precies op dit ogenblik helemaal zult terugvinden.
Hoofdstuk 148: Voortzetting van de toespraak door de drie zonnedochters van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Maar juist omdat hun hart heimelijk heel sterk aan ons bleef hangen, gebruikten zij zoveel woorden en zouden nog lang niet klaar zijn geweest, als wij daar iets tegen in hadden gebracht. Omdat we ze echter lieten praten zoals het hun voor de mond kwam, moesten ze uiteindelijk wel tot een eind komen. Ik zeg je dat ze heimelijk met een heel bezwaard hart van ons scheidden en ze kunnen nu niet wachten tot we achter hen aan komen. Zoals je zelf zult zien, zullen ze ons ook meteen weer tot hier tegemoet komen, daarom wachten we hier ook een poosje.
Hoofdstuk 150: Liefdevolle wijze gedragsregels van de Heer aan Martinus - Wenken over wat er innerlijk bij de drie schoonheden omgaat - Martinus' ergernis en de geruststellende woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] DE ZONNEDOCHTERS merkten echter heel goed, in welke verlegenheid de vele vrouwen gebracht werden door hun ontkleding. Daarom naderen ook zij de vrouwen en zeggen: 'Geachte, aan ons geslacht verwante zusters, leg af en werp weg, wat jullie niet waardig is, dan zal onze gestalte jullie niet langer in de war brengen.
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Niet wij immers, maar de kracht van de allerhoogste Geest heeft jullie evenals ons zo geschapen, als het in Zijn oneindige wijsheid goed en raadzaam was. Als wij echter werken van een- en dezelfde eeuwige Meester zijn, hoe zouden wij ons dan wederzijds verachtelijk kunnen aankijken en voorrang willen hebben wegens bepaalde eigenschappen, die niet onze verdienste zijn, doch die alleen God ons heeft verleend?
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Maar U zult Zelf het beste hebben gemerkt, hoe zalig zij waren aan mijn borst en hoe ze in zekere zin liefde wilden leren. De zoetheid daarvan prezen zij zo zeer, dat hun begeleiders mij daarom met geweld te lijf wilden en zelfs hun geesten aanriepen, die hun toen weliswaar een heel andere raad gaven. Toen was de liefde alles voor hen. Nu echter wordt ze juist door hen uitgelegd als een domme vegetatieve kracht: ongeveer als een onding, dat op zich helemaal niets is, doch alleen maar de vrijere wezens als een onbewust, dom motief dient tot voortplanting en dat waarschijnlijk bestaat uit een onbeduidend, elektromagnetisch, volstrekt gewichtloos fluïdum.
Hoofdstuk 149: Ontnuchterende uitwerking van de wijsheid van de drie zonnedochters op Martinus' zekerheid omtrent zijn overwinning - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Als echter alle engelen en geesten ons een dergelijk getuigenis geven en bij ons helemaal niet terughoudend zijn, dan begrijpen wij niet wat jullie dan toch wel bij ons ontdekken, waarom jullie je zo weinig tot ons voelt aangetrokken. Wij vragen de andere geesten nooit om bij ons te komen. Maar toch komen ze graag, omdat ze bij ons steeds datgene vinden, wat hun groot plezier doet en vreugde geeft. Maar jullie nodigden wij dringend uit zo goed we maar konden langs de zuivere weg van de wijsheid van onze hoogste wijzen. Maar op jullie lijkt dat weinig of helemaal geen uitwerking te hebben gehad. Zeg ons toch, jij verhevene, wat daarvan nu de werkelijke oorzaak kan zijn. Zeg ons waarom jullie nog niet in onze woningen zijn gekomen, waar duizenden op jullie wachten!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik heb echter wel gemerkt, dat jullie je eerder tot Mij gerichte wijze woorden alleen maar als een dekmantel gebruikten, om jullie werkelijke liefde voor Mij te verbergen. Maar Ik ben geen vriend van dergelijke verhullingen, maar alleen van de volledige openheid van het hart! Willen jullie dus Mij en al de Mijnen hier in jullie woningen brengen, dan moeten jullie uiterlijk niet anders willen lijken, dan zoals het innerlijk met jullie is gesteld; want Ik doorzie elke allergeheimste vezel van jullie leven. Wat Ik echter zie, dat zien al de Mijnen hier en nog talloze anderen, die evenals dezen hier volkomen en voor eeuwig de Mijnen zijn!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] IK zeg: 'Blijven jullie zo, want daarmee dienen jullie Mij! Ik weet waarom! Want, Mijn drie lieflijkste dochters, alhoewel op deze aarde geboren: niemand weet beter wat goed voor de kinderen is, dan alleen de Vader. Ik ben echter een ware en goede Vader van deze en van nog talloze andere kinderen. Daarom weet Ik ook het beste, wat hun van nut kan zijn en daarom wil Ik, dat jullie je niet anders bekleden, dan jullie je naar jullie eigen ordening op deze aarde kleden!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Weliswaar begaan jullie geen zonde, als je precies opvolgt wat jullie wetten je voorschrijven. Die zijn echter van de oerwetten al zo ver verwijderd, als de hemel van deze wereld afstaat. Ik zeg jullie, jullie hebben in alles nog wel jullie oervorm en zijn machtig in jullie wil. Maar jullie zogenaamde hoogste wijzen zijn in het algemeen niet veel meer waard, alhoewel er nog hier en daar gemeenten zijn die tot nu toe hun oerwetten trouw zijn gebleven. En dus zijn deze twee zusters wel veel en veel wijzer dan jullie grootste wijzen hier!
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Want zie, deze zijn vol liefde en toen ze op de wereld waren, was de bijslaap door hun broeders en hun vaders hun onbekend en een grote zonde, omdat een dergelijke daad door Mij de zwaarste, eeuwige straf zonder genade krijgt opgelegd! Bij de bewoners van de aarde geldt: 'Vervloekt degene die bloedschande pleegt!' Bij jullie echter is de bloedschande een wet van jullie wijzen. Zie nu, hoe zeer deze wijzen falen. Daarom zijn ze niet zo wijs als jullie denken, en Ik kom nu juist daarom tot jullie om hen hun grote onwijsheid aan te tonen!'
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Zie, ik wil het jullie door de genade en liefde van mijn heilige Vader tonen: De slechte Ahriman (Satan) heeft in de vorm van een lichtgeest jullie wijzen alle mogelijke eigenschappen en behoeften van jullie natuur trouw laten zien en leren kennen. Daarbij heeft hij het voorschrift gegeven, alles, waar ook maar een vezel van jullie wezen naar verlangt, tot wet te maken, maar met de toevoeging: 'Als het iemand aangenaam is, dan kan hij doen wat hij wil. Is het hem echter niet aangenaam, dan faalt hij ook niet als hij het laat!'
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Daarom komt nu de Heer Zelf om jullie, kinderen van de lichtgeefster (de zon) een waar licht te geven en een nieuwe weg te tonen, waarop jullie ook in alle waarheid tot ons kunnen komen. Zie, zo luidt onze ware wijsheid. Willen jullie echter volmaakt worden, dan moet die waarheid ook bij jullie krachtdadig zijn, anders zijn jullie naast al je schoonheid de armzaligs te wezens in de totale scheppingsruimte van God, mijn Vader!'
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus