10915 resultaten - Pagina 648 van 728
... 636 - 637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 ...
[12] Vraag nu je hart of je onvoorwaardelijk kunt geloven wat ik je zal zeggen dan zal ik je ook zeggen wat je zou willen weten. Kun je dat echter niet, dan zouden mijn woorden vergeefs zijn. Want we zijn niet gekomen om jullie te richten, maar om jullie vrij te maken van het harde juk van jullie oude knechtschap!'Hoofdstuk 162: Over het ware geloof en de vrijheid van de geest - Het geestelijk ontwaken van de oudste - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Daarom mag het je ook niet verbazen, als je nu al heel gauw God, de allerhoogste Geest, geheel in mijn gedaante en grootte zult zien. Zijn oneindige en eeuwige macht en grootte hangt niet af van Zijn uiterlijke gestalte, doch van de innerlijke grootte van Zijn Geest, die echter voor eeuwig woont in het allerheiligste, ontoegankelijke licht en nooit door een geschapen geest gezien en nog minder ooit begrepen kan worden.
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Je weet, dat God slechts hoogst zelden Zijn engelen hierheen zendt die aan ons, de eerste wijzen, het hoogste Godswezen openbaren, maar daar altijd aan toe voegen: 'Niemand echter kan God zien en tegelijk leven!' Om die reden zou Hij in een niet te doorgronden diepte aller diepten wonen, zodat geen enkel wezen door het aanschouwen van de Godheid in zijn leven belemmerd zou worden. Hoe zou het dan met ons aflopen, als het werkelijk zo zou zijn, zoals jij mij hebt meegedeeld, wanneer God hier onder jullie verbleef!
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Want de toorn is alleen van God en de wraak van de rechter. De liefde echter is van de Vader en deze geeft Hij aan Zijn kinderen, zoekt ze bij hen en komt, als Hij komt, noch in toorn noch in wraak. Hij komt altijd in de liefde als een Vader tot Zijn kinderen, die Hij juist uit liefde naar Zijn gedaante heeft gevormd en in hun hart de wonderbaarlijke bestemming heeft gelegd om helemaal dat te kunnen worden, wat Hij Zelf is.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Als dat nu echter overeenkomstig de eeuwige waarheid zo is, zou het dan wel wijs zijn, bang te zijn voor Diegene, die tegenover ons de Liefde Zelf is?
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Je bent toch ook niet bang voor mij, alhoewel ik ook zo veel macht en kracht bezit, dat ik door de geringste gedachte deze hele planeet in een ogenblik zou kunnen vernietigen en een andere tevoorschijn zou kunnen roepen! Als je mij echter niet vreest, terwijl ik eveneens alle macht uit de Heer in mij heb, maar daarbij in eeuwigheid nooit zo goed zal zijn als Hij is: hoe zou jij dan bang voor Hem moeten zijn, Wiens goedheid oneindig is?
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Zonder Schepper kan er van een schepsel geen sprake zijn, maar wel van een Schepper zonder schepsel. Want de Schepper is reeds dat, wat Hij is, door Zijn eeuwig meest heldere bewustzijn, tengevolge waarvan Hij kan scheppen, wat en wanneer Hij wil. Het schepsel kan echter onmogelijk ooit iets zijn, voordat de almachtige wil van de Schepper het tot iets heeft gemaakt.
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Ik zie in de Schepper en in het schepsel twee factoren, waarvan de tweede wat zijn bestaan betreft van de eerste afhankelijk is. Als deze kwestie echter onmogelijk anders dan alleen maar zo te beschouwen is, zie ik helemaal niet in, waarom ik als noodzakelijke factor voor de eerste, absolute factor bang zou zijn!
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Want ten eerste heeft Hij voor het voortbrengen van het schepsel volstrekt geen andere materie dan Zich Zelf. Hij moet het schepsel uit dezelfde substantie vormen, waaruit Hij Zelf vanuit alle eeuwigheid bestaat. Daarna echter moet Hij dit schepsel in deze vorm ook voortaan uit Zich Zelf in stand houden, terwijl het schepsel tegenover zijn Schepper niets heeft te doen, dan alleen maar te zijn.
Hoofdstuk 165: Johannes in tweegesprek met de wijze van de zon - De verhouding tussen Schepper en schepsel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Dat het schepsel nooit in staat zal zijn de gehele oneindige volheid van de oergodheid in zich op te nemen, daarover zal toch wel geen twijfel bestaan! Ik denk dat de beantwoording van deze vraag al ligt besloten in het begrip 'oneindigheid', die alleen maar door dezelfde oneindigheid, nooit echter door een uit haar genomen eindigheid kan worden opgenomen.
Hoofdstuk 165: Johannes in tweegesprek met de wijze van de zon - De verhouding tussen Schepper en schepsel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] De zee is echter op ieder hemellichaam ook de belangrijkste bron voor alle wateren, evenals ook voor alle regen en dauw. Als een hemellichaam geen zee zou hebben, zou ze lijken op een mens zonder bloed en dus ook zonder andere sappen, waardoor die mens ook heel snel een mummie of een levenloos standbeeld zou worden. Een planeet heeft derhalve de zee evenzeer nodig als de mens en ieder ander levend wezen het bloed.
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Goed, als je dat dus begrijpt, zeg mij dan, wat er eigenlijk ouder is: de afzonderlijke druppel van de zee of de gehele zee zelf? Het is wel zeker, dat de totale zee er eerder is geweest, vóór er uit haar een regendruppel in de lucht kon opstijgen. Toen deze echter eenmaal uit zee omhoog steeg, was hij toen als deeltje van deze zee iets anders dan de zee zelf? En als hij weer in zee terug zal vallen, zul jij dan wel het onderscheid zien tussen hem en de zee?
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Heeft Hij het schepsel echter uit Zich Zelf genomen, dan moet tenminste het materiaal of de stof identiek zijn aan de Schepper. Alhoewel de tijd, waarin het materiaal van het schepsel van de Schepper werd gescheiden, natuurlijk niet identiek is aan de Schepper. Want de tijd is slechts een aan beide kanten scherp begrensd fragment van de eeuwigheid, terwijl de Schepper helemaal eeuwig is en ook noodzakelijkerwijs moet zijn, omdat zonder Hem nooit een 'worden' denkbaar zou zijn.
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Nu komt echter alles, wat op een hemellichaam ook maar de naam van vloeistof heeft, uit die ene zee voort, verricht zijn bepaalde diensten en keert daarna weer in de zee terug. In talloos vele allerkleinste bolletjes of druppeltjes geeft de zee voortdurend haar grote overvloed af aan het aan haar verwante luchtruim, dat elk hemellichaam omgeeft. In dit voortdurend bewegende luchtruim worden deze minuscule waterdeeltjes in alle mogelijke richtingen over de hele wereld gevoerd. Als ze eenmaal in de lucht in grote dichtheid aanwezig zijn, dan zullen ze aanvankelijk als nevel en later bij nog grotere opeenhopingen als dichte wolken zichtbaar zijn. In deze wolken klampen zij zich aan elkaar vast, vormen daardoor grotere en dus ook zwaardere druppels, die dan al spoedig hier en daar in grote aantallen als regen op de dorstende wereld neervallen en deze opnieuw tot leven wekken en verkwikken.
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Is echter de algehele totaliteit in het schepsel gelijk aan de totaliteit van de Schepper, dan is ook het afzonderlijke geheel gelijk aan het totale geheel, omdat dit even goed als het totaal in het totaal aanwezig is, en wel in strikt gelijke verhouding. - Ik denk dat deze evenredigheid hier wel op zijn plaats is!'
Hoofdstuk 166: Eenwording van de mens met God - Voorbeeld van de zee en de waterdruppel - Traagheid van de wijsheid van het verstand ten opzichte van de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - Bisschop Martinus