Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 649 van 1490

...  637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662  ...
[7] De visvijver en ook de bron behoorden tot het grondstuk van de waard. Het water was weliswaar bestemd voor gebruik door het hele dorp, maar de kleine vijver niet, en dus ook niet de vissen die erin zwommen. Deze vijver had zich natuurlijk slechts zelden in een voorraad verheugd, maar deze keer zat er een grote voorraad in.
Hoofdstuk 135: De visvijver van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarom zei Ik bij de vijver: 'Omdat alleen door Mijn macht en wil ten eerste de grote hoeveelheid vis in het Meer van Galilea is gevangen en ten tweede volkomen vers en gezond in de zakken hierheen is gebracht, en ten derde omdat deze vissen in deze vijver zich voortdurend rijkelijk zullen vermeerderen, in stand zullen blijven en het hele dorp rijkelijk kunnen voorzien, zal van nu af aan ieder huis het recht hebben om zoveel vissen uit deze vijver te halen als het redelijkerwijs nodig heeft. Maar opdat de vissen mettertijd, als ze zich sterk gaan vermeerderen, ook voldoende ruimte zullen hebben, zullen wij deze vijver tot de juiste en passende afmetingen vergroten!'
Hoofdstuk 135: De visvijver van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik had deze woorden nog maar nauwelijks uitgesproken, of daar had de voorheen zeer kleine vijver al de passende afmetingen, en alle inwoners prezen Mij en loofden Gods macht in Mij.
Hoofdstuk 135: De visvijver van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Van de vijver keerden wij weer terug naar de herberg, omdat het al na de middag was geworden, en we spraken met elkaar over veel dingen en omstandigheden in het leven van de mensen op deze aarde, namen onderwijl ook een klein middagmaal tot ons en begaven ons daarna weer naar buiten, waar het met name op de bekende heuvel heel goed rusten was.
Hoofdstuk 135: De visvijver van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Op deze heuvel rustten wij bijna drie uur lang.
Hoofdstuk 135: De visvijver van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De waard zei: ' Als alleen ik jullie zou zeggen dat dit dorp door een waar Godswonder tot zo'n gecultiveerde staat is gebracht, zouden jullie mij waarschijnlijk niet geloven; maar daar staan al mijn buren en daar mijn kinderen en mijn vrouw, en ze kunnen er allemaal als getuigen voor instaan! Zoiets zal op deze aarde onder de mensen buitengewoon zelden en op deze manier waarschijnlijk nog nooit plaatsgevonden hebben; maar er was op aarde ook nog nooit een tijd zoals nu, waarin de beloofde Messias werkelijk als mens van vlees en bloed Zelf naar ons mensen toe is gekomen.
Hoofdstuk 136: De waard onderricht de gasten over het veranderde land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Zie en luister: deze Messias, die nu vanuit de hoogste hemelen naar deze wereld is afgedaald, die werkelijk God en mens tegelijk is, is ook naar ons toe gekomen en heeft Zich over onze geestelijke en daarnaast ook over onze lichamelijke armoede ontfermd; Hij heeft onze woestijn gezegend en die door Zijn almachtige wil in een vruchtbaar landje veranderd.
Hoofdstuk 136: De waard onderricht de gasten over het veranderde land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De waard zei: 'Ik heb jullie zojuist al gezegd dat de Messias ons rijkelijk van alles heeft voorzien, ook voor ons lichaam. Wie een woestijn door Zijn wil kan laten bloeien, zal ook wel in staat zijn ons armen, die al lange tijd naar Hem hebben verlangd, van brood en wijn te voorzien! jullie eten nu echt brood uit de hemelen evenals de wijn, die ook geen vrucht van deze aarde is!'
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen Ik deze woorden tot de drie had gesproken, stonden ze onmiddellijk op van hun stoelen, bogen diep voor Mij en zeiden: 'Heer! U bent Degene voor wie alles mogelijk is, en U bent ook de beloofde grote Messias, de nieuwe grote koning der joden, die een rijk zal vestigen dat geen vijand ons tot aan het einde der wereld meer zal kunnen ontnemen! Daarom: heil U, de grote zoon van David!'
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] jullie verstaan de Schrift wel naar de letter, maar naar de meest innerlijke geest van de waarheid hebben jullie die nog nooit begrepen als jullie denken dat Ik als de beloofde en nu in deze wereld gekomen Messias, de eeuwige Zoon van de eeuwige Vader, voor de joden een onvergankelijk rijk zal vestigen op deze aarde, waar toch alles inclusief de aarde zelftijdelijk en vergankelijk is.Want niet alleen deze hele aarde, maar ook het hele firmament dat jullie zien zal vergaan; hoe zou er dan op deze aarde voor de joden een eeuwigdurend rijk gevestigd kunnen worden? Versterk je nu dus, opdat jullie de innerlijke geest van de Schrift kunnen vatten en begrijpen!'
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Na deze woorden van Mij keken de drie elkaar verbaasd aan, en de oudste zei: 'Maar, dat klinkt heel anders dan in de tempel in Jeruzalem! Waar moeten wij ons aan houden? In de tempel onderwijzen de Farizeeën en schriftgeleerden, gezeten op de stoelen van Mozes en Aäron rondom de hogepriester, en lezen en verklaren voor het volk de Schrift geheel naar de letter; maar op gezag van hun woord en hun wil wordt er geen woestijn groen en wordt er geen kaal gesteente met vruchtbare aarde bedekt.
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Deze Meester onderricht heel anders en laat zien dat wij de Schrift nog nooit naar de geest hebben begrepen, en Zijn uitspraken zijn rechtstreeks in tegenspraak met die van de tempel -maar op Zijn woord en Zijn wil bloeit de woestijn en is het gesteente daarvan bedekt met een juiste hoeveelheid vette aarde; dan moet dus ook alleen in Hem de volle waarheid te vinden zijn!
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Wij willen daarom dan ook bij deze Meester blijven en de tempel voor altijd de rug toekeren, laten we daarom drinken op het welzijn van allen die reeds hebben gedaan wat wij nu doen!'
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen zij nu heel vrolijk waren geworden, wendde de oudste zich weer tot Mij en zei: 'Heer en Meester uit de hoogste hoogten des hemels! U zult Jeruzalem toch ook wel bezocht hebben? Hebben zij in de tempel U ook herkend, net als wij hier? Wat zeiden ze over Uw verschijnen in deze wereld?'
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Kijk naar deze heidenen, en praat ook eens met de vele heidenen van andere dorpen en steden, en vraag hun wat ze van Mij denken. Werkelijk, jullie zullen bij hen veellicht ontvangen!
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  637 - 638 - 639 - 640 - 641 - 642 - 643 - 644 - 645 - 646 - 647 - 648 - 649 - 650 - 651 - 652 - 653 - 654 - 655 - 656 - 657 - 658 - 659 - 660 - 661 - 662  ...